L'Infernal 200 - Onverbiddelijk Zwaar en Onvoorstelbaar Mooi 😎 🙏
-- Rainbow In The Dark - DIO --
Stom toeval. Of is dat dan eerder puur geluk? Zo belandde ik vroeger dan ik zelf durfde voorzien aan de start van dit avontuur. Eigenlijk wilde ik dit jaar eindelijk eens de Great Escape lopen half september. Op één of andere manier komt er elk jaar dat weekend iets anders op de proppen. En dat was nu niet anders. Dus zei ik aan vrouwlief: "Goed, dan loop ik wel het weekend ervoor L'Infernal. Dat is 200 kilometer met 10000 hoogtemeters in de Vogezen". Vrouwlief ziet daar zoals gewoonlijk allemaal geen graten in en zo werd dat ticketje geboekt. Ik kon weer beginnen dromen van een meerdaags avontuur!
Even ter zijde , lieve lezer: vrouwlief is echt wel een toppertje. Ze laat me steeds opnieuw maar begaan. Nooit zegt ze dat het niet kan, mag of gaat. Het antwoord is steeds "OK schatje". DANK JE, vrouwliefje!
Een klein groot detail aangaande het boeken van dat ticketje is dat dit gebeurde nog dezelfde week dat ik een DNF had op de Legends Trail. Ik was verre van ontmoedigd door die DNF en wilde zo snel als mogelijk dat volgende avontuur vastleggen. Tot zover de manifeste motivatie. Latent was er ook de nood om te weten of ik het wel nog kon. Wat eigenlijk een beetje een gekke gedachte was, als je ziet hoever ik alsnog tijdens de LT raakte alvorens ik moest stoppen. Af en toe eens stilstaan, terugkijken en tevreden zijn. Dat schiet er soms aan in. Zucht. Lees maar verder. Dat is als jullie meer over die dwalingen willen weten. Of toch een beetje. Ik beloof er niet te lang bij te blijven hangen.
Hoe dichter L'Infernal kwam, hoe meer onzeker ik werd. In mijn hoofd stond ik er slecht voor. Op papier ook. Als ik naar mijn recente trainingsgeschiedenis keek, zag ik alleen maar 'ge gaat uw tenen mogen uitkuisen'. Daartegenover stond wel dat ik er keiveel zin in had. En goesting maakt ook al veel. Heel veel eigenlijk. Sinds ik dit ultratrailend leven begon, zijn mijn dromen gericht op de bergen. Dat ik daar nu eindelijk de eerste stapjes in ga zetten, maakt me laaiend enthousiast. Zo 'kind - in - speelgoedwinkel - enthousiast'.
Waarom ik er dan slecht voorstond? Tja, daar waren toch wel theoretische en praktische duivels die al dan niet uit hun doosje konden springen en me van het pad duwen. In het beste geval bleven ze in hun doosjes zitten en zou ik er mooi rond kunnen navigeren. Wat ik uiteindelijk deed. Ik maakte me dus zorgen om niets.
Duivelteam nummer 1 kwam in de vorm van een te weinig aan training. Het was meer dan een half jaar geleden dat ik überhaupt nog eens echt ver gegaan was. Dat kwam vooral doordat ik eind april tijdens een training een ligament afscheurde. Dat zette het begin van mijn nieuwe trainingsplan een paar maanden on hold Eenmaal ik terug goed kon beginnen lopen knalde ik even mooi op de La Chouffe Trail begin juli. Dat was wel een echte opsteker. Voluit in het gezicht van dat duiveltje. Enkele weken later voelde ik ineens een vreemd pijntje aan m'n hiel. Dus ja, wat doe je dan? Op safe spelen en even pauze te nemen, weeral. Die pauze knalde recht door de weken dat ik opnieuw wat serieuze afstanden zou doen en dus door de 2 belangrijkste trainingsblokken. Hip hoi, als dat maar goed zou komen!
Het andere duivelteam was de mooie zomer en m'n eigen gebrek aan discipline. Ik ben geen held in grenzen, niet blijven plakken, af en toe ook eens een watertje drinken en alles wat daarbij in de buurt komt. Het was een mooie zomer met veel mooie momenten, late avonden en zware ochtenden. De apotheose was het weekend net voor L'Infernal. Op vrijdagavond een feestje bij de buren met alles op en aan en ondergetekende die 's ochtends thuiskwam en crashte in de zetel. Zaterdag was er dan de prachtige trouw en toptrouwfeest van vrienden. Zondagochtend ben ik wel in mijn bed geraakt. Maar goed: ik moet er denk ik geen tekening bij maken. Het was een fantastische nacht! Wat een feest! Bekeken vanuit het 'ik - loop - binnen - 5 - dagen - een - stevige - ultratrail' niet zo'n strak plan. Spijt had ik voor alle duidelijkheid niet. Ooit sloot ik mezelf de weken voor een ultra op en onthield ik me van alles wat me niet zou helpen. Dat is kiezen en ook wat verliezen. Dat doe ik niet meer. Zo gek als het weekend voor L'Infernal ga ik het ook wel niet meer maken. Denk ik.
Want ja: 'life gets in the way'. En ja, soms zit ik mezelf misschien ook wel wat in de weg. De goesting die bleef overeind. Zo veel goesting! Ik maakte een plan op om wat vat te krijgen op de uitdaging en kon daarmee direct ook verder beginnen stressen over de haalbaarheid ervan. Dat was toch wel lekker koffiedik kijken: de eerste keer een, weliswaar bescheiden, bergtrail. Bescheiden of niet: het is meer dan wat ik gewoon ben. Met het concretiseren van het plan, begonnen de vragen in mijn hoofd te tollen. Hoe veel snelheid ga ik kunnen maken? Blijft mijn standaard hydratatie - en eetplan overeind? Schat ik de weersomstandigheden wel goed genoeg in? En vooral: kan ik dit aan?
Wat is dan de les uit dit alles: dat ik een masochistische idioot ben? Ik dacht het niet. Dat je omstandigheden en kwelduivels kan navigeren, zolang je kompas maar goed zit. Ik dacht het wel!
Ik was dus een plan aan het maken. Hoe dat er deze keer uitzag? Wel, ik zag het geheel in 4 etappes. Er waren 14 bevoorradingsposten (ravito's), waarvan er 3 een 'base de vie' waren. Die 'bases de vie' waren bevoorradingsposten waar je aan je dropbag kon. Daarrond bouwde ik mijn plan: van base de vie naar base de vie gaan. Daarbij wilde ik ook de eerste 60 kilometer de druk eerder hoog leggen. Om daarna systematisch meer ruimte voor vertragen en ellende te hebben. Ruimte voor ellende is altijd een handigheidje.
Hieronder heb ik het tabelletje met het plan gezet. Ik heb ook een kolommetje toegevoegd met hoe de uiteindelijke realiteit eruit zag. Als ik daarnaar kijk, ben ik best tevreden van mijn inschatting. Over een uurtje of twee gaan we niet vallen hé.
De zaken in het rood zijn ravito's met te halen cut-off tijden. De rijen in het geel zijn de 'bases de vie'. De tijden tussen haakjes zijn de marges die ik voorzag voor een pauze.
|
Afstand |
D+/D- |
Cut
Off |
Afstand
tot x |
Etappetijd |
Plan |
Realiteit |
Start |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Le Syndicat |
19,5 |
923/918 |
|
19,5 |
|
Vrij 3u00 |
Vrij 3u10 |
Col des Hayes |
38,9 |
1022/596 |
Vrij 9u00 |
19,4 |
9u00min |
Vrij 6u00
(6u30) |
Vrij 6u43 |
Travexin |
47,3 |
302/550 |
|
8,4 |
|
Vrij 7u30 |
Vrij 8u32 |
Bussang |
60,4 |
554/529 |
Vrij 14u00 |
13,1 |
5u00min |
Vrij 11u00 (11u45) |
Vrij 12u04 |
La Jumenterie |
73,3 |
1072/604 |
Vrij 18u30 |
12,9 |
4u30min |
Vrij 15u00 |
Vrij 15u06 |
Rimbach |
88 |
580/1085 |
|
14,7 |
|
Vrij 17u00
(17u30) |
Vrij 18u54 |
Saint Amarin |
98,8 |
455/612 |
Za 2u00 |
10,8 |
7u30min |
Vrij 20u00 (22u00) |
Vrij 23u29 |
Le Haag |
106,5 |
823/5 |
|
7,7 |
|
Za 00u30 (01u00) |
Za 2u26 |
Waterpunt |
119,8 |
|
|
/ |
|
/ |
|
Le Drumont |
125,7 |
874/953 |
Za 10u45 |
19,2 |
8u45min |
Za 5u00
(5u30) |
Za 7u43 |
Cornimont |
143,8 |
584/1218 |
Za 14u45 |
18,1 |
4u00min |
Za 9u00 (11u00) |
Za 11u20 |
Col des Hayes |
152,2 |
715/402 |
Za 18u00 |
8,4 |
5u15min |
Za 13u30
(14u00) |
Za 14u54 |
Rochesson |
160,4 |
222/514 |
|
8,2 |
|
Za 17u00
(17u30) |
Za 16u56 |
Waterpunt |
+/-170 |
|
|
/ |
|
/ |
|
Julienrupt |
177 |
746/807 |
Zo 2u00 |
16,6 |
4u00min |
Za 22u00
(23u00) |
Za 21u45 |
Les Fournelles |
191,1 |
704/478 |
Zo 7u00 |
14,1 |
5u00min |
Zo 01u30
(03u00) |
Zo 1u45 |
Arrivéeeeee! |
205,4 |
321/626 |
Zo 13u00 |
14,3 |
6u00min |
Zo 08u00 |
Zo 5u18 |
OK. Ik heb een plan en ook nog steeds veel goesting. Nu kan ik beginnen organiseren. Er zijn 2 dropbags die je mag aanleveren. Eentje heb je 1 keer toegang toe op ongeveer 100 kilometer en de andere heb je ter beschikking op ongeveer 60 en 145 kilometer. Het is dus zaak om te kijken waar ik overdag of 's nachts zal zijn, waar ik wil proberen een dutje te doen, waar ik mogelijk naar een andere of grotere schoenmaat moet schakelen, wanneer ik zwaardere regenkledij ga nodig hebben, ...
