Grizzly 100: niet zo kort en toch wel krachtig 🙏/ Bello Gallico 160: diep, dieper, diepst 😰

Feel no pain, but my life ain't easy
I know I'm my best friend
No one cares, but I'm so much stronger
I'll fight until the end

-Escape- MetallicA

Het is 10 voor 6 's ochtends. Zaterdagochtend. 30 oktober om precies te zijn. Buiten is het net beginnen regenen. Of zeg maar 'miezeren'. 
Hij zit op een barkruk in de kantine van SK Moelingen. Moelingen, dat is een dorpje in Voeren. Met zijn 3,3km² oppervlakte zou je er sneller voorbij zijn dan de geur van je eigen bierscheet je neus kan suckerpunchen. Vandaag is het evenwel het epicenter van het trailgebeuren die dag. De normale rust die dit stadje met zijn om en bij de 900 inwoners kent, zal die dag opgeleukt worden door bijna evenveel trailfanaten. Give or take.
Wanneer hij naar buiten kijkt en de regen ziet zweven in het licht van de stadionlampen fronst hij even. De kleine kraaienpootjes aan z'n ogen doen bedenkelijk mee en geven de gedachte hiermee een schijnbare 'serieux'.  Geen tweede laag en het erop wagen? Een windbreaker en het luchtig houden? Of de regenjas en het al snel uitzweten? Dat is één van die schijnbaar banale vragen die die dag door z'n hoofd zullen wapperen. Uiteindelijk haalt hij de racepack met een kleine zucht van z'n rug en gaat voor de windbreaker. Die beschermt toch ook ietwat tegen de regen en laat hem niet zo snel té warm draaien. Hij is trots op z'n onbenullige beslissing: het is niet de meest veilige, maar wel de beste. Hoezee!
Op veilig spelen. Dat is toch wel zo'n dingetje dat hij graag doet. Hij probeert dat wat minder te doen. Op veilig spelen beperkt soms toch. Dat is eenmaal zo. Dus nu moet die veiligheidspal er af en toe eens aan geloven. Dat gaat, zoals alles in het leven, met ups en downs. En met kleine stapjes. En soms ook grote. Vraag dat maar aan z'n makkers die hem enkele weken ervoor veilig terug thuis kregen uit een Berlijnse club. Als je 't hem vraagt was dat, voor alle duidelijkheid, wel een 'up'. Perspectief is alles, nietwaar?
De windbreaker is intussen netjes dichtgeritst en de racepack opnieuw goed vastgemaakt. Hij neemt nog een laatste slokje water alvorens zich naar buiten te begeven. Hij heeft er zin in. Telkens weer. Zo'n start in het donker en de regen, het heeft wel wat. Steeds opnieuw. Het is iedere keer het begin van een prachtig avontuur. 

Om 5 voor 6 zet de massa zich in beweging. Het gaat richting de kleine startboog naast het aanpalende voetbalveld. De massa betreft vandaag om en bij de 200 mannen en vrouwen. 182 ervan starten voor de 100 kilometer met 3000 hoogtemeters. 156 ervan zullen ook finishen. Dat is mooi. De rest start voor de 83 kilometer. Doorheen de dag zullen er ook trailers starten voor de afstanden van 16, 25, 39 en 58 kilometer. De organisatie en logistiek die dat vergt, zeker in corona - tijden, is ongelooflijk. Het organiserend team en de bijhorende vrijwilligers zijn dan ook de helden van de dag. Iedere starter, DNF'er en finisher is hun dank verschuldigd voor alles wat zij doen en waarmaken. Petjes af.
Wie wil kan tijdens de 100K race ook overstappen naar de 83K. Hij vindt dat wel mooi én tegelijk een dikke mindfuck. Mooi omdat hij weet dat 100 een doel is voor velen en tegelijkertijd een opstap naar verder, veel verder. Tenminste als je achteraf even een momentje neemt om te beseffen dat pijn tijdelijk is en grenzen vaak in je hoofd zitten. Je leert in elk geval veel tijdens en na je eerste 100. Die eerste, die kan echt wel pijn doen. Mooi dus dat wie het te zwaar te verduren heeft toch een kans krijgt om dan op een iets kortere afstand alsnog uit te lopen. Een mindfuck omdat hij zelf geen fan is van 'opt out' opties. Die maken het alleen maar lastiger. Ze zijn koren op de molen van die mentale veiligheidspal, beter gekend als de 'central governor'. De deal is voor hem doorgaans heel simpel: gaan tot het einde en geen ruimte laten om eruit te stappen. Daar is hij telkens al weken tevoren mee bezig: alle zijweggetjes naar stoppen doordacht dichttimmeren. De mond van die central governor al snoeren nog voor die goed en wel kan opengaan. Je mag immers zo fit zijn als je wil, als je het in je hoofd niet klaar krijgt, dan kan je er wel eens aan zijn voor de moeite. Dit weekend zal hij daar weinig nieuws over leren. Zijn volgende race zal hem evenwel nog danig met de neus op die feiten drukken. Dat is, beste lezer, evenwel stof voor later.
Met de oude getrouwe mindset staat hij deze keer dan ook weer aan de start. Het doel is duidelijk: de finish halen binnen de vooraf bepaalde marge van 18 uur. Zelf stelt hij een finish tussen de 14 en 16 uur voorop. Liever zelfs ruim onder de 14 uur. Hij weet evenwel dat dat er niet in zit. Daarvoor is hij niet genoeg uitgerust, niet fit genoeg en heeft hij teveel trainingen moeten laten schieten. Dat is wat het is en ook best OK zo. Als dat lijf en vooral die benen hem zonder brokken tot aan de finish krijgen, zal hij al blij zijn. Eigenlijk niet anders dan anders. Finishen is top, al de rest is extra.

