Legends Trail 250: het avontuur der avonturen!
Nog breed glimlachend, net aangekomen te Race HQ Mormont. |
Carry on my wayward son
For there'll be peace when you are done
Lay your weary head to rest
Don't you cry no more
Kansas - Carry On Wayward Son
Het is september 2016. Jawel, dat lees je geheel juist: een goeie 3,5 jaar geleden! Ik heb net m'n allereerste Iron Viking gefinisht. Je weet wel: marathon, 100 obstakels. Het nodige afzien krijg je er gratis bij. Wanneer ik die finish over strompel en elke spier in mijn lijf asynchroon in een kramp schiet: dat is het ogenblik waarop het ultrazaadje in mij gelegd is. Ik wil meer van dit én ik wil verder! Veel verder! Ik denk, ietwat onbesuisd: ik wil 100 km lopen. Minder onbesuisd vraag ik raad binnen de OCR community: hoe begin ik hier überhaupt aan? Er wordt gezegd dit alleszins niet lichtzinnig op te nemen. 100 km is niet niks is. Maar! Als 100 km lukt, dan... Dan zouden wel eens de deuren kunnen openstaan voor andere dingen of zelfs voor een race zoals de Legends Trail. De wat? Alleen al de naam spreekt onmiddellijk tot de verbeelding! Ik googel dit even en kan m'n ogen niet geloven: we spreken over een footrace van 250 km in hartje winter in de Ardennen?! Dit kan toch echt niet? Echt wel! Echt? Ja,echt! 10 minuten later rolt het intussen bekende logo uit de printer en zit ik, nog steeds vol ongeloof, naar dat stukje papier te staren. De fanatiekeling in mij laat er geen gras over groeien: al snel slaagt mijn brein erin om 'Hoe gek is dat?' te vertalen naar 'Hoe fantastisch moet dat niet zijn?'. In kleine ondertitels wordt er stiekem aan toegevoegd 'Ik wil dat lopen.' Eerst nog in kleine lettertjes, maar al snel wordt dat logo een niet te negeren spandoek in mijn hoofd. En die kleine lettertjes worden al maar groter! Even later loop ik met een papieren droom in m'n handen de trap af en zeg ik "Kijk schat...2020". En zo begin ik, fanatiek als ik soms kan zijn, aan een plan dat mij langs 50 mijl, over 100 km , doorheen 100 mijl in 2020, hopelijk, tot de start van de Legends Trail kan brengen. En zo geschiedde het, althans op papier.
Ik weet dat het niet zo is, maar het lijkt er wel ineens te zijn: 21 februari 2020, 18u00. De start. Dé Start!
Eindelijk! Al dat plannen, al dat wachten, al die spanning, alle twijfel: ze doen er niet meer toe. Dit is het! Met een zestigtal mannen en vrouwen luisteren we aandachtig naar de briefing van race director Tim alvorens hij ons de zonsondergang in stuurt. Het is een bemoedigende start: de zon is nog net niet aan het ondergaan. De paarsblauwe hemel lijkt net dat beetje dieper te kleuren. De wereld lijkt plots intenser aan te voelen. Er hangt elektriciteit in de lucht en de zintuigen staan op scherp. Benieuwd hoe lang dat gaat blijven duren! Vanaf nu hebben we 65 uur en 9 minuten om het parcours van 260 kilometers te gaan bedwingen. De helden die morgen de 500 km aanvangen hebben de moeite genomen om mee naar de start te wandelen en samen met het Legends team en andere sympathisanten ons te laten vertrekken onder luid gejuich. Daar gaan we dan! Hell yeah!
De start is gewoonweg magisch! Het is een droom die werkelijkheid geworden is. Dit is sowieso al geslaagd! Nu nog zo ver mogelijk en liefst tot aan de finish komen!
Vooraleer ik jullie verder meeneem op deze ongelooflijke tocht zal ik jullie kort even vertellen wat elke deelnemer krijgt.
Een parcours van 260 kilometers met 7000 (optimistisch berekende) hoogtemeters. Een start, zoals je al weet, bij zonsondergang. Omgerekend betekent dit 3 donkere nachten, gezien we op het einde van de maancyclus zitten. Nog pietluttiger omgerekend betekent dit dat ongeveer 2/3 in het donker gelopen mogen worden.
4 checkpoints moeten aangedaan worden op ongeveer 60, 125, 160 en 200 kilometer. Daartussen ben je op jezelf aangewezen. Externe hulp is zowel op het parcours als in de checkpoints uit den boze. Wel mag gebruik gemaakt worden van winkels en eetgelegenheden die we langs het parcours tegenkomen. Elke checkpoint heeft een cut off tijd die berekend is op een gemiddelde snelheid van 4 kilometer per uur. Zondag, op het vierde chekcpoint, wordt er nog een extra cut off toegevoegd: je moet op 13,5 km van de finish zijn om 7u15 maandagochtend.
En niet te vergeten: je krijgt de beste vrijwilligers die er zijn en die je leven op een checkpoint opwaarderen naar het niveau dat diva's gewoon zijn!
Het is met andere woorden een all round pakket en je krijgt steevast meer dan waar je voor betaalde.
