Legends Trail 2023: wat een bad - shit - crazy avontuur was dat weer! 🙏🤠🤯 - DNF na 230 km trailpret 🤯🥳🙏

♪  All my life I've been over the top
 I don't know what I'm doing
  All I know is I don't wanna stop 
♪ All fired up, I'm gonna go till I drop
 You're either in or in the way
 Don't make me, I don't wanna stop 

- I don't wanna stop / Ozzy Osbourne -


            


Daar ga ik dan weer! Het is vrijdag 17 februari en ik vertrek richting Ferrières. Joepie! Richting de start van de LT. Of dat denk ik dan toch. RD Tim heeft immers altijd wel wat verrassends achter de hand!
In een notendop staan er dit jaar 274,8 kilometers op het programma. Die zijn bestrooid met een crumble van 11240 hoogtemeters. Geen zachte crumble, maar keiharde brokken waar je je tandjes mooi op kan stuk bijten. Deze lekkere ultrataart wordt verdeeld in 5 ongelijke porties. Niet te verwarren met de ongelijke leggers in het turnen. De afstanden variëren hier tussen de 46 en 62 kilometer. De ene dus al wat makkelijker verteerbaar dan de andere. 
Dit jaar krijgen we ook enkele verrassingen voor de kiezen. De eerste is dat het parcours niet meer een week op voorhand vrijgegeven wordt. Pas de dag zelf en tijdens de registratie. Zo gaat iedereen even blind de race in. Zelf ben ik fan deze strategie. Het geeft me meer rust dan wanneer ik een week op het parcours zit te staren en elke avond via maps, streetview en wat nog de kaart zit te bestuderen. Dus krijgen we nu tijdens de registratie een busticket voor de Legends - trein. Dat betekent dat de start ook direct een uurtje later dan gepland is. Spannend!

Het is terug een leuk weerzien met die Legends familie. Dat is en blijft toch een bijzonder iets: dat team en die collega trailers. Voor de start is er in elk geval tijd genoeg om iedereen terug te zien. Want dat wachten lijkt tergend lang. Naarmate het busvertrek dichterbij komt, stijgt de spanning. Racepacks die nog eens gecheckt worden, flesjes die gevuld worden, jasjes die aan - en dan weer uitgetrokken worden,... 

Ineens is het zover! Racebriefing buiten en dan hop allemaal de VIP -bus op. Dat is bij mij geleden van mijn eerste 100K trail dat ik dit mocht doen. Als ik kan kiezen heb ik liever niet zo'n busrit. Dat is vooral omdat ik wel eens wagenziek durf te worden. Maar goed, als je je inschrijft voor dergelijke events, dan moet je vooral niet gaan zagen over kleinigheden. 
In de bus zit ik naast Benoît. We finishten in september samen L'Infernal in de Vogezen en het is een fijn weerzien. Dus keuvelen we maar over vanalles en nog wat om die 50 minuten op de bus sneller te laten passeren. Intussen stijgt de spanning in mijn hoofd nog verder. Eens het startschot zal gaan, zal die nervositeit al even plots verdwenen zijn als ze kwam. Tot dan zit ik er evenwel mee. Aard van het beestje. Zo bollen we verder richting Nisramont. Als een bende uitgelaten kinderen die op schoolreis gaat. 

We zijn er! Barrage de Bisramont. We kennen dit plekje allemaal. Of het nu van korte wandelingen, lange tochten of voormalige Legends passages is. De Barrage is een portaal naar een andere wereld. In die wereld zal ik de komende 56,5 uur mogen spelen, pijntjes oplopen, vriendjes maken en alles tussen afzien en plezier beleven.
Ineens moet het snel gaan. Als we de bus uit zijn, hebben we nog 2 minuten. Wanneer ik bij de meute aankom, hoor ik het aftellen. Fantastisch! Laat het maar vooruit gaan! Jaaaaaaaaaaa! En. We. Zijn. Vertrokken!
De eerste etappe is 'a go'. Een goeie 60 kilometer met ongeveer 3000 hoogtemeters. Een slopend huzarenstukje. Want de eerste 25 kilometers slingeren op en neer langs de oevers van de Ourthe en Le Hérou. Prachtig en magisch zo langs - en een paar keer in - het water bij nacht. En zwaar, vooral heel zwaar! Zo zwaar dat de twijfel toe slaat. Nu al? Als dat spelletje nu al begint, dan ga ik er niet komen. Dus korte metten mee maken en focussen op vooruit gaan en genieten van het avontuur. De troep hangt aanvankelijk nog dicht opeen en vooruit gaan is op die smalle paadjes met zo'n bende niet makkelijk. Hier en daar kom ik nog wat trailkennissen tegen en al gauw begint er meer en meer spreiding tussen de deelnemers te komen. Zachtjes aan begint ieders eigen of gedeeld avontuur. Beetje bij beetje breekt de omvang van de opdracht door de sluier van de eerste kilometers. O jaaaaaaaaaa! We zijn dit weer aan het doeeeeeeeeen! Joepieeeeeeeeee!
Als ik uit dat prachtig en pittig stukje natuur ben, ben ik echt opgelucht. Wat een kuitenbijters waren me dat al! We gaan doorheen Achouffe en daar is er een tussentijds bevoorradingspostje waar we wat water kunnen bijtanken. Dat is mooi meegenomen, want ik weet niet of ik er ga komen met wat ik zelf bij heb. Ik heb 1,5 liter water met elektrolyten, een halve liter Perpetuem en een halve liter Cola bij. Het is dorstig weer en dit zweetbeest moet echt wel de hydratatie op peil kunnen houden. Dus drink ik daar snel een paar bekertjes water. Mooi meegenomen! Ook de energie en aanmoediging van de vrijwilligers zijn een opstekertje! Ik heb trouwens in de racepack steeds een waterfilter mee, in geval van. Dus echt zorgen moet ik me nooit maken. Maar toch: water graag!
Hierna gaat het richting Baraque de Fraiture om uiteindelijk op de eerste checkpoint aan te komen. Daar ben ik omstreeks 6u15 zaterdagochtend. Hoera!
De vrijwilligers zijn weer ongelooflijk top! Dropbag wordt gebracht, eten en drank worden voorzien en intussen worden mijn camelbak en colaflesjes bijgevuld. Ik probeer zo snel als mogelijk door m'n lijstje te gaan. Een uurtje later ben ik alweer op pad. Boem!