Enkele minuten later is het zover. De racedirector vraagt nog eens of iedereen zijn tracker heeft en daarna begint het aftellen. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Gooooooooooo! Daar gaan ze dan, de duisternis in. Lang zal die niet meer duren. De dag des te langer. De eerste 25 kilometer gaan vlot voorbij. Ondanks de regen is het weer best aangenaam. Hij loopt voor een keer niet te snel warm en de klimmetjes en afdalingen lijken ook goed te verteren.
Tijdens een mooie afdaling onder de beschutting van twee bomenrijen, hoort hij uit de duisternis luidkeels zijn naam weerklinken: Kriiiistoooof Verhaaaveeert! Het zijn Steven en Gino, Legends Trail makkers, die ook present tekenden. Ze doen de 83km zodat ze daarna nog met hun vrouwen kunnen gaan wandelen. Ultratrailers: wat een bende toch! 
Wanneer ze van onder de bomen komen, gaan de benen golvend doorheen prachtig grasland. In het donker heeft het de allure van een Zwitserse bergweide. Een bescheiden bergweide weliswaar.

Omstreeks 23 kilometer is er al een eerste verzorgingspost. Het is de klassieke vouwtafel, bemand met vrijwilligers en bedekt met vloeibare en vaste calorieën. Tijd verliezen doet hij daar niet. Snel wat extra calorieën naar binnen werken, de drinkfles bijvullen en dan snel verder gaan. Hij verbaast zich over hoe weinig hij de eerste 25 kilometer gedronken heeft. Nu ja, het is ook niet bijster warm, maar toch: hydratatie is niet iets waar je mee wil lopen klooien tijdens een ultra. 
De volgende 25 kilometer raakt die softflask wel goed leeg. 600 milliliter water om precies te zijn, gespiked met electrolyten. Voor hij er erg in heeft, is hij er doorheen. Doorheen het water wel te verstaan. Niet doorheen de etappe. Ja, die tweede 25 kilometer voelt hij wel. Het is zwaar. Loodzwaar eigenlijk. Tja, dat is hoe dat gaat. Toch verwachtte hij dat niet al zo snel. Even vreest hij zelfs dat een finish er niet zal inzitten als het parcours zo blijft. Die gedachte laat hij na enige tijd varen. Zo'n zaken helpen je toch geen meter vooruit. Een beetje vooruit denken is altijd goed tijdens een ultra, teveel is verspilde energie. Je weet immers nooit hoe het 20 kilometer verder gaat zijn. Achteraf bleek deze etappe voor hem ook de zwaarste te zijn. De rest viel dan min of meer mee. Wel ja, toch beter dan deze....