Race pack: ready to go! Goed voor een kleine 7 kg! |
Kousen, kousen en nog eens kousen! Schoenen en de persistente vraag: welke voor welke etappe? Om dan uiteindelijk toch de gehele LT op 1 én hetzelfde paar uit te lopen! Verschillende sets broeken, basislagen, tussenlagen, toplagen, windichte en waterdichte lagen. Ik ben zo gelaagd! Dan zijn er nog eens de extra isolerende lagen voor als het echt koud wordt. Daar horen dan ook nog, mutsen, nekwarmers, handschoenen én zelfs zonnebril en skibril bij. You never know, right!
Dan is er natuurlijk nog het materiaal. Al die coole gadgets! Hoofdlampen en batterijen. Ik verzamel ze zoals handtassen. Powerbanks en kabeltjes, reserve kabeltjes en reserve reserve kabeltjes. Een gps, back - up gps en sporthorloge met gps mogen niet ontbreken. Reserve racepack, poles, microspikes, handwarmers, een EHBO kit, waterdichte zakjes, een cruciale waterfilter,... allemaal zijn ze eigenlijk onontbeerlijk. Of toch zo goed als.
Zevenduizend keer herberekenen hoeveel calorieën per etappe moeten meegenomen worden. Al dat eten nog in aparte ziplockzakjes steken. Me meer dan eens bedenken: dit is niet goed voor ons milieu, daar moet ik volgende keer toch iets anders voor bedenken.
Het slaapgerief mag zeker niet vergeten worden: slaapzak, matje en bivvy. Ook hier een hoofdlamp, apart wekkertje en oordopjes. Ha! Hoe naïef zijn die oordopjes: slaapdeprivatie is een gekend euvel tijdens de LT, dus als die hoofdjes tegen de grond gaan blijken die oordopjes enkel goed zijn als kussentjes voor onze kapotte tenen!
Alles gecheckt, gedubbelcheckt, getripelcheckt en dan nog eens gequadruppelcheckt. Ja, ik ben een lijstjes en checkjes man. Ik word midden in de nacht wakker om dan toch nog dit of dat aan die lijstjes toe te voegen of te schrappen. Of nee toch toe te voegen!
En natuurlijk begint alles menig maal opnieuw. Want die dropbag (de tas met je extra en reservespullen die van checkpoint naar checkpoint vervoerd wordt) mag maar 20 kg wegen en ik kom dan uit op 21 kg. Na veel wikken en wegen krijg ik hem dan toch onder het maximum gewicht. Weer iets dat van het lange lijstje geschrapt kan worden!
Laatste stap van de check in. Rechts is de enige echte Stu Westfield: veiligheidscoördinator van dé Spine Race. #eenbeetjeonderdeindruk |
Vrijdagnamiddag, bij de check in voor de race, wordt de dropbag ook echt wel gewogen en gelukkig goedgekeurd! Voorts worden hier ook de kaarten van het parcours overhandigd. Die gaan gezellig met het kompas keuvelen onderaan de racepack. Hopelijk heb ik die niet nodig! De verplichte uitrusting wordt gecheckt en nog enkele administratieve zaakjes worden afgetoetst. Eigenlijk ben ik bloednerveus. Man, ik ga zo blij zijn als ik gewoon aan het lopen ben! In de wachtrij doet Martino, een echte held die de 500 gaat doen, nog een duit in het zakje door te benadrukken dat je bij de 250 toch echt minder tijd hebt om de cut offs te halen.
Intussen zijn we goed en wel gestart en de eerste cut off is wel nog even verwijderd. Voorlopig focus ik op genieten van de laatste streepjes zonlicht en het vinden van een haalbaar ritme De eerste etappe is een kleine 60 km met ongeveer 1600 hoogtemeters. Niet superzwaar, maar ook geen 'walk in the park'.
De eerste kilometers hangt het pack van 60 lopers nog wat samen. Een vooraan lopend groepje deelnemers neemt al snel een verkeerde afslag. Hiermee worden we ook direct met onze neus op de ernst van de uitdaging gedrukt.
Enkele kilometers verder belanden we op een pad langs de Ourthe. Hoe prachtig is het om dicht langs het water te huppelen en te genieten van de mooie omgeving! De voetjes droog houden in die mooie omgeving blijkt al snel een illusie te zijn. Het pad loopt zo dicht tegen het water dat we er soms gewoon door moeten. De Ourthe moet enkele kilometers gevolgd worden, met een passage langs de 'Barrage de Nisramont'. Daar gaat het de eerste keer recht omhoog en intussen is het ook goed donker geworden. De charme van al die ploegende rode lichtjes in de nacht en het vale schijnsel van hoofdlampjes katapulteren me steeds opnieuw naar een andere wereld. Er valt weinig te zien buiten het licht van je hoofdlamp en het avontuur wordt net dat beetje meer intens, dat beetje meer écht. Nog meer dan overdag maken de nachten een ultra iets buitenwerelds. Ik ben echt aan het genieten!