De tweede etappe is opnieuw 60 kilometer. Deze keer zijn het ongeveer 2500 hoogtemeters die we mogen overbruggen. Ze brengt ons langs Trois Ponts naar Malmedy. Op de topografische kaart hoef je gewoon de donkerste stukken te volgen om te zien langs waar het ongeveer ging. We gaan hoogtelijntjes op en hoogtelijntjes af. Trailpret! Intussen is er ook daglicht. Nog meer pret! Ondanks het gebrek aan slaap, gaat de energie toch wat meer stromen. Ook al is het een grauwe dag, verder dan het licht van de hoofdlamp kunnen kijken, geeft ook wat meer energie. Laat maar komen die handel! Net zoals de vorige etappe kom ik af en aan Karen, Hilde, Claudia en Jim tegen. We huppelen dan weer wel en dan weer niet in elkaars buurt. Karen, Hilde en Claudia zijn een dreamteam dat al van bij de start, wat zeg ik, al van lang daarvoor samen is. 3 niet te onderschatten toppers bijeen! Jim ontmoet ik voor de eerste keer. Wat een gezellige en gemoedelijke kerel! Ergens deze etappe stelt hij voor om de 2de nacht samen in te gaan. Dat lijkt me een uitstekend idee! Eerst even deze etappe doorworstelen natuurlijk!
Wanneer we in Coo Plopsaland voorbij zijn en net voor we de verticale kilometer daar mogen opgaan, is er een kleine bevoorrading. Er worden wraps, warmte en trailliefde geserveerd. Daar is het dan ook even tijd voor een korte pauze. Of ik ook graag een koffie wil? Zeker! Die maakt even m'n dag! Of daar suiker in mag? Normaal niet, maar vandaag graag veel suiker! De wrap krijg ik maar half op, dus steek ik de rest weg voor onderweg. Toppie! Nog even uitblazen, terwijl Alma, die elke keer opnieuw zoveel enthousiasme, zorg en betrokkenheid aan de dag legt, een dekentje over onze schouders drapeert. Wat doet dat deugd! Want laten we wel wezen: het is al aan het miezeren sinds we startten en de wind die is bij momenten ook best niet te verwaarlozen. Dus de koude ligt om elke hoek zodra je even halt houdt. Goed, dit was lang genoeg. Time to go! Even later zijn we weer op pad. Nog 30 kilometer voor we op de volgende checkpoint zijn. Dat wordt sowieso in het donker aankomen. Het is nog even huppelen en ploeteren. Uiteindelijk is het half 8 zaterdagavond als we er aankomen. Best netjes, al zeg ik het zelf.