Het is zo mensen: je kan niet zomaar een zakje op goed geluk pakken. Er zijn wat afwegingen te maken. Of die er toe doen? Soms wel, soms niet. Die glazen bol heb ik nog steeds niet gevonden. Zo heb ik deze keer niet kunnen slapen op de ravito's (te veel lawaai), heb ik niet van schoenen moeten wisselen (enkel elke keer de inlegjes vervangen) en was die zware regenkledij van in het begin al nodig. Dus ja, je kan maar een plan maken in de hoop dat je het wel en niet nodig hebt. Dat is ook onderdeel van de charme.
En even ter zijde: wat die inlegjes van de schoenen betreft. Ik loop al enkele jaren met dezelfde modellen en hou telkens de inlegjes bij. Dat is dan een voordeel van gewoontedier te zijn. Zo kan ik tijdens een ultra af en toe de inlegjes vervangen, zonder een andere schoen te moeten nemen. En dat doet wel wat. Ze zijn om te beginnen al meer droog dan diegene waar je net mee gelopen hebt. Doen dus!
Alle nodige stressjes zijn er zoals gewoonlijk weer bij en de dagen kruipen dichter naar D - Day. Op de valreep moet ik nog een pot Perpetuem (dat is een sportdrank ) aanschaffen en wat nodige spullen kopen. Al bij al valt het best mee. Ik ben steeds blij eens alles gepakt en gezakt is en die zorg uit m'n hoofd is.
Nog even over die Perpetuem: dat is een sportdrank waar zo ongeveer alles inzit wat je lichaam tijdens duurinspanningen nodig heeft. Ik kan er zelf niet oneindig op voort en heb onderweg ook solide zaken nodig. Daarom is mijn eetplan telkens opgebouwd rond een flesje perpetuem, gevolgd door meliwafels en clifbars, om tot slot de cyclus af te sluiten met een softflask gevuld met energiegels. Zo'n pakketje maak ik voor ongeveer 12 uur, goed voor een goeie1800 kilocalorieën. Daarna begint de cyclus opnieuw. De eigen voeding vul ik nog aan met de dingen die op de ravito's te krijgen zijn. Daar hang ik meestal aan de cola, zoute chips of koekjes, sinaasappels en bananen. Deze keer bleek ik ook verslingerd te zijn aan speculoosjes en kaas.
Achteraf bekeken had ik zelf te veel eten bij me. De ravito's volgden doorgaans relatief snel op elkaar en waren goed voorzien. Waardoor ik daar best genoeg energie kon steken om de helft van een etappe te overbruggen. Dat neem ik wel mee voor volgende keer en kan ik wie dit leest om meer te weten over deze trail als tip meegeven. Nu ja, niets zegt dat ik volgende keer niet weer te veel ga mee hebben hoor. Ik ben meestal té voorbereid: genoeg eten en een noodpakket, uitgebreide EHBO kit, warme laag en nood warme laag, voldoende batterijen en noem maar op. Ik heb nu wel geleerd dat ik zonder gek te doen best wat minder in die racepack mag steken. Nu dat nog geïmplementeerd krijgen.
Waar ik aanvankelijk nog redelijk gespannen was, merk ik dat de spanning de dagen voor de race zachtjes aan begint om te slaan in opwinding en berusting. Ik heb er zin in, zoveel zin. Mocht dat nog niet duidelijk geweest zijn. Het enige dat ik nu nog kan doen is genieten en gewoon mijn uiterste best doen. De avond ervoor is alles goed ingepakt en klaar. Ik hoef niet veel meer na te denken. Alles wat ik nog moet doen of kan vergeten net voor vertrek, staat op een af te vinken lijstje. Zoveel staat daar trouwens niet meer op. Het aftellen is nu echt begonnen.
Donderdag 8 september omstreeks 9 uur 's ochtends stap ik glimlachend de auto in en begin ik aan het ritje van een goeie 500 kilometer. Ergens rond half 3 in de namiddag kom ik aan en kan het laatste wachten beginnen.
Eerst en vooral zet ik naast de auto mijn tentje op. Vanaf 16 uur kunnen de nummers afgehaald worden en omstreeks 18 uur is er de pastaparty. Ik rol de slaapzak uit en plan om nog een uurtje of 3 te slapen alvorens naar het feestgebeuren af te zakken. Slaap pakken wanneer ik nog kan, denk ik. Daar lig ik dan in dat tentje te draaien te keren, te focussen op mijn ademhaling. Oordopjes in en slaapmasker op. Het heeft geen zin. Ik ben niet gemaakt om te slapen overdag. 's Nachts soms ook niet. Dan maar niet. Ik probeer straks na het eten wel nog even om te slapen, dat zal misschien beter lukken. Daar lig ik dan, alvast te genieten van het uitzicht op de cols, aftellend naar een beetje beweging.
Het afhalen van de startnummers gaat vlotjes. Er is ook nog niet zoveel volk. Ik heb wel een probleempje. De organisatie is terecht ecologisch bewust en wil afval en onnodige zaken vermijden waar dat kan. Tegenwoordig moet je alvast overal je eigen beker meenemen. Een goeie zaak en maakt echt een verschil als elke organisatie dit doet. Bij L'Infernal wordt ook gevraagd om je eigen eetgerei mee te hebben voor op de bases de vie. Daar was ik allemaal in mee en op voorbereid. Vandaar 1 van die last minute aankopen. Waar ik niet aan gedacht had, was iets heel stoms: veiligheidsspeldjes om de racenummers op te pinnen. Ook nergens te krijgen op het terrein. Gelukkig is het starterrein een klein dorpje waar niet enkel standjes met lokale streekproducten, sportvoeding, kookgerei, trailschoenen,... te vinden zijn. Er zijn ook enkele standjes met trailspullen. Ik wandel naar het eerste het beste, leg mijn probleem uit en vraag of ze iets hebben om mijn racenummer vast te maken. Ze hebben enkel een riem, waar ik doorgaans niet zo'n fan van ben. Maar goed, dat moet het maar doen. Ik krijg nog een mooie 'jij doet de 200 korting' en denk 'Hopelijk is dat het enige dat ik gemist heb.'.
Wat dat uit de grond gestampt traildorpje betreft: het is best charmant en gezellig. Naast een voetbalplein, waar de douches en toiletten te vinden zijn, staat er een grote reftertent waar we de pastaparty en late-night-snack zullen ontvangen. Pal aan de uitgang ervan staat een pop-up berghut-achtige bar die duidelijk mikt op veel volk en bediening langs alle zijden. Parallel met de reftertent en bar staan dan een allegaartje aan standjes. Eigenlijk is het een beetje een markt. Lokale prodcuten, kampeerspullen, trailschoenden, trailkledij en - uitrusting,... allemaal hebben ze er een plekje. Wanneer je daar voorbij wandelt komt je in de buurt van de startzone. Links de plek waar de nummers afgehaald en de dropbags overhandigd mogen worden. Rechts is er, op een verhoogd podium dat ingericht is met boomstronken en dergelijke, de finishboog en ontvangst. Te midden daarvan is de startzone. Die kom je in doorheen een tentje waar de kitcheck zal plaatsvinden. Eens daardoor sta je in het startvak met de imposante startboog.
De pasta party is wat het is: eten, calorieën wegwerken en dan rusten voor de uitdaging die eraan komt. Het is betrekkelijk stil in de eettent. Geen drukte van jewelste, geen luide gesprekken, geen gedoe. Na het eten keer ik terug naar de tent en leg alle spullen klaar die ik straks bij de start nodig heb. Dat klink als heel wat, maar valt best mee. Het begint met kledij. Hoewel ik ook al gehoord heb van een ultra die naakt te lopen is, is dat hier niet het geval. Dus best kledij aantrekken. Dan moet de rugzak, of beter gezegd 'racepack' ook klaar staan. Daar moet de waterzak gevuld zijn met water en elektrolyten. Het pakket met eten voor de eerste 60 kilometer kan ik ook alvast verdelen over de zakjes van de racepack. De eerste softfklask perpetuem wordt gemixt, terwijl ikzelf nog wat speculoosjes eet. Vervolgens leg ik de stokken, hoofdlamp, bril, windbreaker, handschoenen, muts, gps en riem met racenummer klaar. Tot slot steek ik nog mijn identiteitskaart, bankaart en wat geld in een kleine portefeuille en verdwijnt die in de racepack. Goed, ik denk dat ik alles wel klaargelegd heb. Nu kan ik proberen alsnog een dutje te scoren.