Hoewel we nog niet lang bezig zijn, heb ik ook al een eerste keer kledij moeten wisselen. Hier zit duidelijk een trend in: elke keer start ik eigenlijk te warm gekleed en moet ik al snel even op kant om iets uit te spelen. Deze keer startte ik met een 'lichte' donsjas, voor de nacht. Stef, voormalig RD en nu ook deelnemer, wees me er bij de start al op dat dat jasje echt wel héél warm ging worden. Ik dacht 'Wel, ik zie wel'. Want ik ben soms een beetje een koukleum. Maar man, ik moest hem al gauw gelijk geven. Dat jasje is licht in gewicht, maar arctisch zwaar in isolatie. Dus na een vijftal kilometers speel ik dat uit en ga verder de nacht in met enkel een merino basislaagje en een microfleece toplaagje. Dat voelt een pak beter!
Ik hobbel rustig verder. Maak al een eerste keer een navigatiefoutje. Frons daarbij al een eerste keer m'n wenkbrauwen en vraag me af wat dat gaat geven de komende 250 kilometers. Aan navigatiefouten geen gebrek! Of het nu is door mijn vermoeidheid of doordat de gps even niet mee wil: uiteindelijk zullen ze allemaal samen goed zijn voor een kleine 29 'cadeau kilometers'. Nu kijk, liever finishen met te veel op de teller dan met de weinig. Nietwaar?
Intussen zitten we al in de bossen rond Maboge, ongeveer 17 kilometer in het parcours. Vanaf hier begint het meer stevige klimwerk. De trend voor de rest van de etappe is hiermee gezet en het rustig cruisen is dan ook definitief voorbij. En alsof het op en neer gaan nog niet genoeg is, hebben de stormpjes van de voorgaande weken voor wat extra uitdaging gezorgd. Aan omgewaaide bomen en afgebroken takken geen gebrek!
Verdergaand doorkruisen we La Roche en bewegen we langs bossen en paden richting Manhay. Op 30 kilometer in het parcours ligt Dochamps. Daar maak ik even gebruik van een cola - automaat. Dit is een klein gelukje! Ik had evenwel beter mijn kleingeld gehouden voor de cola - automaten die ik in de laatste etappe tegen zou komen. Daar had ik immers 10 cent tekort en kon ik die cola beter gebruiken dan nu.
Wanneer ik de bossen rond Havrissart in duik, neem ik een plaspauze. Daar heb ik de gekste ontmoeting. Nu, ja als je de latere hallucinaties niet meetelt natuurlijk: ooit al eens een pluchen teddybeer van tussen de struiken op je af zien vliegen? Ik sta dus te plassen en hoor iets achter me. Als ik me omdraai, zie ik dat er een das op me komt afgewaggeld. Geschrokken van het plotse licht van de hoofdlamp verdwijnt hij even snel weer de struiken in. Wat een nieuwsgierige waaghals was me dat!
Ik ben nu halverwege deze etappe. Voorlopig gaat het goed en amuseer ik me nog. Mijn tempo is mooi en ik hou het rustig. Nog belangrijker dan anders is het om hier geen kruit te verschieten in de eerste etappes.
Omstreeks 4 uur 's ochtends kom ik aan in het eerste checkpoint. Dat is 2 uur sneller dan ik mezelf gegund had, dus dat geeft vertrouwen in wat nog moet komen! Even maak ik me zorgen of ik dan niet te hard aan het gaan ben. Ik check met mezelf en ben echt OK. Dus dit is pure winst!
Zo'n checkpoint binnen komen is als de pitstop van een Formule 1, maar dan in 'verry slow motion'. De vrijwilligers die het bemannen schieten je direct te hulp: aanbrengen van eten en drank, aanvullen van de watervoorraad: you name it, they've got it! Bijna systematisch komt Geert, een collega ultraloper en deze keer vrijwilliger, checken of er nog met iets geholpen kan worden of of ik nog iets nodig heb. Ik kan echt niet genoeg benadrukken hoe fantastisch die Legendary Friends zijn en wat een topkerel Geert is!
Legendary pasta @ CP 1! |
Terwijl ik hier en daar een praatje maak, eet ik wat pasta, drink natuurlijk genoeg cola en vul de rugzak aan. Nog geen uurtje later ben ik op weg voor de tweede etappe. Ik kijk alvast uit naar de zonsopgang, die ik een kleine drie uurtjes later mag verwachten.
De volgende etappe is 65 km en heeft 2100 hoogtemeters. Dit is de langste etappe van de vijf. In mijn hoofd is dit dan ook de 'moeilijkste' etappe. Ik weet evenwel dat zelfs al zou de laatste etappe op een vlakke loopband moeten gelopen worden, deze ongetwijfeld echt het allerzwaarste zal zijn. Die laatste etappe, die gaat alles vragen. Ik prent mezelf dan bij vertrek ook even in 'Hoe zwaar deze etappe ook mag worden, het is pas hierna dat het echt gaat beginnen. Hou je hoofd erbij!'.
CP 1 |
CP 1 |
De tweede etappe starten we nog in het duister, omstreeks 5 uur en in opperbeste stemming. Ik heb er veel goeie moed in!
Voorlopig nog geen kinken in de kabel gehad en dat is goud waard: goed begonnen is half gewonnen. Ik prijs me gelukkig en verzeker mezelf dat dit niet blijft duren. Die gedachte is nog niet koud of ik mag al even rechtsomkeer maken: de stokken zijn blijven liggen in het checkpoint. Hopla, daar gaan we al!