Op 45 kilometer is er de tweede verzorgingspost. Die is in een tent. Dat is best aangenaam: eventjes uit de wind. Top! Na een lus van 18 kilometer komt het parcours hier straks nogmaals langs en dan wordt deze post magisch de derde verzorgingspost. Dan wil hij wel even tijd nemen. Nu wil hij vooral voortmaken. Dus laat hij die dropbag voor wat hij is en maakt zich snel terug uit de voeten. Hij roept nog breed glimlachend tot binnen enkele uurtjes en voor hij er erg in heeft zit hij weer tussen de herfstkleuren van de plaatselijke natuur.
Het gaat hem goed af. Mentaal is zo een lusje van 18 kilometer om dan terug op de bevoorradingspost uit te komen blijkbaar ook een makkelijke. Een dikke twee uur later is hij terug in dat tentje. Tijd om even op adem te komen, kleertjes te verversen en de voorraden aan te vullen. Het is routine en toch telkens opletten dat hij niets over het hoofd ziet. Je zal maar als de duisternis valt vaststellen dat je geen hoofdlamp of voldoende batterij mee hebt. Geloof het of niet: één keer heeft hij dat voorgehad tijdens een 100K. Een start in de kleine uurtjes met nog een uurtje of twee nacht voor de boeg. Geen reservebatterij in de pack en de batterijen in de hoofdlamp vergeten vervangen. Na een uurtje ging het licht uit en moest hij zich behelpen. Al doende leert men gelukkig. En ezels stoten zich geen twee keer aan dezelfde steen. Hij is echter een steenezel pur sang. Jammer genoeg bevestigen uitzonderingen vaak wel eens de regel. 
Daar zit hij dus weer. Op een vouwtstoeltje, in een hoekje. Genietend van een moment van rust. Je zal hem daar nooit het hoge woord zien voeren of de aandacht van de ganse tent naar zich toe trekken. Hij geniet van de achtergrond, de kleine gesprekken, de echte uitwisselingen en de wijsheid achter de stilte. En sterven doet hij doorgaans ook graag in stilte. Dat is dan de minder poëtische kant van een vouwstoeltje. Hij wordt eventjes uit z'n overpeinzingen los - en meegetrokken in een discussie over de bepijling. Die, laten we wel wezen, op een aantal cruciale punten ontbrak. Rechtdoor en flauwe bochten zijn voor alle duidelijkheid geen cruciale punten. Meervoudige splitsingen en kruispunten komen al dichter in de buurt van cruciaal. Maar er ontbrak dus af en toe wat. Of het was in elk geval verdwenen. Je zou er van schrikken hoe vaak het gebeurt dat pijltjes zonder reden, of met een twijfelachtige of zelfs malafide, weggepakt worden. Laten we nog weller wezen: als je aan deze dingen meedoet moet je je ook kunnen redden zonder alle pijltjes. Einde discussie.
Hij passeert het uitgebreide buffet van snacks en aangelanden en haalt vervolgens de checklist boven. Die legt hij mooi naast zich en een deel van de inhoud van de dropbag komt aan z'n voeten terecht. Terwijl hij bezig is, hoort hij iemand luidop dromen over de Legends Trail. Hij liep die vorig jaar uit en is daar keifier op. Inpikken en dit vermelden zit er evenwel niet in. Bescheidenheid vindt hij ook belangrijk. Je zal het misschien niet geloven, maar het vroeg hem redelijk wat moed alvorens hij zichzelf er toe kon brengen z'n allereerste blog de wereld in te sturen. Elke keer opnieuw eigenlijk.

Na een frisse boventenue te hebben aangetrokken zet hij weer aan. Op naar de voorlaatste verzorgingspost. Die ligt op ongeveer 85 kilometer. Vanaf daar is het nog een kleine 15 kilometer en dan zit zijn uitstapje er weer op. Tot 70 kilometer lijkt het allemaal best fijn te verlopen. Het gaat op en neer, bos in, bos uit, windje hier en tochtje daar. Al bij al valt het best goed mee. Te pas en te onpas staat er ook een gezellige luide bende op het parcours. Ze supporteren voor een deelnemer die de eerste keer 100 kilometer loopt. Dat doen ze met volle overtuiging. En vooral met gezellig luide muziek! 
Eens hij het punt van 70 kilometer voorbij is, begint het toch wat moeizamer te gaan. Of beter gezegd: meer moeizaam. De vermoeidheid begint er in te kruipen. Het is intussen een vertrouwd gevoel. Hij weet dat hij dat kan verwachten eens hij voorbij de 8 uren gaat. Wanneer hij een diepe teug adem neemt, voelt hij de vezels tot diep in z'n lichaam zuchten. Het is alsof een enorm legioen unisono zijn krachten bundelt om in één gerichte beweging het laatste zuchtje lucht uit de diepste krochten van zijn lijf als een speer naar buiten te persen. Een laatste ademtocht. De eerste van vele. Zo gaat hij verder. Adem in, adem uit, linker voet voor, rechter voet voor.