De aanpak is dezelfde als daarstraks: oordopjes in, slaapmasker op en me vooral niet druk maken. De slaap wil ook nu niet komen. Nu ja, dat is dan maar zo. Ik blijf hier lekker liggen rusten en wie weet val ik daarbij toch nog in slaap. Je weet maar nooit.
Waar die slaap niet wil komen, besluiten de darmen in de bres te springen en me bezig te houden. Uit het niets krijg ik ineens stevige buikkrampen. Als in een komische act sukkel ik zo snel ik kan uit mijn slaapzak en ram ik mijn schoenen aan. Ik struikel net niet uit mijn tent om in allerijl de toiletten op te zoeken. Dat ook nog! Wel ja, liever nu dan aan de start zeker? Het toiletbezoek duurt lang. Meer zal ik jullie besparen. Daar, gezeten in een Dixi, vraag ik me af of dit een slecht voorteken is.
Rond iets na 11 uur 's avonds is het zover! Ik zet aan richting de startzone. Eerst nog even een koffie en brioche scoren. Daarna gaat het richting kitcheck. Ik hang wat rond in de startzone om de sfeer vast te pakken en te zien wat er allemaal gebeurt. Er is daar veel volk bezig! Vrijwilligers die gebrieft worden voor de kitcheck, een arsenaal aan cameramannen en fotografen, enthousiaste presentatoren en daartussen dan een handjevol trailers. Die herken je niet enkel aan hun uitrusting, ook aan de blik in hun ogen. Het avontuur wacht!
Ik sta daar maar wat te staren naar het grote scherm als ik plots verblind wordt door de flash van een smartphone. Het is iemand van de organisatie. "Jij zit al in je bubbel?". Moeha, dat klopt een beetje. Of hij me wat vragen mag stellen? Natuurlijk! Ik zie nog altijd niets met dat licht in mijn ogen. En antwoord beleefd op de vragen. Of het m'n eerste keer is, van waar ik ben, of ik bang ben voor de afstand,... Twee minuten later staat er plots 1 van de presentatoren naast me. Ik wordt ineens gebombardeerd tot internationale concurrent en mag nog wat vragen beantwoorden. Het is daar wel gezellig zo! Ik wordt meegetroond naar de kitcheck. Dat is wel handig. Daar mag ik nog wat vragen beantwoorden terwijl ik de verplichte uitrusting bovenhaal. De sympathieke kerel aan de kitcheck stelt me nog een laatste keer gerust: je hebt tijd, loop je gewoon niet kapot op de afdalingen. Daarna schuif ik door naar het startvak. Middernacht is weer een beetje dichterbij.
Eenmaal in het startvak krijgen we een eerste voorproefje van het weer dat we mogen verwachten. Vanuit het niets steekt de wind op en begint het hevig te regenen. Iedereen haast zich onder de tentjes. Daar staan we dan opeengepakt als sardientjes die zich opmaken voor de lange tocht.
Ik heb op dat ogenblik enkel een windbrekertje aan. Nog niet zozeer voor de wind, maar die houdt ook een warm luchtlaagje rond me. Het heeft geen tweede denkronde nodig om die te vervangen door de regenjas. Die regenjas zal de rest van het trailfeest maar weinig terugkeren naar de rugzak. Het weer zal immers tot zaterdagmiddag een bijkomende uitdaging worden.
Bij het inpakken thuis twijfelde ik nogal wat. Aanvankelijk ging ik uit van een Indian Summer trailtje. Tot ik dan de laatste weersvoorspellingen erbij nam. Het werd duidelijk dat het nat en winderig ging worden. In welke mate, dat was een lastige. De bovengrens voorspelde in elk geval alvast bar weer. Nu heb ik een aantal regenjasjes, net niet met bijpassende sjakosjes. Zo eentje voor het geval je in een kort maar hevig stormweertje terechtkomt. Eentje voor als het veel en nog meer dan veel gaat regenen. Eentje voor als het alleen maar hevig gaat regenen en stormen. En ja hoor, dan is er nog eentje: die is voor de Apocalyps en de Ark van Noah. Aanvankelijk had ik de, ook letterlijk, meest lichte regenjas ingepakt. Door de band zou het weer meevallen: matige regen en wind. Tenzij dus die bovengrens van de voorspellingen het zou halen. Dat zou windkracht 5 en stevige regen betekenen. Jullie raden het al: de bovengrens heeft zich zwaar gemanifesteerd. Vooral vrijdagochtend tot zaterdagmiddag was het een uitdaging en vechten tegen de elementen.
Nu goed, dat wist ik nog niet aan de start. Wanneer de regen mindert, druppelen de ongeveer 160 ultraliefhebbers mondjesmaat naar de start. We worden nog een beetje opgehitst alvorens de vertrouwde '10 9 8 7 6 5 4 3 2 1' geschreeuwd worden. Onder luid gejoel en applaus huppelen we onder de starboog door. Een kolonne vrijwilligers, supporters en sympathisanten moedigt ons enthousiast aan terwijl we in het donker voorbijlopen aan het helblauwe neonlicht dat het woord L'Infernal uitdagend de nacht in stuurt. In mijn hoofd speelt ergens het deuntje "Exit light. Enter Night. Take my hand. We're off to never never land." Het is weer prijs: THE GAME IS ON!
Mentaal is deze trail ietsjes makkelijker dan wat ik gewoon ben. OK, het zijn veel kilometers en veel hoogtemeters. Dat wel. De ravito's volgens elkaar daarentegen snel op. De grootste afstand tussen 2 ravito's is 19,5 kilometer en zo zijn er maar 3. Voor alle andere variëren de afstanden tussen 7,7 en 16,6 kilometer. Nu ja, dat hadden jullie wellicht al in dat tabelletje hierboven gezien. Om maar te zeggen: je komt best snel op een ravito met eten, warmte, mensen,... Dat maakt een wereld van verschil. Want je tankt dus ook snel emotioneel bij. Als ik naar mezelf kijk, was dat ook telkens ruim voor het nodig was. Wel ja, met uitzondering van de etappe van Le Haag (top van de Grand Ballon) naar Le Drumont én het drieluik van de finale. Die waren hard. H.A.R.D.
Om de redenering van dat bij tanken nog af te maken: bij bijvoorbeeld een Legends Trail kan er 40 of 60 kilometer tussen 2 bevoorradingen zitten. Dat is lang. Voeding en vocht kan je voorzien. Maar als je in een dip of 'bad batch' zit zonder uren lang iemand te zien: tja, dat kan heel uitdagend en zwaar zijn.
Er zijn in totaal 15 etappes te overbruggen. Ik ga ze hieronder een beetje proberen samenvatten op basis van de grote tussenstops: de zogenaamde 'Bases de Vie'. Die zijn te Bussang, te Saint Amarin en te Cornimont. Na Cornimont gaat het dan naar de finish. Respectievelijk op 60, 99, 144 en 206 kilometer.
Heb ik al gezegd dat ik intussen goed en wel vertrokken ben? Juist ja, die regenachtige start is al enkele paragrafen geleden.
De eerste 20 kilometer richting Le Syndicat gaan best vlot voorbij. Het gaat al mooi op en neer. Dansende lichtjes onder een verkwikkende sterrenhemel. De eerste 1000 hoogtemeters zijn al verteerd wanneer we aan de ravito aankomen. Een eerste stukje beschaving dat de nacht oplicht. Ik heb nog niet echt mijn ritme gevonden, maar heb niet te klagen. De ravito is ondergebracht onder een houten afdakje. De vrijwilligers zijn druk in de weer met het vullen van bekertjes en softflasks. Ik blijf er niet te lang hangen. Ik zit mooi op schema en weet dat ik vooral nu moet kapitaliseren op tijd.
Snel verdwijn ik terug de nacht in, op weg naar de Col des Hayes. Alwaar de eerste meer stevige klim geduldig wacht op onze nog frisse beentjes. Een beetje van die frisheid zal ik stap voor stap als een kruimelspoor achterlaten. Je moet het pad af en toe ook wat teruggeven. Zolang het geen bloed vraagt, geef ik graag. Wel ja, een beetje bloed, dat kan er ook nog wel af. Het is nog steeds donker en de paden beginnen steeds meer richting het echte werk te gaan. Er passeren alvast een paar uitdagende single tracks en ik voel dat dit een ander spel is dan ik gewoon ben.