Zonsopgang na de eerste nacht! Foto door Frank Gielen. |
Los van dit alles voel ik me fysiek en mentaal nog best OK. De vermoeidheid begint er wel in te komen. Dat is niet anders dan anders. Ik ben al meer dan een dag wakker en een goeie 13 uur aan het lopen. Een beetje vermoeidheid is dan wel aanvaardbaar. Ik maan me zelf regelmatig aan om onverwijld vooruit te blijven gaan. We mogen vertragen, maar niet stilvallen. Whatever happens: keep moving forwards! Dat is één van de verschillende mantra's die door m'n hoofd jodelen. Wat een avontuur is dit toch en het beste/ergste moet nog komen! Onderwijl wordt ook voor de allereerste keer de waterfilter gebruikt en drink ik water uit de Niglinspo. Ik voel me net een 'echte' en denk meer dan eens: 'Hoe fucking cool is dit wel!'.
Eens voorbij Niglinspo blijken m'n voeten kletsnat te zijn geworden. Dat is minder goed.
Laat ik nu heel even geeky uitleggen waarom dit minder goed is. Ik koos ervoor om te starten in de Salomon Snowcross 2 CSWP. Dat is trouwens geen ruimteschip, maar een trailschoen. Hij is gemaakt om in de sneeuw of extreem modderig terrein te lopen: een zeer agressief profiel en een ingebouwde enkelhoge gaiter om ongewenste elementen uit je schoen te weren. Echt een beest van een schoen. De grip in de modder is gewoonweg top! CSWP staat voor ClimaShield & Waterproof. Dat betekent dat die dus waterdicht is én toch ademend. Dat betekent dat eens er water in zit, het er eventjes in blijft en niet alles er terug uit raakt. Een gokje dat ik wel wilde wagen.
Als ik naar beneden kijk, zie ik dat er tijdens het lopen wel water uit de schoen 'geperst' wordt. Van echt snel en volledig draineren is duidelijke geen sprake: helaas pindakaas. Ik heb droge kousen in de rugzak zitten en laat die daar voorlopig nog lekker zitten. Ik denk dat het wel niet zo'n vaart zal lopen, tot een paar uur later de voetjes aan m'n oren beginnen trekken.
Het is iets na 18 uur, zaterdagavond. Daar is het dan: checkpoint 2! Ik ben 24 uur bezig en 125 km ver. Nog net niet halverwege het parcours. Dat is een kleine mindfuck. Zoals gewoonlijk zorg ik dat ik ergens kan zitten om snel die, inmiddels natte, schoenen en kousen uit te doen en even in mijn warme checkpoint - slippers te schuiven. Jawel hoor: beest buiten, verwend prinsesje binnen. Senne, onze fantastische zoon, vertelt me terwijl ik dit schrijft dat in zijn games checkpoints punten zijn waar je 'respawnt' nadat je gestorven bent. Wel, tijdens de LT ligt dit dicht bij de realiteit. Elke checkpoint is een rustpunt om terug een beetje tot leven te komen! De vrijwilligers zijn wederom enorm in de weer. De dropbag mag niet zelf gedragen worden, die zullen ze wel brengen. Een beker cola wordt supersnel tevoorschijn getoverd, direct vergezeld van de ganse fles. Een heerlijke schotel rijst met kip curry wordt netjes geserveerd. Tja, dat rijkelijke eten moeten we er maar bijnemen (vette knipoog). Dat alles wordt begeleid onder een assortiment aan complimenten en bemoedigende woorden. Wat misschien nog het allerbelangrijkste krachtvoer is dat je een ultraloper kan geven. Ik doe mijn best om het niet vanzelfsprekend te vinden en hen te bedanken waar ik kan. Deze mensen zijn een gans weekend in de weer voor ons en sommigen zelfs een ganse week voor de collega's die de 500 aan het doen zijn. Voor die inzet en dat engagement kan je alleen maar dankbaar zijn en een hoop respect hebben.
Even na mij komen Luc en Walter aan op het checkpoint: organisatorisch team, gemoedsopkrikkers en helpende hand waar ze kunnen. Ze vertellen me wat meer over wat er buiten mijn enge wereldje in de rest van de race al gebeurd is. Intussen is al een derde van de deelnemers uit de race. Dat is nogal moeilijk te geloven. De eerste twee uitermate lange etappes hebben duidelijk menig tol geëist. Ik inspecteer m'n inmiddels pijnlijke voetjes en zie dat daar ook al enige tol geëist is. Ik vervloek mezelf toch een beetje. De reservekousen in m'n rugzak had ik gewoon moeten aantrekken toen m'n voeten nat werden. Dat zou het beter gemaakt hebben. Om één of andere reden, ik hou het op gestampte luiheid, heb ik dat niet gedaan. Daar zit ik dan nu: nog niet halverwege en al een beetje last van trenchfeet. Als dit zich doorzet, haal ik geen finish en misschien zelfs niet eens het gegeerde punt van 200 kilometer. Wel, het is niet anders, ik moet sowieso verder. Dus ik besluit een gokje te wagen.