Wanneer hij de laatste verzorgingspost voorbijgaat, is het al even goed donker geworden. Het postje staat wat verloren op een kruispunt, te Veurs. Onder één of ander middeleeuws torentje ploft hij even neer. De racepack gaat af en de beentjes gaan languit. Eventjes uitblazen en dan de laatste loodjes doorsteken. Spijtig dat het er alweer bijna op zit.
Kort nadat hij weer aanzet, begint het te regenen. Niet zo heel erg, eerst. Dus hij blijft doorgaan. Zachtjes aan begint de regen wat harder en dan nog wat harder neer te komen. Nog steeds blijft hij gaan. De plenzende regen geeft het open landschap een mistroostig zicht zover z'n hoofdlamp schijnt. En hij blijft gaan. Plonzend door de plasjes, schuivend door de modder. Intussen is hij doornat en begint het koud te worden. Wanneer hij begint te bibberen is het tijd om even halt te houden en de regentenue aan te trekken. Dat had hij beter eerder gedaan. Bibberen is nooit goed. Dus eenmaal die regenbroek en regenjas aan zijn, begint hij er een tempo in te steken om terug opgewarmd te raken. De koude raakt al snel verdreven en zo knalt hij uiteindelijk, na 15 uurtjes en een half, breed glimlachend en met een intens warm gevoel onder de finishboog door.



The road goes on and on
Tomorrow I'll be gone
I hear him say
We seize the day
- Seize the Day - Demons & Wizards

De weken gaan geruisloos voorbij. Terwijl het leven meedeint op het ritme van de tijdloze slinger,  herstellen spieren  als vanouds, trekken teennagels hun conclusies tot ze naar goede gewoonte uitvallen en worden de dagen steevast korter. Het spreekwoordelijke wiel draait zonder pardon door. 

Tot op 17 december om 1 u 's ochtend de wekker opnieuw afloopt. Het is terug zover! Hij slentert z'n bed uit. Ja hoor, de dagen van kwik en monter het bed uit vliegen zijn iets van voor en hopelijk terug na de pandemie. Zo stil als mogelijk sluipt hij de trap af. Twee verdiepen moet hij als een echte ninja overbruggen, om niemand wakker te maken. Het grootste gevaar is halverwege, net voor de kamers van de kinderen: een latje laminaat dat onverbiddelijk kraakt. Hij omzeilt het blindelings. Dat is wat ninja's doen. Twee meter verder stoot hij zijn voet tegen god weet wat. Dat is niet wat ninja's doen. God mocht dat binnensmonds horen.
Eens beneden, wil hij allereerst ontbijten. In het zachte keukenlicht maakt hij boterhammen met kipfillet. Die zullen het wel weer doen. Alles wordt doorgespoeld met een electrolytendrankje. Dat de keuken en badkamer bij elkaar liggen vind hij op zo'n momenten geen probleem. Na het eten gaat het strijdpak aan, terwijl z'n koffie uit de machine pruttelt. Vervolgens wordt alles de auto ingeladen. Nog even de route ingeven, afstemmen op radio nostalgie en het pre - start ritueel is officieel begonnen. 

Op de baan is het kalm. Wat wil je dan ook op dat nachtelijke uur? De rit gaat vlot en amper 45 minuten later rijdt hij de parking van zaal De Roosenberg op. Aangekomen spoedt hij zich naar de check - in.  Het Legends - team heeft opnieuw voor een gestroomlijnde organisatie gezorgd. Covidsave - ticket scannen, armbandje om krijgen, nummer opspelden, tracker aanmeten en dropbags afzetten. Het gaat als een trein en een tiental minuten later staat hij terug buiten. Dat is dan een nadeel van liever wat vroeger dan te laat zijn: er is nog wat tijd te doden. Binnen kan deze keer er niet gewacht worden en buiten is het best koud. Dan maar de warme auto in en wachten tot het zover is. Onder het minder aangename licht van het autolampje werkt hij gauw nog een boterham weg en laat hij vrouwlief weten dat hij toch al zonder ongelukken aan de start geraakt is. Daarna schuift hij de raceschoentjes zachtjes aan aan en wacht hij af. Tik tak tik tak tik tak.