Ergens onderweg lijkt het mis te gaan. Ik voel me niet zo lekker en wat zwakjes. Het is vreemd. Ik ben amper 30 kilometer ver en er lijken al wat moeren en bouten los te komen. Eerst denk ik nog 'Tja, dat is dan wellicht de prijs voor al dat gefeest afgelopen weken. Bereid je maar voor om dieper dan diep te gaan.' Maar het klopt niet. Ergens rond kilometer 35 valt de spreekwoordelijke Frank. Ik rits een meli-wafeltje open omdat ik denk dat ik misschien nu al moet schakelen naar solide voeding. Daar is het dan: een kurkdroge mond en geen speekselproductie als ik in die wafel hap. Hoe idioot van me om niet daaraan te denken! Het is niet zo warm en ik heb nog niet echt veel gedronken. Ook niet echt dorst gehad, wat dat betreft. Van al dat klimmen ben ik wel serieus aan het zweten. Laten we ook niet vergeten dat ik voor de start 3 kwartiertjes op de pot doorgebracht heb en daar ook wat vocht verloren ben. De analyse is snel gemaakt: gedehydrateerd. Poepsimpel en redelijk dom. Een half uurtje later ben ik erdoor en verlies ik de vochthuishouding niet meer uit het oog. Zowel vocht - als voedingsgewijs heeft deze trail meer dan anders gevraagd. Ik heb nog nooit zoveel gegeten tijdens een ultra als deze keer. Ik weet hoe dat komt: ten eerste vroeg deze fysiek een pak meer en ten tweede heb ik ook nooit op m'n lauweren gerust: ik ben steeds blijven gaan zo matig hard en soms ook zo hard als ik kon. Want ja als je alleen maar hard hard gaat, dan kom je er niet. Ik toch niet.
Ik ben nog aan het bekomen als ik op de ravito van de Col des Hayes aankom. Ik ben er ook wat later dan gepland. Dat is OK. Ik heb wel wat marge in mijn hoofd en weet dat de volgende 2 etappes een ietsje minder zwaar zullen zijn. De ravito is ondergebracht in een soort schuurtje. Er staat een grote houten tafel met bankjes en stoelen rond. Op tafel staat een arsenaal aan calorieën en er is ook soep. Goed, die soep die ga ik wel kunnen gebruiken. Het is ook best koud geweest, dus alles wat helpt wat op te warmen is welkom. Ik blaas een kwartiertje uit alvorens opnieuw aan te zetten. Intussen is het goed en wel licht. Zonnig, dat niet. Het is een grauwe ochtend. De hemel toont zich in een tergend grijs en er hang mist in de vallei. Het heeft wel iets. Nu ja, alles heeft altijd wel iets als je in zo'n prachtige omgeving mag rondhuppelen.
Het is rond de middag als ik in Bussang arriveer. Dat is eigenlijk een ontgoocheling. Bij een base de vie had ik me voorgesteld dat het een indoor gegeven zou worden. Zeker gezien het roadbook een foto van een mooie chalet toonde. Het blijken 2 partytentjes te zijn waar niet iedereen onder kan. Intussen is het ook nog lekker aan het regenen. Tot zover het eventjes uitblazen, kledij vervangen, lekker eten enzovoorts. De regen drupt tussen de partytentjes door en als klap op de vuurpijl besluit 1 van de vrijwilligers even een regenbommetje te droppen waardoor dan ook de halve tafel onder water staat. Goed, ik ben hier voor de uitdagingen en die kunnen van alle kanten komen. Ik besluit er niet te veel bij stil te staan, te doen wat ik moet doen en snel weer aan te zetten. Het is wat het is.
Een uurtje later ben ik weer op pad. Dat komt vooral door m'n horloge. Die besloot om te 'freezen' wanneer ik terug wilde vertrekken. Ik probeerde nog even om via de kabel terug te herstarten, maar helaas. Ze gaf finaal forfait. Wat een moment om dat te doen! Ik gebruik dat beestje om te navigeren en van alle mogelijke loopjes, laat ze me nu stikken. OK, de trail is bepijld. Maar als je in de mist en slagregen je weg moet zoeken is het wel handig om een back up te hebben. Gelukkig heeft mijn back up ook een back up. Ik neem standaard bij dergelijke uitstapjes ook de GPSMAP mee. Vanaf dan moet ik daar dan maar op vertrouwen. Een geluk dat ik de tripcomputer op 0 zette voor ik startte en de GPSMAP me ook accuraat kan vertellen hoe lang ik bezig ben, hoever ik nog van de finish verwijderd ben, waar ergens in het aantal hoogtemeters ik zit en vooral of ik nog 'on course' ben. Back ups en back ups voor de back ups.
Het is feest! Al snel na het vertrek gaat het omhoog en omhoog en omhoog en omhoog en... Het is een andere wereld. De regen miezert op het ritme van de wind en dat ritme is toch wel stevig. Langs groene single tracks gaat het omhoog. We lopen nu echt het domein van het Vogezenmassief in en klauteren voorlopig vooral op en weinig neer in de streek van de Ballon d'Alsace. Het is prachtig. De groene weides, de eindeloze weg naar boven, de grauwe hemel. Het deert niet. Het trailfeest is in volle gang! De wind waait krachtig, de regen volgt gedwee en ik dein mee op het ritme. OK, het is niet de Indian Summer waarop ik hoopte. Dat niet. Maar mensenlief: het voegt alleen maar meer aan het gevoel van een echt avontuur toe! Halverwege de etappe volgt er een kuitenbijtende traktatie in de vorm van het opklimmen van een zwarte piste. Ja, die kan je als organisator toch niet links laten liggen? Eventjes later volgt een hobbelende afdaling om dan weer een klim van jewelste voor de kiezen te krijgen. Gauw nog eventjes 400 meter omhoog ploeteren om net niet leeg en buiten adem in de ravito aan te komen. Waar ik aanvankelijk plande weer snel voort te maken, moet ik me daar toch even op een bankje tegen de muur zetten. Uitblazen en uitblazen! Wat een etappe!
Na de ravito gaat het eerst nog even naar boven. Tot op de top van de Ballon d'Alsace. Wat een plek! Een kleine vlakte met een eindeloos uitzicht. De wind waait er best stevig en ik mis even een afslag. Gelukkig heb ik dit snel door en keer op m'n stappen terug. De eerste afdaling kan beginnen! Het gaat helemaal naar beneden tot de bodem van de vallei. Daar ligt het meer van Alfeld. Ergens onderweg begint het weer een beetje harder te regen. Een beetje maar. Het begint ook een beetje meer donker te worden. Ook een beetje maar. Iemand is de scène aan het klaarzetten voor de volgende act: 'Open de Sluizen'.
Ik loop nu op de bospaadjes langs de col, onder hoge bomen. Hun wortels vertakken zich onder en over het pad. Als lange vingers grijpen ze naar houvast om de bomen te verhinderen de afgrond in te tuimelen. Mijn voeten draaien overuren: net niet tapdansend ga ik vooruit tussen al die schijnbare onbeduidende obstakeltjes. Uit het niets knalt er plots een luid rollende donder in mijn oren. Onweer? Dan zal ik maar even tellen hoe lang er tussen de bliksem en het donderen zit. Het bliksemt en nog voor ik '1' kan denken, klettert de hemel opnieuw oorverdovend luid met donder. Oeps, dat is hier vlak boven. Goeie zaak dat ik naar beneden moet! Met die tweede reeks donderslagen komt er nog een extra speciaal effect bij: de act is begonnen en de sluizen gaan open. Niet zomaar open: iemand heeft de stop eruit getrokken! Zelfs onder die bomen is er geen ontkomen aan. Wat een weer! Het water stroomt overal. Het lijkt zelfs uit de grond te komen. Ik moet de mouwen van m'n regenjas afdichten omdat het zo hard gaat dat het water letterlijk m'n jas binnenstroomt. Op de grond ontstaan beekjes en stroompjes. Wat is het volgend stukje waar ik doorheen mag? Inderdaad: lekker gladde, losse, dikke stenen tot gans beneden. Ik hou even halt. Wat doe ik ermee? Het onweer uitzitten of doorgaan? Uitzitten daar heb ik echt geen zin in. Wat als dit zo nog lang doorgaat? Beter gewoon erdoor en hopen dat het snel stopt. Ik trek de kap van m'n regenjas nog ietsje harder aan en begin de verdere klim naar beneden. Dat gaat en dat gaat zelfs goed! Wat een avontuur! Voetje hier plaatsten, stokje daar positioneren, sprongetje naar hier maken en steeds goed uitkijken. Tegen dat ik beneden ben is het onweder er ook mee gestopt. Eens ik beneden ben, denk ik :'Wauw, dat heb ik echt goed...'. Nog voor die gedachte af is, schuif ik uit over een steen en land ik lekker hard op mijn knie. Karma. Dat hoort er ook bij.
Ondertussen zitten er 88 kilometers van het parcours op. Dat is alvast goed geweest voor 4500 hoogtemeters. Nog een goeie 10 kilometer en ik kom op de volgende base de vie aan. Ik ben intussen bijna 19 uur bezig en het is dus om en bij de 19u00 's avonds, vrijdag. READY FOR THE WEEKEND! Het daglicht zal zich weldra beetje bij beetje terugtrekken en plaats maken voor de mooie sterrenhemel. Het is al een zalig dagje geweest. Door bossen, open vlakten, groene weiden en allerhande prachtige stukjes natuur mogen lopen. Hoewel het zwaar is, kan ik het vakantiegevoel niet echt negeren. Ik amuseer me en geniet alleen al van het feit dat ik het geluk heb dit te kunnen en mogen doen. Doorheen de dag heb ik ook al een aantal leuke mensen mogen ontmoeten. Met sommigen deed ik haasje over of mocht ik een stukje samen lopen. Stuk voor stuk Fransen die uit de verschillende delen van het land komen.