So far so good. Eerste etappe in 11u15min afgewerkt en de tweede etappe in 12u15min. In totaal ben ik intussen 24,5 uur bezig. En voor wie het interesseert: 37 uur uit bed en nog ietsjes langer wakker. Hoog tijd om een dutje te doen! Eerst stem ik af met Jim om hoe laat we willen vertrekken. Uiterlijk om 22u00 willen we buiten zijn en als dat vroeger kan is dat ook OK. We hebben evenwel wat werk aan de winkel! Er moet gegeten worden, de voeten moeten gedroogd en getapet worden, de racepackshizzle moet vervangen of aangevuld worden en tot slot moet er ook dat dutje gedaan worden. Alles samen heb ik ruimte om 45 minuten te slapen. Ik neem m'n slaapzak en matje en wordt naar buiten geholpen. Ik leg me tussen de rest onder een afdakje en voor ik het weet ben ik in dromenland. Fantastisch! Het is de eerste keer dat dit echt lukt! Wat doet dat deugd! Drie kwartiertjes later wordt ik wakker en denk 'Hier is iemand zijn alarm aan het afgaan.'. Het blijkt het mijne te zijn. Oeps! Terwijl ik uit de slaapzak kruip, komt er 1 van die ongelooflijk zorgzame vrijwilligers aan om me te wekken, in geval ik door de wekker zou slapen. De kleine wandeling terug naar binnen doet me rillen van de koude. Terug binnen ontfermen zich 2 mensen over mijn matje en slaapzak zodat ik me kan focussen op vertrekken en stoppen met bibberen, dat ook. Ongelooflijk zijn die vrijwilligers! En An is er ook! Legends buddy tijdens vorige editie. Wat een verrassing haar te zien! Haar race is jammer genoeg deze keer al even gestopt en nu focust ze op anderen helpen. Echt top! Terwijl ik batterijen vervang, voeding aanvul en me aankleed, worden camelbak en flesjes ook weer aangevuld. Tegen 22u00 ben ik klaar om te vertrekken. De, in mijn hoofd, gevreesde derde etappe, la deuxième nuit, l'enfer des Fagnes. Mais oui!

Jim en ik zijn klaar om aan te zetten! Hoge Venen en alles wat dat betekent, laat maar komen! Dat zijn deze etappe ongeveer 56 kilometers en een goeie 1600 hoogtemeters. Eenmaal buiten komen we Guido tegen. Hij stelt ook voor om samen de nacht in te gaan. Ook niet de eerste de beste blijkt. Een wandelaar, maar zo eentje van wereldklasse: wandelt 100 mijlers onder de 24 uur enzo. Echt even onder de indruk! We krijgen eerst nog wat klimmetjes en zoekwerk te verwerken, alvorens we echt in het meer open landschap van de Hoge Venen terechtkomen. Ergens in dat stuk blijft Guido haken bij een ander groepje. Het is zwaar. Jim heeft op het CP niet echt kunnen slapen en vecht er hard tegen. Klagen doet die kerel evenwel niet. Zelf heb ik ook een lastig moment, gelukkig duurt het niet te lang. Want met 2 half slapend lopen, dat kan wel eens voor probleempjes zorgen. Het is wel grappig: met 2 voeten voluit een kanjer van een poeltje in knallen omdat ik denk dat het een verkeersdrempel is. Wakker maakt het me wel. Kwaad kan het niet. Ik heb op de checkpoint ervoor gekozen om voor deze etappe waterdichte sokken aan te doen. Dat was een zeer goeie keuze. Eerder hebben we een stukje kniediep zitten ploeteren doorheen moeras omdat we verkeerd gingen. Dan zijn zo'n sokjes toch geen overbodige luxe! Toch had ik nog steeds een beetje trenchfeet aan het einde van deze etappe. Ja, je zweet ook wel wat meer in die sokken natuurlijk en dat vocht kan dan ook niet weg. Het zou evenwel een pak erger geweest zijn zonder die sokken. Echt wel!

Zal ik tussendoor nog even iets zeggen? Elk jaar is het van hetzelfde: ik, niet alleen ik trouwens, onderschat de tijd die nodig is om door die Hoge Venen te geraken. Ja, het zijn minder hoogtemeters deze etappe. Ja, het zijn ook al minder kilometers. En ja, de Hoge Venen hebben lange rechte paden. Maar, de Hoge Venen zijn ook: de tweede nacht doordoen, veel venen en drassige, modderige paden, een open landschap dat de regen en wind alle vrijheid om je vege lijf geeft én last but not least, die hoogtemeters komen allemaal ergens samen. Dus lieve mensen, onderschat die etappe nooit!

De Hoge Venen hakken er dus stevig in. Het is ploeteren door drassige veengrond en modderige paden en tja: soms ook voormalige paden. Een paar keer gaan we van 'Zullen we maar op het lijntje (van de GPS) lopen, want onder al deze rommel ligt of lag wellicht een pad?' Zeker! Zo blijven we doorgaan, zo goed en snel als we kunnen. We zijn blij wanneer het eenmaal terug licht is. De tweede nacht is overwonnen! Onze energiepeiltjes gaan weer een beetje omhoog en we proberen opnieuw zoveel mogelijk te knallen. Let wel op: die definitie van knallen ziet er een beetje anders uit dan doorgaans. Maar goed, zo gaan we!
Zo lang als die nacht duurde, zo ineens zijn we uit het domein van de Botrange. We komen op iets meer solide weggetjes terecht en gaan over naar allerhande rotsachtige paadjes langs kleine bergachtige riviertjes, zoals onder andere de Hoëgne. Het water stroomt er welig en hard. Het is echt prachtig om er te lopen en echt genieten! Met al die natte rotsen en stenen is het wel opletten geblazen. Maar goed, we moeten vooruit. Idealiter hadden we graag om 10u00 zondagochtend op de volgende CP aangekomen. Dat plan hebben we moeten laten varen. We hebben een paar keer tijd verloren met verkeerd te navigeren, de nachtelijke dips en de paden die dan toch niet zo snel beloopbaar als gehoopt bleken. Dat hoort er ook bij en we hebben best nog tijd genoeg. Voorlopig dus geen zorgen en gewoon blijven gaan! We steken er een tempo in van stukjes lopen, afgewisseld met snelwandelen. Zo blijven we vooruit gaan tot we om 11u30 het derde checkpoint bereiken. Dat is een opluchting! En eerlijk gezegd, valt die vertraging ook best mee. 