'In case of serious emergency' zit er een paar waterdichte 'over the calf' kousen in de dropbag. Dit eigenlijk met de laatste etappe in het achterhoofd. Als, en pas als alles kapot zou zijn, zou ik overschakelen naar een lichte hiking schoen in combinatie met deze kousen. Om de laatste etappe iets meer enkel - en voetsteun te hebben. En laat ik eerlijk zijn: ook wat meer comfort en feel good. In die wonderbaarlijke dropbag zat ook een tube Gehwol voetencrême. Je weet wel: 'voor sterk vermoeide voeten en zwaar belaste huid'. Check én dubbelcheck! Die zou eigenlijk later in de race de voetjes pamperen terwijl ik een dutje doe. Met als doel de voetjes een beetje te laten herstellen.
Daar op CP2 besluit ik dan twee dingen te gebruiken die ik nog nooit tijdens een ultra gebruikt heb. Inderdaad: er is zo die gouden regel die zegt dat je nooit iets nieuws moet proberen tijdens een race. Nu ja, LT is niet zomaar een race én ultralopen draait rond aanpassingsvermogen. Dus ik ga ervoor. Het is het beste plan dat ik kan bedenken. De voeten worden ingesmeerd, er gaat nog een dunne liner - teensok over om te helpen tegen frictie én zweet. Daarover gaat dan die waterdichte sok. Het zijn er van Dexschell voor wie het zich zou afvragen. En ja hoor, ik ben er tevreden van, want uiteindelijk heb ik dat ene paar 25 uur aangehad zonder problemen!
Het was dus een wonderwel goed geplaatst gokje. Oef! Daarbovenop zakte de pijn in m'n voeten uiteindelijk tot een aanvaardbaar iets. En wat nog belangrijker is: op het derde checkpoint zagen die voeten er ook een pak beter uit! Wat een geluk! Dit systeem bleef dan ook de rest van de etappes overeind. Wat wel een uitdaging was. Ik had maar 1 paar waterdichte sokken en slechts 2 paar liner sokjes. Back-up heet dat dan. Volgende keer dus meer van die back-up voorzien! Wellicht heeft dit systeem voor een groot stuk mijn finish gered. Achteraf zijn er zelfs complimenten over hoe goed mijn voeten er nog uit zien na zo'n tocht. En het is waar: wat zagen ze er nog prachtig uit!
Eenmaal het voetenprobleem opgelost is en er wat eten in de tank zit, is het klaarmaken voor de volgende etappe. Ik check nog even de gsm: Alex, een maat, heeft me om de zoveel kilometers een aanmoedigingsberichtje gestuurd. Een fijne en welkome verrassing! Alle beetjes helpen!
De volgende etappe is een kortere met minder hoogtemeters: ongeveer 40 km en 800 hoogtemeters. Wel door de Hoge Venen. Daar vrees ik toch wel enige moeilijkheden: veel open stukken en veel moerasachtige ellende. Later zal blijken dat ik nog niet half de zwaarte van deze etappe correct inschatte.
Terwijl ik, nog steeds in het checkpoint, een nieuwe mix Perpetuem sta te mengen, raak ik aan de praat met Adriaan. Hij twijfelt of hij op deze checkpoint gaat slapen of op de volgende. Voor mij is dit klaar als een klontje: ik ben een slechte slaper en op dat ogenblik nog niet moe genoeg om er zeker van te zijn dat ik effectief in slaap zal geraken. Slapen wil ik op checkpoint 3 doen en liefst voor een tweetal uur. Adriaan besluit de slaap ook uit te stellen en stelt voor om samen de tweede nacht in te gaan. Voor mij OK! Als mijn tempo geen probleem is. Adriaan denkt dat ik bedoel dat hij me moet kunnen bijhouden, maar ik bedoel het net omgekeerd: ik ben niet van plan om deze etappe snelheid te maken. Ik wil proberen m'n voeten een beetje te laten herstellen omdat er na deze etappe nog 100 kilometer komt. Het gaat alleen maar zwaarder en zwaarder worden.
Even later hebben we een clubje van vier musketiers om de nachtelijke Hoge Venen in te gaan: Tim, Rob, Adriaan en ik. De vorige etappes liepen we af en aan stukjes samen, gingen we elkaar voorbij, haalden we weer in en gingen weer door, enzovoort. Onze tempo's zijn dus best aan elkaar gematcht en ook als mens klikt het met deze toppers! Alle vier hebben we ook doffe ellende met onze voeten én alle vier willen we deze etappe dus niet te snel tackelen. Ergens denken we ook dat we wel wat tijd hebben voor deze derde etappe. Niets is echter minder waar en we mispakken ons zwaar aan wat komt.
De derde etappe begint aanvankelijk gemoedelijk. Rond 20 uur wandelen we het checkpoint buiten. Enkele meters verder stoppen we al om toch nog eerst allemaal onze regenbroeken aan te trekken alvorens de natuur in te verdwijnen. Het is zachtjes beginnen regenen. Je kan evenwel beter sneller dan later die regenbroek aantrekken.