Omstreeks half 12 's avonds kom ik dan aan te Saint Amarin, de tweede base de vie. De weg erheen was best pittig: opnieuw over een 'col'. Deze keer was dat de 'Col de Rimbach'. Kunnen jullie nog volgen? Intussen is het ook al een paar uur donker. Ik wachtte zo lang ik kon om de hoofdlamp aan te zetten en te genieten van het dimmende licht. Onder de bomen is dat echter geen optie. Na de eerste teenstoot tegen een wortel en vervolgens net niet in de kant te stuiken, gaat die aan. Te Saint Amarin slaag ik er eerst ook nog in om voorbij de base de vie te lopen. Het is misschien gewoon tijd voor een pauze? Gelukkig wordt ik na de misser snel de juiste richting uitgewezen. De base de vie is op het tweede verdiep van een relatief groot gebouw, waar ook het 'office de tourisme' is. Nog snel even enkele trappen op en mijn racenummer kan weer gescand worden. Pauze!
Ik heb m'n eigen slaapzakje mee en zet aan richting de veldbedjes die ter beschikking staan. Nu moeten jullie weten dat gans dat boeltje heel gecentraliseerd was. Daarmee bedoel ik dat het 1 grote ruimte was waarbinnen industriële keuken, eetgelegenheid, dropbaggebeuren, medische beslommeringen, massagetafels en slaapgebeuren dienden plaats te vinden. Een regelrechte ramp voor ondergetekende. Ik heb duisternis en stilte nodig om te kunnen slapen. Nu ja, dat of een paar Duvels. Aan die Duvels durfde ik me wel niet wagen. Dus daar lig ik dan, te midden van al dat gebeuren, keihard mijn best te doen om de slaap te laten komen. Naast mij staat iemand te roepen naar de andere kan van de zaal. Dat helpt niet. Het hoort er evenwel bij. Blijven ademen en focussen op die ademhaling! Ik zak weg en schiet weer wakker, zak weg en schiet weer wakker en zo gaat het door en door en door. Ik besluit in elk geval te blijven liggen. Platte rust is ook rust. Uiteindelijk houd ik het niet meer, dat schipperen tussen wegzakken en wakker schieten. Ik wordt er letterlijk kotsmisselijk van. Dat wordt een spurtje naar de toiletten, een paar trappen lager. Ik denk dat ik m'n maag er ga uitgooien. Tegen dat ik er ben is het evenwel weer weg. Oef! Maar slapen zit er niet meer in. Een kleine domper, geen grote: ik weet dat ik dit kan. Hopelijk.
Ik zoek m'n plekje aan tafel weer op, neem m'n lijstje erbij en begin het af te werken. Ondertussen eet ik ook iets. Ik heb de keuze tussen rijst met bolognesesaus of rijst met passata. Het wordt de passata. Die bolgonesesaus vertrouw ik even niet. Er staat ook nog een arsenaal aan chipjes, koekjes, salami en kaas. Eigenlijk kon daar best een Duveltje bij, denk ik dan? Nu goed, dat is voor later.
Vol goeie moed vertrek ik te Saint Amarin. Het duurt niet lang of de vale straatverlichting verdwijnt volledig. Voor ik er erg in heb sta ik weer in volledige duisternis. Het pad naar boven lijkt eerst niet zo moeilijk. Het is een breed niet, geasfalteerd, wandelpad. Hier en daar is het wel even ploeteren. Op papier lijkt die klim lang en traag stijgend. In de praktijk gaat het regelmatig eventjes meer dan 20% omhoog en eenmaal zelfs meer dan 30%. Het is, hoe kan het ook anders, ook dat stukje dat ik 2 keer mag doen, omdat ik aan de navigatie twijfel. Maar goed: dat is nu ook geen ramp, zolang ik vooruit blijf gaan. In de mist en regen lijkt het eindeloos lang te duren. Terwijl de wind aan m'n regenkledij rukt en me nu eens zijwaarts, dan weer achteruit probeert te duwen; hamert de regen onophoudelijk. Het is nogal wat. En ook wel anders dan ik me had voorgesteld. Hoe mooi zou die klim bij daglicht en onder een stralende hemel wel niet geweest zijn? Daar zal ik eens voor moeten terugkeren. Vannacht houden we het bij guur en puur. In de verste verte zie ik lang geen lichtpunt of iets dat de komst van de ravito moet aankondigen. Het is tot pas een tiental meter voor de ravito dat het duidelijk wordt dat ik er ben. Ongeveer 1 uur en 45 minuten heb ik er over gedaan, als ik het me juist herinner. Hoewel dat niet lang lijkt, is dat toch wel een eindeloos lang tochtje omhoog geweest.
Opgelucht en blij stap ik de herberg bovenaan die grote ballon binnen. Warm, gezellig en stilletjes is het er. Toch om een ravito te zijn. Op de vrijwilligers na, die enthousiast en druk in de weer zijn, zit iedereen rustig op een bankje of stoel. Ik nestel me op een bankje en neem dankbaar een getoaste boterham met een vingerdikke kaaslaag in ontvangst. Specialiteit van het huis!
De ravito zit er best gevuld bij. De bankjes zitten vol en rechtover de toiletten liggen er mensen te slapen. De rust en stilte is een stukje ingegeven door de nacht, het weer en de stevige klim. Het is even op adem komen en mentaal een knopje terug goed draaien om in dat weer verder de nacht in te gaan. Er is ook dat andere stukje van de rust en stilte: op dit punt twijfelen sommigen om verder te gaan en hebben anderen al beslist nu uit te stappen. Vooral omwille van het weer. Er worden wat mopjes heen en weer gemaakt, want er zitten meer mensen die niet meer willen vertrekken dan wel. Wanneer ik 's ochtends op de volgende ravito aankom hoor ik dat er meer dan 60 mensen uit de race gestapt zijn die nacht. Dat was even schrikken! Dat is echt niet min op 160 starters.
Terwijl ik daar zit te herbronnen en aan te sterken voor het volgende stuk maak ik hier en daar een praatje. Onder andere met een Noord - Fransman die ik onderweg al een paar keer tegenkwam. Ook hij gaat hier uitstappen. Hij ziet het niet meer goedkomen in dat barre weer. Als dat weer zo blijft zit snelheid maken er niet in, want met amper zichtbaarheid is dat levensgevaarlijk. Hij moet ook maandag op zijn werk zijn en had gehoopt veel sneller te kunnen racen. Ik argumenteer nog dat het weer onvoorspelbaar is en ook in de goeie zin kan keren, er nog volgende ravito's zijn om uit te stappen en beslissen om te stoppen op een ravito nooit een goed idee is. Er is evenwel geen omkeren aan: einde race voor hem en hij lijkt opgelucht wanneer hij het nog eens zegt. Zucht, ben ik dan zo'n idioot dat ik wel verder wil, dat dat weer me eigenlijk geen zak kan schelen en ik het echt stap voor stap, etappe per etappe, euvel per euvel pak? Ik denk het niet. Echt niet! Ik ben er om te gaan tot ik er ben of ik niet meer kan. Ik kijk ernaar uit om de nacht in te duiken en verder op avontuur te gaan. Ik hoop wel dat het weer bijdraait, dat wel. Maar het is geen must.
Ik zal een kleine 5 uur over deze etappe doen. Dat lezen jullie correct: 19 kilometer en 5 uur. Niet omdat ik lui ben. Het is gewoon best hard. De afdaling is immers helemaal geen eitje of lekker cruisen deze keer. Ze vraagt al mijn aandacht, al mijn energie en al mijn spreekwoordelijke 'ballen'. De regen, de wind en de mist maken vooruitgaan een opgave. Ik wil ook niet gek doen of risico's nemen met die beperkte zichtbaarheid. Ik wou echt dat ik kon vertellen over het mooie uitzicht op en rond 'Le Grand Ballon', over de wijde landschappen, de eindeloze hemel en het 'top of the world' gevoel. Dat zal voor een volgende keer moeten zijn. De zichtbaarheid is 'nougabollen' en het is focussen op de voeten en twee eerstvolgende meters. Dat gaat moeizaam. Toch heb ik er geen erg in. Ik zit in een flow, midden in het avontuur. Het is nacht, tijd werkt anders dan. Soms kan die tergend traag gaan. Nu ben ik evenwel niet bezig met die tijd. Tijd heb ik. Ik moet enkel denken aan vooruit gaan en af en toe wat eten en drinken. Zo gaat het. Af en toe wordt ik uit mijn bubbeltje opgeschrikt door lichtflitsen. Dat is dan de reflectie van mijn hoofdlamp in mist - of regendruppels. Ik schiet er wel elke keer goed wakker van. Wat een goeie zaak is. Het harde werken om af te dalen, is beginnen te wegen. Wel ja, eigenlijk begint het gebrek aan slaap te wegen. Wanneer het even wat minder regent, besluit ik een klein dutje te doen. Gewoon 10 minuutjes langs de kant. Dat moet lukken, toch? Wanneer ik een bankje passeer, waag ik mijn kans. Ik zet een timer en daar ga ik. M'n ogen zijn amper dicht als de regen al terug stevig aandikt. Hopla, opnieuw klaar wakker! Dan maar niet. Meer geluk volgende keer. Die volgende keer? Dat zal pas ergens zaterdagavond zijn. Daglicht is een krachtig iets en eens dat er is, kan je doorgaans de wereld opnieuw aan. Hoera voor de zon!