Op de CP willen we uiterlijk om 13u00 weg zijn. Dat gaat zeker lukken en is ruim tijd. Zeker met de hulp van al die vrijwilligers! Ik voel me eigenlijk nog best OK. Nog geen echte pijntjes, de beentjes blijven meewerken, de vermoeidheid valt ook goed mee en de voeten zijn ook best OK. Toch gezien we al bijna 180 kilometer hebben verteerd. Ik sta er sterker op dan ik op dit moment had durven hopen. Dat dat snel kan keren, ben ik even vergeten. Later die dag zal ik aan die realiteit zwaar herinnerd worden. Voorlopig evenwel nog geen enkel vuiltje aan de lucht!
Op de CP ga ik weer door de standaard handelingen. Aangezien ik me zeer OK voel, denk ik dat ik wel voor een stevige maaltijd kan gaan. Achteraf bekeken had ik dat beter niet gedaan. Ik weet dat zeker pureetoestanden zwaar op mijn maag vallen tijdens ultra's en ik dat beter niet doe. Maar ik had er zoveel zin in! Puree met stoofvlees en groentjes! En je moet eten waar je zin in hebt. Toch? Het smaakte! En ik bleef het nog lang smaken. Oeps!
Met de hulp van An krijg ik de groeven in m'n voetjes droog en zien ze er opnieuw presenteerbaar en strijdvaardig uit. Tegen 13u00 ben ik ready to go en gaan we op pad voor de vierde en voorlaatste etappe! Hell yeah!


De volgende etappe loopt doorheen de natuur nabij Jalhay, Spa, Theux, Pepinster en Sprimont. Ze omvat ongeveer 52 kilometer en 2000 hoogtemeters. De eerste 13 kilometers ervan zijn makkelijk: lange banen op en neer gaan zonder echt stevige klimmen. Dat is echt een welkom iets! En maar goed ook: ik heb op de CP te veel en te zwaar gegeten. Het valt nu zwaar op mijn maag en blijft er maar op draaien. Ik drink de helft van m'n cola op om die maag eens goed te laten keren. Ik hoop dat het daarmee opgelost is. Helaas. Geen boertje. Die maag blijft nukkig. Ik beslis om ze voorlopig niet te zwaar te belasten, het gaat nu toch even wat gemoedelijker. Maar ik moet wel hier en daar toch proberen iets naar binnen te steken om de energietoevoer zeker op peil te houden. Even lijkt het beter te gaan. Even snel gaat het weer achteruit. Geen ramp, denk ik. Dat draait wel bij. Gewoon doorgaan! Na die eerste 13 kilometer verandert het aanvankelijke cruisen opnieuw in stevig op en neer gaan. Hier en daar moeten we rond omgevallen bomen werken, niets nieuws én af en toe gaat het op de poep naar beneden. Een prachtig, maar wel stevig stuk parcours! We lopen paadjes op en paadjes af en stuiven en schuiven doorheen dat bruinrode bladerdek terwijl we opletten onze enkels niet om te slaan op de stenen die zich eronder schuilhouden. Allemaal niets nieuws. Intussen hebben we er al meer halsbrekende toeren opzitten dan we kunnen tellen en dat voegt alleen maar toe aan het avontuur! Want geef, nu toe, als het makkelijk zou zijn, wat is er dan nog aan? 
Ergens onderweg staan onder andere Harry en Lia van de organisatie ons op te wachten. Korte parcourscontrole. So far so good en we zijn nog helder genoeg! Halverwege deze etappe is er ook een kleine bevoorradingspost, in Theux. Wanneer we daar aankomen is het al voorbij zonsondergang. Er is pompoensoep met brood én Adriaan! Dat gaat deugd doen! Adriaan steekt ons, enthousiast als altijd, een hart onder de riem en krikt de sfeer een niveautje hoger. De pompoensoep en het brood neem ik gretig aan. Komaan! Terwijl ik van de soep slurp, duw ik snel een sneetje brood naar binnen! Mijn maag zegt evenwel wederom 'nee'. C'est madam 'non', quoi? Ik krijg het brood niet verder op en ook de soep moet ik laten voor wat ze is. Kut. Maar goed, dat betert wel! Ik kon in de verste verte nog niet vermoeden dat ik 6 uur later het safetyteam zou opbellen en opgeven.