Samengevat zag deze schijnbaar korte etappe er als volgt uit: eerst een gestage klim van een 10-tal kilometers, die zachtjes en zonder bruuskeren de energie uit je lijf sabbelt. Vervolgens komen er gratis en voor niets een vijftiental kilometers doffe ellende in de Hoge Venen. Elke kilometer verder lijkt een afdaling in rottigheid. Het is zo'n geval van 'het volgende stukje zal misschien wel beter zijn' om dan telkens gewoon erger te zijn. Wanneer je dan denkt dat je uit de rottigheid van de Venen bent en o zo blij om terug in wat bos te lopen, krijg je daar dan nog alle resterende hoogtemeters op elkaar geduwd in een vijftal kilometers vol met brutale klimmetjes en afdalingen. Halverwege deze etappe scheen er wel een streepje zon: ik wist alvast zeker dat ik geen moeite zou hebben om in slaap te raken op het volgende checkpoint. Hieronder, om het trauma van me af te schrijven, alsnog de hoogtepunten van 'le petit tour des Fagnes'.
Eerst gaat het doorheen de bossen rond Sart en Hockai. Dit lijkt mee te vallen. We doen dit rustig aan en voelen wel het klimmen in onze beentjes en vooral pijnlijke voetjes. Het duurt niet lang alvorens we dan toch even op adem moeten komen. Een verloren picknicktafel brengt ons even rust. In het donker van de nacht lijkt het wel of we gestrand zijn op een onbekende planeet en op een stukje verloren beschaving gebotst zijn.
Ons nog niet bewust van wat komt, blijven we hierna gestaag voortbewegen. Ineens zijn ze daar: de Hoge Venen en bijhorende uitdagingen. Venen en moerasachtige grond maken vooruitgaan een tantaluskwelling. De kille wind probeert ons met een sluier van priemende waterdruppeltjes te ontmoedigen. We raken ook meer en meer moe. Er wordt gesproken over een 'dirtnap'. Maar ik heb er eerlijk gezegd geen zin in. Een stukje terug zagen we enkele collega's tegen een boom aan een uiltje knappen. Ik vrees evenwel dat als ik dit nu doe, ik op het checkpoint niet meer 'degelijk' ga kunnen slapen. Dus ik duw door en probeer er het tempo in te houden. Ik ben ook bang dat als ik trager ga dan ik kan, ik te veel zal afkoelen. Ik lijk van ons clubje nog het minste last te hebben van de vermoeidheid. Stel je daar evenwel maar niet te veel van voor. Ik word ook slaperig, merk dat ik stiller word en meer op mezelf teruggetrokken raak. Het is vechten om vooruit te blijven gaan. De hallucinaties zijn intussen ook begonnen. Voorlopig blijft het bij de bekende onbekende gezichten die overal opduiken. Voorlopig.
Eenmaal door dit tergende stuk, probeer ik er meer tempo in te krijgen. We zijn intussen nog met 3. Adriaan sloot eventjes terug aan bij een ander groepje. Ineens maant Tim me aan om los te gaan. Maar ik ben er niet gerust op: Rob is echt moe en Tim heeft problemen met zijn hoofdlamp. Rob komt er iets later gelukkig door dankzij een cafeïneshot van Tim. Wanneer Tim dan zegt dat hij een back-up lamp in z'n rugzak heeft en hij echt wel OK is, besluit ik toch te gaan. Ik ben bang dat ik niet genoeg tijd ga hebben om een deftig dutje te doen én wil ook weten of ik nog kan doorduwen. Want dat ga ik later ook nog moeten kunnen, zelfs nog sterker dan nu. Het is nogal wat!
Onderweg hebben we nog af en aan een groepje gevormd met enkele andere lopers, waaronder Steven en Giovanni. Wederom topkerels! En eigenlijk blijft het kringetjes draaien met deze bende: we hangen af en toe samen, gaan elkaar voorbij en zien elkaar dan terug op de checkpoints of verder in het parcours.
Uiteindelijk doe ik een goeie tien uur over deze etappe. Omstreeks 6 uur zondagochtend kom ik uitgeput op het derde checkpoint aan. Ik had er liever een uur eerder geweest en wilde er toch graag zeker twee uur kunnen slapen. Maar dat plan moet bijgesteld worden. Onderweg hadden Tim en ik half in slaap lopen nadenken over ons tijdschema. Je zou ervan verbaasd zijn hoe goed 'half in slaap', 'nadenken' en 'lopen' nog samen kunnen gaan. We hadden te verstaan gekregen dat we voor de laatste etappe best wel wat extra tijd konden voorzien. De finale in Maboge beloofde immers nog een zwaar sluitstuk te worden. Dus rekenden we dat we best om 8 uur al terug op weg zouden zijn. Dat zou wel weinig ruimte voor slaap laten...
Aangekomen op checkpoint 3 moet ik dan ook een keuze maken: een powernap doen en verder doorduwen of toch iets langer slapen en hopen daardoor meer uitgerust te zijn om de 2 volgende etappes niet nog meer tijd te verliezen door vermoeidheid. Ik neem een risico en kies voor het laatste.
Tegen de tijd dat ik iets gegeten heb (heerlijke wortelstoemp met vleesbrood!), verse kleren aangetrokken heb (eens goed met een busje deo rondgegaan ben) en m'n slaapspullen uitgepakt heb, zijn we bijna een uur verder. Het gaat duidelijk traag als je moe bent!