Enkele uren na mijn vertrek te Le Haag, begint de mist uit te dunnen en het pad vlakker te worden. Het zwart van de nacht begint ook weg te trekken en de paarsblauwe schemering zet in. De regen zwakt ook opnieuw wat af en verandert in een niet aflatend gemiezer. Zo begint het tweede stukje van deze etappe, de klim naar Drumont. Ondanks het weer is het een fijn stukje parcours, met veel groen, bosjes, mosjes, grasvlakken en redelijk beloopbare paden. Tot het terug stevig omhoog gaat, is dit even uitblazen.
Daar in dat schemerige ochtendgloren, tussen al dat groen, huppel ik gedwee voort. Ik zou willen zeggen 'als een bronstige reebok die vol vertrouwen helpt bij het breken van de dag'. 'Als een uitgeregend en uitgewrongen kalf dat voor de eerste keer goed en wel op z'n poten probeert te staan' doet de realiteit evenwel meer eer aan.
Na een vijftal uur ploeteren is hij er EINDELIJK! Ravito Le Drumont. Een gezellige tent te midden van onvoorspelbare windvlagen. Binnen is het een gezellige boel. Er zijn enkel vrijwilligers, geen collega trailers. Ik krijg een warme fles water aangereikt om m'n handen op te warmen. Die neem ik, met m'n bijna gevoelloze en rimpelige vingers, graag in ontvangst. Terwijl ik me ontferm over een resem speculaaskoekjes en briocheboterhammen mét confituur hang ik de flauwe plezante uit. Ik ben blij dat ik daar ben. Gewoon daar, even in het moment. Eventjes warm en beschut. Oef!
Iets meer dan 31 uren zijn er verstreken sinds de start. 126 kilometer zijn er onder mijn voeten gepasseerd. Talloze hallucinaties hebben me gezelschap gehouden. Oneindige dankbaarheid voor elke stap verder in dit avontuur heeft me aangevuurd. De laatste kilometers heb ik het toch al wat zwaar gehad. De rust van de ravito is even meer dan welkom! Elke keer ik lach voel ik de energie terug meer en meer stromen. Ik ben bijna klaar om weer door te gaan. Bijna. Ik zit ongeveer 3 uur achter op mijn zogenaamde plan van aanpak. Dat is nog steeds AOK. Dat plan diende toch vooral om me door de eerste etappes te pushen. Ik weet dat ik nu ruimte heb. Tenzij er iets stuk gaat. Maar dan nog. De tijd staat deze keer aan mijn kant.
Plots is ze daar dan: dé zwarte piste. Dat dingetje ziet er wel steil uit, echt steil! En wat is dat ver naar beneden! Goed, hier ga ik. 1 2 3 en hup: voluit onderuit! Ik heb nog geen 2 stappen gezet of mijn benen vliegen van onder mij en voor ik het weet schuif ik een goeie 20 meter verder naar beneden, tot een hobbel in het terrein me afremt. OK, dit wordt geen makkie. De piste is door en door nat van de regen en spekglad. Zo goed en zo kwaad ik kan probeer ik naar beneden te geraken. Echt gerust ben ik er niet in. Nu goed, beneden geraken moet ik sowieso. Dus daar ga ik dan. Kruipend, schuivend, glijdend en hier en daar komen er ook mijn voeten aan te pas. Achter me duiken er andere trailers op. Eerst eentje en dan meerdere. Ik vraag me af van waar die ineens komen. Het blijken trailers van de 130 kilometer te zijn. Hier is het de eerste keer dat onze paden kruisen en vanaf dan zullen we elkaar af en aan tegenkomen. Uiteindelijk raak ik beneden. Zonder kleerscheuren? Dat niet. Mijn regenbroek hangt in flarden achter me aan. Die is duidelijk niet gemaakt om te schuiven.
Te Cornimont is het een drukte van jewelste. De base de vie is in een sporthal en best goed georganiseerd om zo druk te zijn. Het is de rusthaven voor zowel trailers van de 200 als van de 130 kilometer. Dat is eraan te merken. Het is zoeken naar een vrij plaatsje en een beetje plek om de routine af te werken. Wat me opvalt, is dat er redelijk wat tafels, zo van die lange picknicktafels met bijhorende bankjes, zijn waar dan 1 trailer aan zit, omringd met een hoop van diens sympathisanten. Dat is iets dat mijns inziens een beetje beter geregeld kan worden. Ofwel zorg je echt voor genoeg plek en doorstroom ofwel stel je regels op zodat je als trailer tenminste niet moet staan wachten of niet even kan zitten om te eten, aanvullen, enzovoorts. Ik zie een plekje en vraag aan een collega loper die de 130 doet of het OK is of ik me er installeer. Wanneer hij zegt dat ik wel genoeg zitplek voor zijn vriendin moet laten, denk ik eerst nog 'Geen probleem, tuurlijk!'. Tot ik vaststel dat ze zelf niet aan het trailen is. Tot zover de collegialiteit. Goed, daar ga ik nu geen energie aan verspillen. Daarenboven: niemand denkt nog 100% helder na een nacht doorlopen, dus kwaad kun je daar ook al niet om zijn.
De schoenen gaan uit. Zalig! Ik haal er direct ook de zooltjes uit. Daar gaan straks andere, droge in. Wanneer ik m'n kousen uitdoe zie ik dat mijn voeten er nog best goed uitzien om al zoveel nattigheid te hebben moeten verduren. Ik droog ze even af en besluit ze voor de zekerheid in te smeren met wat Gehwol. Ze zien er wat verrimpeld uit en hier en daar voel ik wel wat ontluikende hotspots. Tapen is verre van nodig, maar een beetje extra zorg kan nooit kwaad. Vervolgens gaat het naar de sanitaire blok: alles uit en verse droge kleertjes aan. Ook al zullen die al snel weer nat zijn, het mentale effect duurt langer dan dat. Zo ongeveer 5 seconden. De gsm gaat aan de lader, de batterijen in de GPS worden vervangen en ik ga om eten.
Er zijn mini - pannenkoeken! Graag zo eentje met choco, alstublieft! Eentje maar? Ja hoor, eerst zien hoe die landt met al de rest. Tussendoor laat ik ook het thuisfront weten dat alles goed gaat. Dat doe ik via spraakberichtjes. Niet alleen vraagt typen te veel tijd en moeite. Het is gewoon niet makkelijk op mijn trail - gsm. Sinds ik tijdens mijn eerste Legends Trail een gsm naar de petoeten kreeg, neem ik voor de gekkere uitstapjes een klein, bulletproof en zeer performant gsm'etje mee. Voor wie ook op zoek is: Uniherz Atom. Degelijk en betaalbaar. Dat gezegd zijnde. Ik laat het thuisfront weten dat ik OK ben en ik lieg er niet om. Ik ben ook oprecht opgelucht en blij dat het zo goed gaat. Want ik had toch redelijk wat schrik voor ik aan de start stond om hoe ik het ging verteren. Niet alleen stond ik er niet op mijn beste op. Ik maakte me ook zorgen om hoe die enkel het zou doen tijdens dit avontuur. Uiteindelijk ben ik een goeie 4 maand verder na het afgescheurde ligament. Ondanks het kleinere succesvolle testje tijdens de La Chouffe Trail (dat verhaal ligt ook klaar, maar eerst wilde ik toch dit finetunen en loslaten) en het goeie gevoel kan ik niet in mijn voet zien. Ik kan alleen maar hopen dat het allemaal zo OK is als het lijkt. Eerlijkheidshalve moet ik er ook bij vertellen dat ik half augustus op een festival in de moshpit mijn borstkas zowel links als rechts gekneusd had, alsook mijn rechterheup. Kermis is een geseling waard. Dat wel. Die borstkas was al een pak beter, maar niet helemaal. Die heup dat is iets anders: die voel ik vandaag nog steeds. Dus ook daar maakte ik me wel wat zorgen of het me zou parten spelen. Gelukkig hebben die pijntjes na de eerste nacht allen stilletjes gezwegen. Het meest frappante is dat ik daarna ook niets meer gehoord heb van mijn borstkas. Dat pijntje was definitief weg. Tot ik recent eens mooi over het stuur van m'n fiets stuikte. Dan bleek dat toch nog niet geheel weg te zijn. Nu ja, je hebt zorgen en zorgen. Waar ik echt mee in mijn hoofd zat was de angst om, net zoals tijdens afgelopen Legends Trail, die onverbiddelijke pijn aan mijn hielen te krijgen. Dat was eigenlijke het enige waar ik echt bang voor was. Mijn rechterhiel blijft af en aan gevoelig. Ook hier bleek evenwel geen enkel wolkje aan de ultrahemel. Het gaat me met andere woorden eigenlijk best wel voor de wind. Jullie hebben geen idee hoe dankbaar ik daarvoor was!