We gaan dus verder! We klimmen richting Pepinster. Ik voel dat ik meer achteruit begin te gaan en het draaien van de maag begint over te gaan in me bij momenten echt kotsmisselijk voelen. M'n pas vertraagt ook steeds meer. Jim kan ik niet meer bijhouden en ik raak steeds meer achterop, tot er geen inhalen meer inzit. Geen ramp: versnellen, vertragen, crashen, opleven,... Het hoort er allemaal bij. Ergens in de buurt van Pepinster is het dan zover: de maag capituleert finaal. Dit hoeft geen game over te zijn. Ik kom er wel door. Het is nog een 16 - tal kilometer naar de volgende CP. Gewoon doorduwen en als het niet betert: daar bekijken wat eraan kan gedaan worden.
Achteraf zie ik dat ik 3,5 uur over de komende 10 kilometer doe en dat ik amper 400 calorieën heb kunnen steken sinds ik 's middags CP 3 verliet. Dat is wel even schrikken. Ik snap nu ook beter waarom dat zo ineens zo snel misging. 
Nu goed, ik moet verder. Ik duw door zo hard ik kan en wil maken dat ik op CP 4 raak. Daar gaan ze me hopelijk kunnen helpen. De stukken nu zijn nog pittig: lange paden omhoog en naar beneden, bezaaid met stenen, stroompjes en modder. Alles waar je naar kan verlangen. Op dit ogenblik had een roltrap toch even fijn geweest. Intussen hebben de hallucinaties ook vrij spel! Die komen samen met de slaap, die ook ineens op de kar springt. De vermoeidheid maakt dat ik moeite heb om m'n ogen open te houden. Deze fase kennen we. Game on derde nacht! Ik zie zoveel! Rijen met frigoboxen, volkswagenbusjes met feestende mensen, heel veel huizen tussen de bomen en bij momenten lijkt het alsof ik door een stad loop! Tot ik dan weer even met m'n ogen knipper en besef dat ik toch maar gewoon tussen de bomen en in het bos ben. Wat een psychedelisch feest is dat! Soms knipper ik met m'n ogen en besef ik ineens dat ik stilsta. Zeer bevreemdend. Zo intens heb ik het nog niet meegemaakt! Gelukkig ben ik er ook vooral voor de beleving, pun intended. Achteraf kijk ik hier dan ook met een brede glimlach op terug: BAD SHIT CRAZY! 

Maar goed, vooruit gaan was het toch? Voorlopig nog, moeizaam. Ja, ik weet het, ik ben die DNF hier nogal aan het uitspinnen. Ik heb duidelijk ergens een zin voor drama.
Ook in de realiteit van het moment, leken die laatste uren een eeuwigheid te duren. Het begint intussen ook kouder te worden. Dus ik stop om snel m'n extra warme jas aan te doen. Dat lijkt ook een eeuwigheid  te duren. De tijd lijkt te haperen. Voorlopig zie ik Vadertje Tijd nog niet voorbijwandelen. Dat had pas een mooie hallucinatie geweest! Vanop een afstand moet het er best hilarisch uitzien. Ik slaag er immers niet meer in om me te herinneren hoe ik die racepack ook weer dicht doe. Klusserdeklusserdeklus! Daar sta ik dan te prutsen en te zoeken hoe ik die racepack nu weer terug dicht krijg. Ook op dat moment zie ik er gelukkig de humor van in. Ik zweef er echt ergens tussen. Mijn gedachten focussen zich op 'Komaan, vooruit, naar die CP, komaan man!' Met enige moeite kom ik te Fraipont het bos uit. Ik probeer toch wat water te drinken. M'n maag geeft aan dat dat nog steeds niet het beste plan is. Wat een dingetje is dit toch!
Ik dwaal wat rond op zoek naar een beschutte plek. Ik kan niet meer en moet gewoon even bekomen. Even. Wanneer ik neerplof bedenk ik wat ik nu in godsnaam ga doen. Ik wil zo graag zelf op die volgende CP raken, maar ik voel me ziek en leeg. Zucht. Het is nog 6 kilometer. Amper 6 kilometer! Kilometers zeggen echter niks. Zoals ik nu ga, kan ik daar nog makkelijk 2 uur over doen. Heb ik eigenlijk überhaupt nog kilometers in me? Ja. Nee. Ik weet het niet. Het lijkt een eeuwigheid dat ik in twijfel zit. Ik wil het avontuur niet opgeven. Uiteindelijk slaat de slinger toch door naar opgeven. Ik ben er niet van overtuigd dat ik nog verder kan. Ik wil ook niet het risico lopen compleet de mist in de gaan ergens meer afgelegen. Dus bel ik het safety team: 'Sorry, het gaat niet meer, ik raak er niet meer zelf'. Ik kruip in m'n survivalbivvy. Die mag dan eindelijk ook eens dienst doen. Het licht gaat ineens razendsnel uit, tot het safetyteam me zachtjes wakker schudt en zorgzaam meetroont naar de auto. Zo eindigt weer een fantastisch avontuur. Met een beetje spijt en zonder enige teleurstelling. 56,5 uur trailfeest en 230km in de beentjes! Wat een ongelooflijke belevenis was het weeral! Ik heb het toch maar mooi weer gehad. Dank dank dank!
En vooral een dikke merci aan en petje af voor al die fantastische Legendary Friends. Niet enkel diegenen die het leven op de CP's comfortabel maakten, de boel laten draaien en zoveel meer; maar ook en in het bijzonder diegenen die me na mijn opgave veilig terug brachten en me met zorg omarmden. Jullie zijn legendarisch! Dank jullie o zo wel!