In mezelf gekeerd hoor ik ineens iemand roepen 'En, Kristof, bevalt de huwelijksreis je?'. Moeha! Het is Els die het checkpoint runt. Ze voegt er voor haar collega's aan toe dat ik nog niet zo lang getrouwd ben. Niet zo bijster scherp meer of net wel, wie zal het zeggen, antwoord ik dat ik kon kiezen: dit of een huwelijksreis en de keuze snel gemaakt was. Sorry Tina!
Tegen 7 uur slof ik naar buiten en zoek me een plekje uit de wind op. Moeizaam kruip ik in m'n slaapzak. Uiteindelijk zet ik de wekker om 8u45. Dan heb ik net geen uur en drie kwartier slaap. Dat is nog minder dan ik zou willen, maar meer dan ik net daarvoor hoopte. Uitgeteld leg ik m'n hoofd neer. Ik kan nog net denken 'Moe, maar vetcool!' en ga compleet onder zeil.
Even later wordt ik door een windvlaag bruusk uit een droomloze dodemansslaap gerukt. Of de wind nu gedraaid was of ik door de vermoeidheid een verkeerde keuze maakte, het maakt niet uit: ik ben wakker. Ik kijk op de klok: 7u24. Fuck, shit, FUCK! Dat was ocharme 20 minuten slaap! Wonderwel voel ik me een beetje herboren. Wel ja, herboren. Ik denk dat ik nu wel weet hoe een warme pint zich moet voelen. Schraal, maar nog goed genoeg voor consumptie. Ik voel me in elk geval beter dan toen ik aankwam. Even twijfel ik om toch nog verder te proberen slapen. In mijn hoofd vormt zich evenwel 1 luid en duidelijk woord: GAAN! Ik kraam de hele handel dadelijk op en begin me klaar te maken om te vertrekken. Sander, een collega ultra - loper die ik leerde kennen tijdens de Bello Gallico, is nu stevig aan het vrijwilligen en helpt me geduldig met de laatste loodjes om te kunnen vertrekken. Dankjewel, kerel! En zo gebeurt het dat ik omstreeks 8 uur dat derde checkpoint buitenwandel. Onvoorstelbaar! De wereld ziet er mistroostig uit in het grijze en natte wolkendeken. Maar er is daglicht en voor mij schijnt de zon: ik heb zonet tijd goed gemaakt! Ik besef heus wel hoe verknipt dat klinkt, hoor. Een ultra, zeker deze, hangt aan elkaar van de kleine overwinningen die je behaalt. Of ze schijnbaar of echt zijn doet er niet toe. Nog 27 uur om 100 kilometer te overbruggen. Dit zou wel eens kunnen lukken!
Ik rits nog gauw een banaantje mee uit het checkpoint, zeg dankjewel aan de vrijwilligers en sla even later een weggetje in dat de bossen rond Malmedy in verdwijnt. Het traject passeert le Chemin du Calvaire. Een stevige, robuuste trappenhelling die verschillende hoogtelijnen kruist. Gelukkig af te dalen in plaats van op te klimmen. Dat mag ook wel eens! Het spoor raakt me ook hier weer enkele keren bijster. Uiteindelijk doe ik ergens schoon op mijn poep een afdaling om uit te komen op het pad waar ik zou moeten zijn. Denk ik. Is zo. Oef! En we gaan weer verder.
We passeren langs Stavelot en Trois - Ponts. Ik herken onderweg enkele stukken uit de Ultra Tour des Sources. Mooie omgeving en mooie herinneringen! Ik ben moe, maar ben in opperbeste stemming en geniet van elk ogenblik. Ik geniet zo hard dat ik de stukken van de UTDS op een bepaald moment dan ook onbewust blijf volgen. Zo lopen dan weer die extra kilometers op. Dankjewel autopilot!
Even later kom ik Tim tegen. Die heeft plots pijn in z'n been gekregen en maakt zich zorgen. Hij gaat contact opnemen met de 'medics' en vragen of ze hem enkele tips kunnen geven om verder te kunnen. Iedereen die nu nog bezig is, wil kost wat kost blijven gaan! Tim zegt dat er enkele kilometers voor me een kopgroepje loopt en ik die misschien kan inhalen. We zien wel hoe dat gaat. Ik zie de rest van de etappe uiteindelijk niemand meer tot ik bijna aan het checkpoint ben. Ik wens Tim succes en goeie moed. Ik hoop dat ik hem straks nog terugzie.
Het afwerken van deze etappe betreft net als de vorige een kleine 40 km. Wel met wat meer hoogtemeters: 1200, bij benadering. En ik voel ze wel. Op ongeveer 190 km in het parcours begint het toch wel te wegen. Er komt ook een onaangename druk op de botten in m'n onderbenen. Voor ik het weet vraag ik me af of een bot zomaar kan breken. "Kom hé, Verhavert, nu niet onnozel gaan doen!" Ik maan mezelf aan om vooruit te blijven gaan. Me inbeeldend dat ik een soldaat ben in het D'Haraanse leger, blijf ik gaan. Hup, 2, 3, 4! Sorry mensen, dat is eentje voor de Sword of Truth fans.