Om 4u00 is het dan eindelijk zover! Het aftellen is achter de rug. Het startsein is gegeven en de meute beweegt zich broeierig de nacht in. 160 kilometer staat er vandaag op het programma. Twee rondjes van 80 kilometer, goed voor 2300 hoogtemeters. Dat zal wel lukken zeker? Te midden van een tweehonderdtal lotgenoten daalt zijn geest af in de missie: relentless forward progress. Met andere woorden: gaan en vooral blijven gaan. Een dingetje dat uiteindelijk toch moeilijker is dan het soms lijkt. Dat is voor later. Nu is de nacht nog gevuld met alle kansen. En zo duikt hij samen met de bescheiden massa de nacht in langs de inmiddels bekende Zoete Waters. Zoet, dat is het zeker!


Checkpoint 1 komt er na ongeveer 20 kilometer. Het is volledig in openlucht. Warm is dat niet. Dat kan je wel eens hebben, midden december. Dus wil hij snel weer door. Gauw wat cola drinken, beetje chipjes achterover drukken en hij gaat er alweer vandoor. De eerste bekenden leuken de dag alvast op, bijpraten moet voor later zijn. Het is koud, je weet wel! 
Checkpoint 2 ligt op ongeveer 42 kilometer. Hij kent ze intussen wel. Het is z'n vierde keer hier (1 keer de 80 en nu voor de derde keer de 160). Alleen is het deze keer buiten te doen. Dat is toch wel een andere ervaring. Goed georganiseerd is het in elk geval wel. Er zijn open tentjes voor de voeding en ook voor de dropbags. Daarnaast zijn er stoelen en dekentjes voor de deelnemers. Hier wil hij opnieuw geen tijd verdoen en is hij bang om af te koelen. Je hoort het misschien al: dit gaat zo een dingetje worden. Een dom dingetje. Zo eentje dat hem zuur gaat opbreken. Als hij dat nu al eens zou weten. Voor hij doorgaat vult hij nog even een beker met koffie en besluit deze al wandelend rustig leeg te drinken. No time to waste. Ondertussen belt hij ook even naar vrouwlief om te horen hoe het thuis gaat. Waar zijn fantastische vrouw ongelooflijk goed is in verschillende dingen tegelijk doen en intussen nog eens aan de telefoon hangen, is hij een onbeholpen sukkel. One track mind noemen ze dat. Dus wandelen, koffie drinken en telefoneren: dat is een beetje te ambitieus. Het is zoals een worm die met appels wil jongleren terwijl hij fietst en een boek leest. Inderdaad: die begint daar gewoon niet aan. Uiteindelijk is er overal koffie, maar niet in z'n mond. Goed: dat hoort er ook bij. Het is intussen goed voorbij 9 uur en al even licht. Het belooft een grauwe dag te worden en eigenlijk best een lekker weertje voor dit soort uitstapjes. 

Kort na dat tweede checkpoint komt er een heel mooi stukje. Echt prachtig. Toch als je van natte voeten houdt. Een stuk vlonderpad lijkt te zijn opgegaan in rook. Ontkomen is er niet aan. Met een aantal helden probeert hij er langs te gaan door het aanpalend veld in te kruipen. Daar zijn ze eraan voor de moeite. Het is er niet beter. Tot ver voorbij de enkels zakken ze weg in het water. Dan is het maar zo: natte voeten en ploeteren. Part of the game. Eens voorbij het plonsbadje gaat het weer vlotter vooruit. Het derde checkpoint komt er nog betrekkelijk snel. De eerste 60 kilometer zitten er schijnbaar ineens op. Het is pal op de middag, hij is acht uur bezig en voorlopig gaat het goed. Op naar halverwege!

Tussen het derde en vierde checkpoint is het naar goeie gewoonte een aaneenschakeling van glimlachen. De voorgangers die al aan de tweede ronde begonnen zijn, komen je één voor één tegemoet gelopen. De eersten ziet hij al wanneer hij zelf op 62 kilometer is. Het is een kopgroep van drie helden! Een van hen is, living legend, Ivo Steyaert. Ivo wint steevast elke editie. Wat een tempo maken die drie! Ook deze keer zal Ivo winnen. En dat in een duizelingwekkende tijd van 15 uur en 23 minuten. R.E.S.P.E.C.T.! Wat later passeren de eerste legendsmakkers: Rob, Adriaan, Steven, Giovanni en Frank. Hij is zo blij die kerels even terug te zien!
Tijdens deze etappe leert hij Ahmed kennen, een gezellige Fransman. Het gaat zoals dat altijd gaat: elkaar eerst een paar keer passeren en vriendelijk "hallo" zeggen om na de derde keer ,ofzo, in een gesprek van een uur, ofzo, te landen en er weer een vriend bij te hebben. Ze huppelen enkele stukken samen en wisselen ervaringen en levenslessen uit. De tijd lijkt nog sneller dan voorheen voorbij te tikken en de sfeer is opperbest!