Daar gezeten, aan dat tafeltje te Cornimont, maak ik de balans op. Ik wil eigenlijk zo snel als mogelijk weg uit die base de vie. Het is er echt te druk en te lawaaierig voor mij. Aanvankelijk wilde ik hier wat langer blijven plakken, maar dat zal ik dan wel elders doen. Ik heb het zo niet op het grote en drukke gebeuren. Geef mij maar de kleine start, de knusse checkpoints en het gevoel los van de wereld te zijn. Tussen mijn mijmeringen door raak ik aan de praat met Benoît. Hij is intussen ook aan de tafel komen zitten. "Jij doet ook de 200 hé?" "Ja, wat een nacht!" "Inderdaad, heftig. Ik hoorde in Drumont dat er meer dan 60 mensen uit de race gestapt zijn. Respect voor iedereen zijn keuzes. Maar ik ben hier wel om te finishen". "Ha, ik ook. Ik stop niet!". "Hier van 't zelfde. Wel ja, tenzij ik gedwongen wordt om te stoppen". Toffe kerel, toffe mindset en achteraf bleek het ook een stevige bikkel te zijn. We lopen vanaf dan af en aan stukken samen om uiteindelijk het infernale sluitstuk samen door te zetten. Voorlopig maken we ons daar nog geen zorgen om. De eerste zorg nu is: wat aantrekken? Het is weer heviger aan het regenen. Dus ja, laten we maar een warmer laagje en toch die regenjas er opnieuw bij nemen. Die regenjas is nog niet volledig opgedroogd, maar goed die zal ook snel terug nat zijn. LET'S GO!
Het vertrek te Cornimont voelt wat stroef. Mijn beentjes moeten eerst wakker worden. Ik wandel het stadje uit en begin zachtjes aan te lopen. De regen lijkt het plots op te geven en maakt plaats voor, wat een verademing, een stralend zonnetje. De eerste stop is snel een feit: regenspullen uit en mouwtjes opstropen. De etappe zelf is kort, een achttal kilometer, maar wel stevig. Het is vooral klimmen en 'technische' stukjes afhaspelen. Dat is de speeltuin waar ik hier voor ben. Een stukje van de etappe staat bekend als Les Petites Alpes. Dan weet je ook hoe laat het is. Onder dat warme zonnetje gaat het op en neer doorheen mooie bossen en af en toe mag er eens een stukje naar beneden geracet worden. Hoe fijn is het toch als de zon mee op de kar springt!
Een kilometer voor de ravito komt er iemand van de organisatie me tegemoet gelopen. Hij is op zoek naar een medetrailer die onwel geworden zou zijn. Hij zou niet meer kunnen bellen wegens platte batterij en ze weten niet waar hij zit. Zelf ben ik niemand meer tegengekomen en heb ik ook niemand meer langs het pad gezien, dus ik hoop dat die niet te ver van de ravito verwijderd is. Eigenlijk voel ik me zelf ook niet zo fantastisch: een beetje misselijk en weinig energie. Achteraf bekeken heb ik te Cornimont niet genoeg calorieën bijgestoken. Dat moet ik even rechtzetten op de volgende ravito. Weet je, op een gegeven moment sta je gewoon in min en moet je zorgen dat het niet minder dan min wordt. Welkom in de ultra - wereld!
Benoît is er ook. Ik pak een stoeltje in de buurt van hem om wat te eten, drinken en keuvelen. Daar zitten we dan. Elk op een schoolstoeltje in iets wat het midden houdt tussen een garage en een hangar. Hij vertrekt iets vroeger dan mij. Ik heb nog wat te eten. Intussen weet ik dat we elkaar wellicht nog gaan tegenkomen. Ik weet niet wat het is, maar mijn benen zijn dit weekend echt sterk wat het klimmen betreft. Ik blijf erin slagen tempo te maken, door te duwen en snel omhoog te gaan. Het zijn vaak de eerder technische afdalingen die me nekken en vertragen. Daar is dus zeker ruimte voor training en verbetering. Maar goed, daar moet ik vandaag echt allesbehalve over lopen klagen. Later zie ik dat Benoît bijzonder goed is in snel afdalen op kutterrein. Daar kan ik nog wat van leren!
Na Rochesson begint dat finale drieluik. Kort samengevat krijgen we een eerste deel met mooie technische klimmetjes, een tweede deel dat niets anders is dan keien, keien en nog eens keien en een sluitstuk dat begint met een eindeloze klim om dan kilometers lang langs een vlak paadje aan het water naar de finish te leiden. Elk leiden met zijn eigen bijzondere lijden.
Dat lijden verdient a priori enige nuancering. Het sluitstuk was pittiger dan pittig, zwaarder dan zwaar en vroeg meer dan meest. Daarvoor tekende ik natuurlijk! Dat is het stukje magie waar ik elke keer opnieuw naar uitkijk: "TWISTING, TURNING,THROUGH THE NEVER!" Het gevoel van kopje onder gaan en toch de oever halen. Het klinkt masochistisch, maar dat is het verre van. Het gaat niet over de pijn of het genot van het afzien. Nee hoor: het gaat over de voldoening van te overwinnen! De afstand overwinnen. Het terrein overwinnen. De nachten overwinnen. De onzekerheid overwinnen. De 'bad batches' en pijntjes overwinnen. Het weer overwinnen. Je eigen gedachten overwinnen. Slaapgebrek overwinnen. De stem in je hoofd die zegt dat het genoeg is overwinnen. Zoveel overwinnen, je zou er onoverwinnelijk van worden! Ach, kon dat maar. Dat zou nog eens iets zijn! Maar daar gaat het niet om. Na alles de finish halen of niet en weten "ik heb dit gekund, ik heb niet opgegeven". Dat maakt me sterk, nederig en dankbaar. Het is gek hoe gelukzalig klein ik me kan voelen als ik na zo'n afstand binnen raak. En nog gekker hoe gelukzalig groot eens de aard van de inspanning echt ingezonken is.
Hopla, daar ga ik weer! Op naar de volgende ravito. Yet again! Deze keer te Julienrupt. Dat is net geen 17 kilometer en, give or take, 800 hoogtemeters. Te Rochesson gaat het direct lekker omhoog. Echt superlekker! We worden getrakteerd op een technische klim over rotsen, rotsen en nog meer rotsen. Het gaat omhoog, omhoog en nog hoger. Af en toe zijn er wat staalkabels om het veilig te houden. Ik ben blij en ook blij dat het niet meer aan het regenen is. Wat een huzarenstukje moet dit zijn bij nat weer! Ik ben in m'n element: dat klimmen en klauteren is echt zo fijn! Dat is het OCR - beestje in me dat eigenlijk al even niet meer aan z'n trekken komt en blij is om nog eens een bot toegegooid te krijgen. Het uitzicht bovenaan is weer toppie! Het is de zoveelste klim en het zoveelste uitzicht over een vallei. Toch blijft dat steeds verwonderen, hoe mooi dat allemaal is. Na de laatste selfie genomen te hebben, maak ik voort. Foto's zal ik niet meer nemen tot na de finish. Dat mag je vrij vertalen naar 'het gaat nog zwaar worden en de banaliteiten zullen volledig wegvallen'.
Onderweg kom ik Benoît opnieuw tegen. Het laatste stuk naar de ravito tackelen we samen. Dat is nogal wat! De zon is intussen onder gegaan en in de verte zien we de stadslichtjes ons opwachten. Eenmaal in het stadje aangekomen, lijken we snel er doorheen en weer het duister in gestuurd te worden. Geen ravito te bespeuren. We zijn niet de enige die hem niet vinden. We lopen even terug naar het dorp en kijken nog eens rond. Niets te bespeuren! Wat een domper. Voor Benoît is dit echt een domper - domper. Zijn voeten doen al een tijd verschrikkelijk veel pijn en hij wil die even laten rusten op die volgende ravito. Wanneer we nog een andere trailer zien, komt er duidelijkheid. Hij kent de ravito en weet dat die dieper in het bos is en niet in het dorpje. We moeten echt nog even doorgaan. Een tiental minuten later raken we er. De afgelegen ravito nodigt uit met de geur van braadworsten! Benoît gaat even rusten en we zien elkaar wel terug, ergens onderweg. Ik sterk even aan en zet even later weer aan. Er wordt nogal wat gespeculeerd over de komende etappe. Hij zou loodzwaar zijn. De artiest die het parcours uittekende zou alles uit de kast gehaald hebben. De enige bedenking is het gerucht dat na het noodweer van gisteren het parcours zou aangepast zijn. Dit uit veiligheidsoverwegingen, gezien het vannacht mogelijks terug zo'n op en top trailweertje zou kunnen worden. Achteraf zie ik op de gpx dat er inderdaad een stukje verlegd is. Niet zo heel veel, maar ik vraag me wel af wat het zou geweest zijn. Want deze etappe werd zonder dat verlegde stukje al een kleine hel. Ach, ik moet het hier niet verbloemen: het was een grote hel en ik heb afgezien.
Achteraf bekeken had ik daar gerust 45 minuten van kunnen maken of zelfs een uurtje. Meer zelfs. Ik was evenwel zo gefocust op blijven gaan, zo snel en zo goed als ik kon, dat het zelfs niet in me opkwam. Stiekem is het ook wel dit specifieke hoopje gelukzalige ellende dat ik opzoek. Tegen de grenzen aan, soms er een beetje over. Een beetje maar. Dat is het spel.
20 minuten later gaat het alarm af. Ik moet van ver komen om wakker te worden. Ik ben compleet onder zeil geweest. Dat moet genoeg zijn om nu door te duwen tot de finish. Ik maak me klaar en kruip de trap af. Ik ben nog slaapdronken. Eerst denk ik dat ik even met Tina en de kindjes moet afstemmen om het volgende stuk te tackelen. Maar Tina en de kindjes zijn hier niet. Dat weet ik en toch weer niet. Tina en de kindjes hebben niets te maken met raceplanning en strategie. Dat weet ik ook en toch ook weer niet. Ik moet mezelf echt even wakker schudden en in de realiteit trekken. Eenmaal dat gebeurd is, knal ik naar boven. Ik haal een aantal mensen in. Eentje ervan is Benoît. Daar gaan we weer! Gezellig!