 


De spullen die ik heb gebruikt en de meer technische kant van de zaak ga ik deze keer niet verweven in mijn verhaal. Ik licht dit er nu uit en zal hieronder daar kort wat meer over vertellen. Ik ben deze blogs beginnen schrijven vanuit de eigen ervaring met blogs van anderen en hoe waardevol die zijn wanneer je je voorbereidt op deze avonturen. Daarom ook dat ik probeer daar elke keer de nodige aandacht aan te besteden.

Ik zal beginnen met het voetenwerk. Vorige edities liep ik met de Salomon Snowcross. Lekkere schoen met een grof profiel. Maar de waterdichtheid ervan raad ik niet iedereen aan: water dat erin komt, blijft erin. Je kan dat wel combineren met waterdichte sokken en zo heb ik mijn allereerste LT in 2020 uitgelopen. Maar dat is wel een dubbeltje op zijn kant en daar heb ik toen geluk gehad, denk ik.
Deze editie liep ik met de Salomon S Lab Ultra. Een schoen die wat meer comfortbal rond de hiel zit voor mij, door dat eerder sokachtige bovenstuk. Dat is natuurlijk een kwestie van persoonlijke voorkeur. Deze schoen heeft minder grip dan de andere. Het comfort van lopen weegt er echter niet tegen op.
Dat gezegd zijnde heb ik tijdens de LT, ook deze editie, nog nooit van schoenen gewisseld. Standaard heb ik een paar reserve schoenen in dezelfde maat (Salomon Speedcross) én een paar reserveschoenen een maatje groter (Salomon Ultra Pro) in de dropbag zitten. Wanneer het echt winterweer is, als ik gewicht over heb, steek ik er ook een lichte stapschoen in. Die is vooral in geval de voeten kapot zouden zijn en er iets meer comfort kan gebruikt worden. Ook nog nog niet nodig gehad. 
Wat ik wel deed was elke etappe de inlegjes van de schoenen wisselen. Ik heb al een verschillende paren S Lab Ultra's versleten en hou steeds de inlegjes. Die vervangen maakt echt een wereld van verschil. Want na zo 1 etappe hangt gans die binnenkant vol met slib en vuiligheid. Dus gewoon even vervangen door verse en je bent good to go!
Microspikes zaten ook in de dropbag en zijn er blijven inzitten. Zou ze wel graag eens gaan gebruiken!
Bij voeten horen ook kousen. De eerste 2 etappes heb ik gelopen met een paar Injinji Ultra Run teensokken. Die werken voor mij al jaren. De derde etappe, door de Hoge Venen, ben ik geschakeld naar waterdichte sokken van Dexshell. Daarin doe ik een Injinji Liner sokje aan (coolmax of merino). Hoe je het ook draait of keert: je kan je voeten niet droog houden in de Hoge Venen. Ik ben meer dan eens kniediep in de zompigheid gezakt en op zo'n moment ben je wel blij met waterdichte sokken. Als je dan nog een goeie regenbroek aanhebt, dan komt er echt niks binnen.
Elke CP heb ik deze keer braaf m'n voeten laten drogen met de haardrogers en dat werkt ongelooflijk goed om het effect van beginnende trenchfeet terug te draaien! Je kan misschien denken dat het tijd vraagt om daar een kwartiertje aan te besteden. Het is evenwel tijd die je wint, doordat je voeten later minder kapot zullen zijn. Ook durf ik ze tussen etappes in te wrijven met een dun laagje Gehwol. Maar niet net voor ik de schoenen in ga. Ik zorg dat die zalf er wel eerst goed kan intrekken. Kwestie van frictie te vermijden. Dit werkt wel niet voor iedereen.
Tot slot nog 1 woordje over die voeten. De avond voor de race knip ik de tegennagels kort en vijl ik alle kantjes goed af. Een klein werkje dat helpt om bleinen op en rond de tenen te voorkomen.