Kort gezegd gaat die eerste etappe snel voorbij. Zonder veel nadenken. Zonder veel rusten. Zonder veel meer. Het lijkt allemaal maar te gebeuren. Voor hij er erg in heeft daagt De Roosenberg op. De eerste keer. De volgende keer zal haar aanzicht de finish inleiden. Hij frommelt z'n mondmasker uit een plastiekzakje dat hij ergens uit z'n racepack tevoorschijn tovert én wandelt de zaal binnen. Het is er een serene bedoening. Verschillende tafeltjes zijn bezet met collega - lotgenoten. Allen doen ze hetzelfde: rusten en zich voorbereiden op de tweede ronde.
Hij let even niet op en zet uit gewoonte de track op z'n horloge volledig stop. Geen probleem: die navigatie kan wel gewoon opnieuw en dat tracken is toch alleen maar goed om onderweg te weten hoe ver het nog gaan is. Toch moet hij later even prutsen en zoeken om die navigatie weer goed te krijgen. Maar bon. Wie geeft daar om hé?

Met de dropbag in de hand zoekt hij een tafeltje uit. Liefst niet te ver van eten en drank. Hij vindt er eentje en begint aan de routine. Warm eten zit er hier voor hem niet in. Daar heeft hij z'n lesje wel over geleerd. Een grote warme maaltijd zorgt zonder fout voor ellende in zijn nederregionen. Het worden dus een paar bescheiden boterhammen met kaas en hesp. Plots ziet hij Ice Tea staan. Dat drinkt hij keigraag! Hij slaat er een bekertje van achterover. Wat doet dat deugd! Hij kijkt voor de zekerheid even naar het etiket. Ja, daar zit toch genoeg suiker in? Wat een ontgoocheling blijkt dat: amper suikers zitten er nog in. Goeie zaak, jawel, maar niet vandaag. Dan maar verder met die gouden Coca  - Cola. Wanneer hij terug aan z'n tafeltje zit, ziet hij nog snel Geert die op vertrekken staat voor z'n tweede ronde. Die kerel is in topvorm en heeft er duidelijk zin in! Een paar tafeltjes verder spot hij Ahmed. Allemaal zijn ze met hetzelfde bezig: even bekomen, uitblazen en zich opmaken voor het tweede luik.
Terwijl hij het midden zoekt tussen twee happen eten en de items van zijn checklist afwerken, komt Karen binnengewandeld Die dame doet niks anders dan lopen, lopen en ver lopen! Ze schuift bij aan het tafeltje en begint aan haar routine. De babbeltjes tussendoor halen hem af en toe uit zijn focus. Zoals jullie intussen weten, is multitasken geen talent van hem. Daarenboven is hij ook best snel afgeleid. Maar dat is OK, want het is gezellig zo. Het is even een fijn momentje uitblazen. Intussen tikken de minuten evenwel voorbij tot het tijd is om verder te gaan. Alles gaat weer netjes de dropbag in. Hij doet ook even een dubbelcheck of hij niets vergeten is. Eten, warme laag, reserve batterijen,... Dat ziet er goed uit! Daar gaat hij dan, à nouveau.

Het is ongeveer 16u00 als hij terug buiten stapt. Hij heeft er goede moed in. Die eerste rond ging vlot en echt sneller dan verwacht. Als dit zich doorzet zou hij wel eens een pak sneller dan gehoopt kunnen binnen zijn. Denkt hij. Soms werken ultra's zo. Vaak niet. Ook vandaag niet. Over de tweede ronde zal hij véél langer doen én nog belangrijker: hij zal diep moeten graven. Later zal hij zeggen dat hij voor de eerste keer echt zichzelf tegenkwam. Een les om 'U' tegen te zeggen. Stiekem hoopt hij ook dat deze les hem geen windeieren zal leggen bij de Legends Trail in februari. Zijn rationele helft weet even wel beter: niets is ooit gegarandeerd.
On he goes. Met hernieuwde energie en vol goeie moed! Ronde twee is begonnen. Het is nu 80 kilometer terug van waar hij kwam. Nog een toertje helemaal terug naar de start, doorheen de nacht. In zijn geval zal dat zijn zonder aan de bank te passeren. Dat weet hij dan nog niet. Voorlopig zijn het nog 'smiles all the way'. Een pluspunt is dat hij in principe ook weet wat er komt. Of dat denkt hij toch. Hoopt hij.