Ergens langs de kant zit een trailer op een hoopje grond of bomen. Ik weet het niet meer. Ik check even hoe het gaat. Hij heeft hetzelfde probleem als ik daarnet. De slaap komt hem halen. Hij weet niet goed waar zich even af te leggen. Hier is geen boomhut te bespeuren. Ik geef hem, in mijn beste Frans, de tip om z'n isolatiedeken te gebruiken en gewoon op de grond te gaan liggen. Ondanks dat het verplichte uitrusting is, heeft hij dat niet mee. Tja, dat is gewoon dom. Je zal maar stranden zonder. Goed, er zijn nog tips. De beste die ik kan geven is: zet je elk half uur een paar minuten neer, rust je hoofd op je stokken of knieën en zet de timer. Zo kan je wel even doorgaan: al powernappend. Been there, done that. Wanneer ik zeker ben dat die kerel OK is, vervolg ik mijn pad. Dat is hoe we dat doen. Ik kan de keren niet op mijn 2 handen tellen dat er iemand stopte om te checken of ik OK was als ik mijn regenbroek aan het nemen was, even neerzat om iets te eten of om gewoon even op adem te komen. Dat is echt hoe we dat doen.
Een eindje verder begint dan de ellende. Die ellende komt in de vorm van stenen, stenen, stenen, stenen en nog meer stenen. Intussen zijn mijn voetjes ook een beetje hypergevoelig geworden. Wel ja, later blijken dat dan fantastisch grote bleinen te zijn. Ik moet evenwel niet klagen. Het valt goed mee. Het is alleen pijnlijk als ik op de puntige kant van een steen landt. Laat dat nu net het overgrote deel van deze etappe zijn. Dat wordt eventjes doorbijten.
Deze etappe voelt eindeloos aan. Er komt geen einde aan de paden vol stenen, of het nu op of neer gaan is. Dat vraagt wel wat: nog harder opletten waar ik mijn voeten zet. Op een bepaald moment heb ik er echt genoeg van. Echt hé! Hoeveel van ditzelfde eentonige en verschrikkelijke pad kan je na elkaar uitstippelen? Ik adem even diep in en uit én zeg me zelf dat ook dat onderdeel van de uitdaging is. Ik moet het een paar keer tegen mezelf zeggen alvorens het echt resoneert. Waarvoor tekende ik alweer? Toch L'Infernal hé? Goed, maar dit mag toch echt wel ver gedaan gaan zijn! Tja man, het zal zolang duren als het duurt. Dat is dan ongeveer 4 uur. Zolang duurde het om deze etappe te doorworstelen, inclusief dutje. Ergens ver voorbij middernacht, dichtbij 2 uur 's nachts eigenlijk, land ik in de allerlaatste ravito. De ALLERLAATSTE! Mijn god! Het is bijna binnen! En GODVERDOMME, wat ben ik blij dat deze etappe erop zit!
Deze ravito heeft naast wederom sympathieke vrijwilligers ook taart en ligstoelen. Wanneer ik aankom is 1 van de vrijwilligers nog een lading kots van een voorganger, die alweer vertrokken is, aan het wegspoelen. Tja, dat kan ook gebeuren. Wanneer ze klaar is, komt ze aangehold met een dekentje om over mij te gooien. Zo ongelooflijk sympathiek en attent! Daar lig ik dan, in een ligstoel, onder een dekentje. Man, wat is dat lastig! Mijn gehele lijf wil in slaapmodus gaan onder dat knusse dekentje. Daar is het nu echt wel een beetje te laat voor. Ik ben niet van plan om op amper 15 kilometer van de finish een uiltje te knappen. Geef mijn maar koffie en suikers! Benoït ligt er ook, ook in een stoeltje. We spreken af samen te vertrekken en hebben toch enkele minuten nodig om dat helder afgestemd te krijgen. Tot hilariteit van de vrijwilligers. Dat kunnen we dus ook nog: entertainen. Dan zijn we er niet zo slecht aan toe, toch?
Wanneer we vertrekken, voelt alles best stroef aan. Ik moet even warm draaien alvorens ik weer voluit kan gaan. Dat kan je dan wel hebben als je even onder een dekentje gaat liggen: dat die spiertjes stiekem gaan verstijven. Het gaat eerst een paar kilometer min of meer bergaf. Dat helpt wel om de motor te starten. Na die mooie afdaling komt de enige klim die deze etappe bevat. De enige. Hij gaat wel ongeveer 320 meter naar omhoog. Zo van dat 'ik krijg een stijve nek van ernaar te kijken' omhoog. Het is de laatste krachttoer. Wat voor eentje! Ik druip van het zweet wanneer ik boven ben en het duurt echt wel een tiental minuten eer ik terug op adem ben. Nu eerst nog een korte afdaling en daarna volgt nog een zevental kilometer vlak terrein. De laatste. Beetje bij beetje komt die finish dichterbij. Dat motiveert! Ik kan de spreekwoordelijke stal al ruiken.
Sinds de laatste klim hangen we met een aantal trailers samen. Ik nam me voor de start voor om alles wat ik kon te lopen en eenvoudigweg zoveel mogelijk te blijven lopen. In de vorige etappe heb ik nogal wat tijd verloren op die verschrikkelijke 'cailloux'. Pijnlijke voeten of niet: nu ga ik ervoor. Dat is de geur van die stal. Ik zeg dat ook aan Benoît, dat ik wil doorduwen. Hij is, ondanks zijn kapotte voeten, te vinden voor dat idee. In de afdaling ga ik voorop en laat ik de benen los. Regelmatig moet ik even op mijn tanden bijten als ik op een steen landt, maar goed. Nog even en dat is allemaal weer voorbij. De afdaling is ook het laatste stukje dat we nog in het bos zitten. Eenmaal beneden komen we in een stadje uit en gaat het plots over asfalt. Zeer bevreemdend om zo ineens uit de natuur gerukt te worden. Even vrees ik dat het van hier af alleen maar asfalt en stad zal zijn. Dat zou jammer zijn. Gelukkig is dat niet zo. We worden een paadje langs De Moselle, een riviertje, opgestuurd. Dat gaat niet aflatend door tot aan het finishterrein. Benoît en ik besluiten hier nog even te kapitaliseren. Met andere woorden: ALLES GEVEN! We hebben allebei zoiets van 'Nu mag die finish wel eens gaan komen!'. We steken er een tempo in. En wat voor één! Het is net of we aan een 10k wedstrijd begonnen zijn en voor de eerste prijs gaan. Verstand op nul, pijntjes of niet: doorperen! Zo vliegen we over dat pad. Ik overdrijf heus niet. Vraag maar aan diegenen die we voorbijvlogen: ze verklaarden ons gek. Gaarne!
Eerst loop ik voorop. Na een paar kilometer lijk ik leeg te raken. Ik dreig een energiedip te krijgen en tover snel een clif bar tevoorschijn. Terwijl ik die eet, neemt Benoît het voortouw. Dat eten moet in kleine hapjes om deftig zwaar in en uit te kunnen blijven ademen tijdens dat lopen. Ik voel m'n hart racen in 'n keel. Zo gaat het nog even door. Op een kilometer ofzo van de finish capituleer ik. Als ik dit tempo blijf aanhouden dan val ik gewoon neer als ik over de finish knal. Dat wil ik ook niet: sterk starten en sterk finishen! Daar ga ik voor! En gezien mijn start al niet zo sterk was, kan die finish maar beter genieten zijn. Ik zeg Benoît dat hij moet blijven gaan en ik hem aan de finish zie. Ik wil even doorwandelen om op adem te komen. Ondertussen eet ik de rest van die clif bar op. Wanneer dat gebeurd is, zet ik weer aan. Niet meer dat helse tempo, maar een gezapig loopje richting de finish. Dit is het moment waarop de race voor mij op z'n einde begint te komen. Ik weet dat ik er bijna ben. Dat ik nog maar een heel klein beetje moet gaan en dat ik het gehaald heb. Puur genieten!
Als ik de lichten van het stadium zie, weet ik dat ik er echt ben. We worden nog in een boog de heuvel achter het start - en finishterrein op geleid. Wanneer ik de finishboog zie schiet ik net niet vol. Ik voel de opluchting, de dankbaarheid en de overwinning als het breken van een dam opwellen. Dit is de kleine overwinningsronde rond het terrein vooraleer we onder de finishboog gestuurd worden. Het is iets na zondagochtend als ik eronderdoor loop. Het is nog donker en de wereld moet nog ontwaken, ook op het finishterrein. Magisch en onwerkelijk is het. Het is klein en toch zo groot. Ik ben 1 van de 57 deelnemers die de finish haalden. Dat weet ik dan nog niet. Ik weet enkel dat ik binnen ben. Ik heb het gehaald! Yihaaaaaaaaa! Het was goed en het is goed. Zo goed! 53 uur, 17 minuten en 31 seconden; goed voor 213 kilometer, 10300 hoogtemeters en een dijk van een avontuur!
Reacties
Een reactie posten