Racepackgewijs liep ik deze keer met de OMM MtnFire 15 en de bijhorende frond pod, respectievelijk  15 en 4 liter. Wat is het voordeel hiervan? Je kan ten eerste al het gewicht van je spullen verdelen, waardoor je meer gebalanceerd staat/loopt. Zo heb je geen hoofdgewicht op de rug dat je meer naar achteren trekt en dus ook meer inspanning vergt. Ten tweede kan je zo ook redelijk wat spullen makkelijk toegankelijk maken on the go, die anders achteraan zouden belanden. Bij mij zijn dat bijvoorbeeld de reservebatterijen voor de hooflamp of de powerbank om de horloge aan te hangen wanneer dat nodig is. Het klinkt misschien stom, maar is het niet: elke keer je moet stoppen om je zak van je rug te halen verlies je tijd. Als je kan blijven voortgaan terwijl je een aantal spullen uit de voorzijde tovert, win je ook tijd. Het draait ook om efficiënt zijn.
Wat het volume betreft, zou ik zelf niet lager gaan dan 15l op de rug. Ik heb ook al zakken van 25 en 20 liter gebruikt. 25 is echt te ruim en in die van 20 had ik ook nog veel plek over. Let wel op: met die van 20 gebuikte ik ook al een front pod. En de 15l nu, was best wel nipt eens de zware jas erin ging. Had het een winterfeest geweest en de microspikes en nog wat extra safety/isolatie erin gemoeten, het had misschien te weinig volume geweest.

Wat zit er dan allemaal in die racepack?
Op de rug is dat eenvoudig: eerst en vooral de camelbak. Daarnaast zitten er ook regenjas en regenbroek in. Ook de EHBO - kit, inclusief een reserve hoofdlamp, noodbivvy en waterfilter (BeFree softflask met filter) zitten daar. Een extra warme laag in geval van nood zit er ook standaard in. Deze keer was dat de Montane Fireball Verso Smock. Voor de derde nacht heb ik die eruit gehaald, alsook de regenjas (OMM Kamleika) en vervangen door de Montane Duality jas, Primaloft isolatie in Goretex uitvoering. Bombproof dus. Die jas is wel wat zwaarder, maar ik bereidde me voor op het toeslaan van de koude. Hoe verder je raakt en hoe meer moe je bent, hoe moeilijker het wordt voor je lijf om de boel warm te houden. Goed, als je er een tempo in steekt, dan draai je snel genoeg warm, maar als dat niet lukt, dan wil je voorbereid zijn.
Wat ik steevast aan de kit onderaan de racepack toevoeg is een setje reserve kousen, reservehandschoenen en een extra warme muts. Tot slot duw ik er ook nog een windbreaker in. Die neem ik standaard mee, ook voor kleine loopjes trouwens. Het is een makkelijke om snel een extra laagje lucht rond je lijf te vangen en wat extra warmte te creëren. 
In de voorzakken van de racepack steek ik doorgaans de gsm, GPSMAP, flesjes cola, softflask met sportdrank en alle voeding voor de ganse etappe. 1 zakje hou ik vrij voor afval. Nogal een organisatie hé?  
De frontpod die kan een allegaartje bevatten. Zo duw ik er bijvoorbeeld m'n handschoenen in als ik ze even niet nodig heb. Of bananen! Wat er standaard in zit, is een kleine multitool (de Gerber Dime: superklein, superlicht en superduurzaam) en een superkleine zaklamp (de Nitecore Tip2). Waarom? Tja, die multitool dat spreekt voor zich: om dingetjes te fiksen. Dat zaklampje is vooral handig als ik in 'the middle of nowhere' de batterij van m'n hoofdlamp moet vervangen. Of ik daarvoor ook de lamp van m'n gsm kan gebruiken? Ja hoor, maar die Tip2 heeft een handigheidje waarmee ik die op m'n pet, racepack,... kan schuiven en beide handen vrij heb. In het slechtste geval steek ik die zelfs even tussen m'n tanden.
In die frontpod zitten voorts ook de reservebatterijen voor de hoofdlamp en GPS, een kleine powerbank en de laadkabels voor horloge en gsm. En natuurlijk ook een overzicht van de etappes, cut offs en mijn raceplan.

Wat navigatie betreft, navigeer ik grotendeels op horloge (Fenix 5X). Maar verre van volledig. Ik hoor wel mensen die het lukt het ganse parcours enkel de horloge te gebruiken. Daar heb ik evenwel nog geen succes mee gehad. Een horloge met navigatie maakt het leven wel sowieso een pak makkelijker. Op lastige stukken neem ik er nog graag de handheld GPS bij  (Garmin GPSMAP 64s) omdat je daar meer overzicht en ook duidelijker hoogtelijnen kan aflezen. Dan nog is dat bij mij geen garantie om niet de mist in te gaan. Dat ligt evenwel aan mij.
Wat ik wel volgende keer anders ga doen is de kaartinstelling. Ik neem altijd de koersrichting bovenaan. Nu, merk ik toch dat dat zorgt voor nogal wat gepingpong als het signaal even slecht is of in de buurt van water en dergelijke. Dus volgende keer ga ik eens kijken wat het geeft als ik het Noorden, in plaats van de koersrichting, vastzet en of dat minder akkefietjes geeft. Daar heb ik nog wat werk in elk geval.
Nog over die horloge, voor wie het zich afvraagt: ik zet bluetooth, wifi, hartslag, sensoren,... allemaal uit. Ook de schermverlichting gaat af. Want ja, elke keer je kijkt, is dat toch in het licht van je hoofdlamp. Ondanks dat, gaat mijn Fenix maar 10 uur mee en daarna moet hij aan de lader. Wellicht heeft dat de maken met het feit dat ik niet wil besparen op het GPS signaal en het spoor. Dat is wat het is. Als die leeg dreigt te raken, gaat die gewoon een uurtje aan de powerbank, intussen blijft die ook gewoon draaien. En ik schakel dan even over naar de handheld. Geen probleem.