De avond sluit intussen het licht weer geleidelijk aan buiten. Aldra is het donker. Hoewel hij absoluut geniet van de dag met de mooie vergezichten en de extra energie van het zonlicht, houdt hij van de nacht. De wereld is dan een andere plek. Er is meer sereniteit en het avontuur lijkt net dat ietsje meer echt. Doorgaans komt hij met het vallen van de avond dat ietsje meer tot leven, gaat er een beetje meer adrenaline stromen en laait dat niet te doven vuur net dat beetje meer op. Wie dan diep in z'n ogen zou kijken, zou het zelfs even vanachter die immer stille sluier van rust kunnen zien oplaaien. Deze keer lijkt het er echter op dat met het verdwijnen van het licht, ook de fut beetje bij beetje uit zijn race begint te verdwijnen. Waar die eerste ronde vlot, misschien te vlot, leek te gaan, haalt die tweede ronde hem beetje bij beetje in. Hij is nog geen tien kilometer verder of hij voelt al de eerste tekenen dat het allemaal een pak minder vlot zal gaan. Zijn snelheid verdwijnt, z'n lichaam begint te wegen en het gaat gewoon steeds meer moeizaam. Waar hij een uurtje geleden nog gezwind door de modder huppelde, laat hij zich er nu door vertragen. Waar hij eerder glimlachend tempo maakte op een asfaltpaadje langs het water, hoopt hij nu dat die asfalt snel door is en moet hij het af en toe wat trager doen om op adem te komen. Het klopt niet en hij geeft er eerst geen aandacht aan. Wil er geen aandacht aan geven. Dat zijn ultra's: soms gaat het goed, soms gaat het niet goed; maar geen van beiden blijft duren en zo cirkel je er doorheen. Daar is geen ontkomen aan.

Aan het vijfde checkpoint, op ongeveer 100 kilometer, probeert hij het wederom kort te houden. Het is ergens voor of na 19u00 wanneer hij er voorbij gaat. Hij heeft het, u raadt het al, snel koud en wil niet onnodig afkoelen. Het is eigenlijk best dom van hem: af en toe eens goed op adem komen en rusten is goud waard. Hoe verder hij gaat, hoe meer hij die kleine beslissingen om snel door te gaan, niet lang te rusten, geen sokken te vervangen, niet nog een beetje trager te gaan,... zal bekopen. Beetje bij beetje begint het hem wel te dagen, hij heeft er evenwel weinig oren naar.

De etappe naar het zesde checkpoint, van 100 naar 120 kilometer, is een keerpunt. Het is intussen echt goed donker geworden. Het lijkt hem alleen maar meer en meer donker te worden. Dat zit in zijn hoofd. Het is ook koud en wordt alleen maar meer en meer koud. Dat zit niet alleen in zijn hoofd. Tegen de koude is hij evenwel gewapend. De laatste kilometers voor het checkpoint ontmoet hij Sven. Een opperbeste kerel met enkele mooie verhalen. En verre van een koukleum: in short en t-shirt trotseert hij die 160 kilometer. De compagnie is welkom en het haalt hem even uit zijn hoofd. Eenmaal op het checkpoint wil hij nu toch wel even uitblazen. Hij moet wel. Het is intussen omstreeks 23u00 en het weegt op hem. Hij probeert aan te sterken en eet en drinkt wat hij nodig heeft. Extra cola voor onderweg wordt in een softflask gegoten. Hij vraagt zich af of hij wel moet doorgaan zo. Een eerste teken aan de wand. Die vraag is nog nooit in hem opgekomen. Nu ja, er is voor alles een eerste keer. Iedereen weet dat je die beslissing nooit moet nemen op een checkpoint. Dus gaat hij verder. Zien hoe het gaat, heet dat dan.


Het blijkt niet te gaan. Het duurt vier uur vooraleer hij de laatste checkpoint weet te bereiken. Het wordt de zwaarste etappe. Hij verliest er de strijd tegen zichtzelf en beslist er op 140 kilometer de handdoek in de ring te gooien. Het gif verspreidt zich al snel na het vertrek uit het zesde checkpoint. Hij wordt moe en moe en nog meer moe. Telkens hij zich eventjes neerzet, dreigt hij in slaap te vallen. De stem in zijn hoofd vertelt hem dat hij hier niet ergens in slaap wil vallen en zo in de problemen raken. Die stem lijkt al heel handig vergeten te zijn dat er ergens mensen zijn die opvolgen of je stipje nog beweegt op het scherm, of dat er toch altijd nog mensen voorbij komen en er steeds een grote zorg onderling is voor elkaar. Nu ja, dat is wat die stem doet. Rotding.
Ergens halverwege de etappe moet hij halt houden om de batterij uit z'n hoofdlamp te vervangen. Het is ergens langs een veld onder de open sterrenhemel. Wanneer hij z'n rugzak uitdoet en zich even op één knie zet, valt hij een moment even in slaap en gaat hij tegen de vlakte. Dat is het moment waarop die stem finaal toeslaat en de val dichtklapt. That's it, op de volgende checkpoint geeft hij op! Better safe than sorry, denkt hij. Zo zet hij vastberaden de tocht naar die laatste checkpoint voort.