Kledingsgewijs  heb ik niet zo veel te vertellen, denk ik. Dat is een beetje persoonlijke voorkeur en hoe warm - of koudbloedig je zelf bent. Ik ben een koukleum en zweet snel en veel. Dat betekent dat ik extra inzet op laagjes die ook nat blijven isoleren. Dat zijn merino en primaloft.
Trouwens, voor wie niet zo snel zweet: niks blijft eindeloos droog hoor.
In elk geval werkt het voor mij om standaard een merinolaagje aan te doen en afhankelijk van het weer laagjes toe te voegen. Zelf doe ik graag ergens als top - of tussenlaag iets winddicht aan. Dat hoeft niet een ganse jas te zijn, een gilet werkt soms nog het beste. De koude en wind wordt zo van rond de core gehouden en intussen heb ik nog genoeg verkoeling en ventilatie langs de armen. Op die manier heb ik de tweede etappe (overdag) aangevat: merino basislaag, daarover een microfleece en dan een winddichte gilet met polartec voering (Montane Alpha Insulated Vest): zalig!
De eerste etappe (nacht) had ik een primino basislaagje aan en daarover een warme jas van lichte primaloft (Odlo Cocoon N-Thermic Light). Meer niet. En dat was aanvankelijk zelfs een beetje te warm. 
De etappe doorheen de Hoge Venen (nacht), heb ik me een beetje beter ingepakt: een merino basislaagje met daarop een microfleece, daarover  dan een winddichte en warme laag (OMM Rotor Smock: ik hou van dat ding!) en dan daarover nog de regenjas. 
De vierde etappe (overdag) startte ik vanzelfsprekend opnieuw met een merino basislaagje. Daarover deed ik de Rotor Smock. Later (nacht) heb ik daarover ook de Duality Jas aangetrokken.
Tot slot misschien kort iets over buffs, mutsen en handschoenen. Buffs kan je mijns inziens nooit genoeg hebben. Ik heb er altijd eentje rond de nek en ook eentje in de racepack. Die laatste kan dienen als buff, zakdoek, verband,... Een keer heb ik hem zelfs om de top van m'n camelbak gewikkeld omdat die te hard in m'n schouderblad duwde.
Mutsen: ik hou ervan om elke CP te vertrekken met een droge muts. Soms lukt het niet om die droog te krijgen, dus ik zorg gewoon dat ik een frisse heb voor op elke CP. Moet dat? Nee. Is dat fijn: absoluut! 
Handschoenen zijn ook niet onbelangrijk. Ook hier vind ik het weer interessant als ze ook nat warm blijven. En vooral: altijd een setje reserve in de racepack. Deze keer heb ik vaak zonder handschoenen gelopen en als ik ze aandeed, waren het van die lekkere dikke en warme (Montane Prism ). Standaard neem ik ook een liner handschoentje mee (Montane primino liners). Die kan ik dan als extra laagje in de dikkere handschoenen dragen of als het niet nodig is en het toch een beetje fris aanvoelt, gewoon zo.

Voeding is iets dat ik na deze editie een beetje wil herzien.
Wat ik tot op heden deed was zorgen dat ik 150 kcal per uur meenam. Die werden verdeeld over sportdrank (Hammer Perpetuem), cola, energy bars (Clif en Sis), haribosnoepjes (perzikken, want daar zit echt keiveel suiker in), energy gels (Hammer) en Meliwafels.
Wat vochthuishouding betreft doe ik elektrolytentabs (Hammer) in het water.
Naar toekomst doe, ga ik een beetje meer inzetten op Cola en Haribo én kijken of ik iets kan doen met ORS en elektrolyten in de camelbak. Nu, dat is dus werk voor de toekomst. Waarom ORS? Ik kreeg zo een fles toegestopt na mijn DNF en nam daar af en toe een slokje van tot ik grotere slokjes en nog grotere slokjes kon nemen. Dat spul lijkt te werken! Intussen las en hoorde ik ook tips om dit sowieso mee te nemen in de racepack. Daar ga ik dus iets mee doen.

Ziezo, dat is dan weer een beetje inzicht in wat ik gebruik en hoe ik het aanpak. Wie graag iets weet, mag me dat natuurlijk ook altijd vragen. Ik deel graag wat ik weet en wat ik ken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Belgian Ultra Trail (17 - 21 mei 2023): 385 km dwars door het land en wars door alles 🤯 🥳 😍

Ultra Tour des Sources – Self Supported (174km, D+ 4600, 31h18min)

Legends Trail 250: het avontuur der avonturen!