Omstreeks 4 uur 's ochtends daagt dan het kerkje te Bierbeek op. Nog een honderdtal meters en dan is de checkpoint er. Dan is het gedaan. Hij wandelt de trappen op en neemt zich voor direct te zeggen op te geven. Korte metten mee maken en gedaan. Zo stapt hij langzaam de trap naar de veranda op. Peter van het Legends Team geeft hem een warm welkom en vraagt hem enthousiast of hij croques wil. Wanneer hij, moe als hij is, zijn mond opent, komen de geplande woorden niet. In plaats daarvan antwoordt hij opgelucht: "croques: graag, ik plande te stoppen, maar ik ga dat toch niet doen". Hij kan al niet meer geloven dat hij het zo ver liet komen dat hij wilde uitstappen. Hij is het teampje van die laatste checkpoint immens dankbaar voor dat warme welkom en de hulp erna! Ze helpen echt waar ze kunnen om het de deelnemers even makkelijk en comfortabel te maken. Wanneer hij terug vertrekt, helpen ze hem zelfs z'n handschoenen aan te doen wanneer hij er zelf niet in slaagt. Wat een toppers!
Nu: dat vertrek, dat duurt wel even voor hij daartoe komt. Eerst kruipt hij in een tuinstoel en doet zoals de rest: zich zo diep als mogelijk proberen wegstoppen onder een paar dikke dekens. Zo probeert hij een klein dutje te doen. Dat is lastig. De croques of de koffie, of misschien wel beiden samen, landen stevig op z'n maag en even lijkt het erop of die het gaat begeven. Nee, niet weer! Hij vraagt of hij het toilet mag gebruiken en haast zich naar binnen. Het blijkt loos alarm. In het toilet is het buitengewoon warm. Aangenaam warm. Een heel attent iemand heeft er de verwarming lekker hoog gezet. Hij zet snel de timer van z'n horloge op vijf minuten , steekt z'n benen langs de pot en knalt z'n hoofd op de grond naast de deur. Daar haalt hij even slaap in. Gezellig. Uiteindelijk probeert hij ongeveer een uur om zoveel mogelijk terug tot leven te komen alvorens hij terug het checkpoint verlaat.


Iets na 5 uur 's ochtends vat hij die laatste twintig kilometer aan. Hij weet dat het lang zal duren: maar de beradenheid is terug en ze is vast. Hij heeft nog elf uur om de finish te halen, dus dat gaat nu wel gebeuren. Nu moet hij gewoon blijven gaan, stap voor stap. Zijn voeten doen intussen ook goed zeer. Wanneer hij aan de finish de kousen er van rond pelt, blijkt het een mijnenveld aan bleinen te zijn. Daar is hij nu nog niet. Eerst moet hij die twintig kilometer overbruggen. Het gaat in zijn hoofd eerst van 140 naar 150, dan naar 155. De laatste 5 kilometers telt hij elke kilometer. Idioot, want zo duren die nog langer. Hij wil er gewoon zijn. Zo blijft hij traag en gestaag doorduwen tot hij uiteindelijk om 9u15 's ochtends terug De Roosenberg binnenwandelt en zijn avontuur er weeral op zit. Deze keer is de spijt dat het alweer gedaan is nergens te bespeuren. Hij is blij dat hij er geraakt is en het erop zit. De opluchting is groot, de dankbaarheid nog groter. Het is een intense overwinning. Hij voelt dat het klopt wat ze zeggen: hoe harder de strijd, hoe zoeter de overwinning.

























Reacties

Populaire posts van deze blog

Belgian Ultra Trail (17 - 21 mei 2023): 385 km dwars door het land en wars door alles 🤯 🥳 😍

Ultra Tour des Sources – Self Supported (174km, D+ 4600, 31h18min)

Legends Trail 250: het avontuur der avonturen!