Op mijn GPS ben ik al lang de 200 km voorbij en ik weet eigenlijk niet wanneer nu exact die volgende checkpoint komt. Ik ben de tel kwijt. Ik weet wel dat hij in Grand Halleux is en ik daar dus moet opletten. Onderweg kruis ik de eerste keer het pad met collega's van de 500 kilometer. Wat een beren! Plots komt Adriaan vanachter me aangerend. Die heeft een mooi tempo! We zijn blijkbaar bijna aan de volgende checkpoint en lopen er net niet voorbij.
Het is zondagnamiddag, ongeveer half vijf als we de trappen van het laatste checkpoint opsloffen. Dit is alvast een overwinning! Het punt voorbij de 200 km! Nog nooit zo ver gelopen! Dit kan me alvast niet meer afgenomen worden! Echt waanzinnig!
Op het checkpoint is het een broeierige bedoening. Hier vertoeven zowel deelnemers voor de 250 als de 500. Er lijkt weinig plek te zijn, maar de bedrijvige vrijwilligers zorgen gelukkig dat iedereen een plekje heeft. Ik moet mezelf even hergroeperen en tot mezelf komen. Voor ik er erg in heb zit ik en ben alweer bezig aan de routine. Die staat voor de handigheid netjes op een blad uitgeschreven. Je kan hier misschien mee lachen. Je mag hoor. Ik kan me inbeelden dat voor buitenstaanders het soms lachten en gieren moet zijn om ons bezig te zien! Echter niets zo handig als een lijstje volgen. Of het nu vermoeidheid, adrenaline, slaapgebrek of ongeduld is: er is altijd wel iets dat maakt dat je iets vergeet. Zo dus niet. Jaja, voor volgende keer komt er onderaan dat lijstje: vergeet de poles niet! Ik doe voor de laatste keer het schoeisel uit en geef deze keer ook de voetjes een voetbadje. Doet best wel deugd! Ik eet, vervang batterijen, steek een extra isolerende laag in de rugzak, dump er nog een goeie 3000 kcal aan eten voor onderweg bij en werk de rest van het lijstje best wel snel af. Ik wil voor 18u00 aan de laatste etappe beginnen. Als dat lukt, dan zit ik eigenlijk terug op schema en mentaal is dat wel een opsteker. Mentale opstekers moet je pakken wanneer je kan!
Het is enkele minuten voor zes en ik ben klaar om te vertrekken. Joepie! Ik weet dat het hard gaat worden, maar ik heb er enorm veel zin in. De laatste etappe. Erop of eronder. To the battle!
Steven vraagt voor ik vertrek of ik nog een tiental minuten kan wachten. Dan kunnen we met een groepje vertrekken. Samenlopen: graag! Maar voor 18 uur aan het lopen zijn primeert. Mentale opstekers, hé. Ik wil het ook niet riskeren dat die tien minuten er twintig of meer worden. Want, weet je, dat gebeurt als je in groep gaat. Ik zeg dus dat ik wel wil samen lopen, dat ik nu wel door ben en hen later zie. Zoals het voorheen ging, halen ze toch me wel ergens in. En eigenlijk verwacht ik ze een drie kwartiertjes later wel te zien opdoemen. Het worden echter enkele uren: wanneer ik door een oriëntatiefout terug aan het lopen ben op het parcours. Oh ja mensen, die laatste etappe ging het bijna mis. Bijna.
De zon is intussen onder gegaan en de gevreesde derde nacht gaat zijn intrede doen. De regen is lekker aangedikt en meer dan enkele meters ver zien zit er even niet meer in. Het lijkt erop of de weergoden hiermee een signaal uitsturen: de overwinning is misschien wel dichtbij, maar lang niet in zicht. De laatste etappe is net geen 60 km. Hoogtemeters: een slordige 1400. Tellen doe ik dan niet meer: op, neer, links, rechts,... Maakt niet uit: alles weegt, alles is zwaar en niets komt vanzelf. Hoewel die laatste etappe van begin tot einde een harde strijd is, verwonder ik me over hoe goed de moraal door dit alles blijft. Ik neem bewust een momentje om even terug te grijpen naar de afgelopen 48 uur én klop mezelf op de schouders omdat ik ze nog geen enkele keer heb laten hangen. Ik fluister tegen mezelf: 'goed bezig, nu niet plooien'. Het voelt aan alsof ik een strijdtoneel in stap. Het is ik tegen de laatste 60 km, tegen de slaap, tegen het weer, tegen het duister en tegen de pijntjes. Mijn grootste wapen is motivatie. Ik heb het zwaarste kaliber ervan. Daar kan geen van die kwelduivels tegen op. Ik zet m'n helm op (muts en hoofdlamp), trek het harnas aan (rits de regenkledij dicht) en neem m'n wapens in de aanslag (pak m'n poles vast) en vertrek. De strijd zal nog 15 uur en 22 minuten duren! Ach, het is misschien wat overdreven voorgesteld. Het voelt evenwel episch.
Na het checkpoint is er kort een stuk asfalt, opwaarts natuurlijk, alvorens het weer overgaat op bospaden, modderwegen en, hoe kan het ook anders, omgewaaide bomen. Enkele kilometers verder, te Quarreux, is er een splitsing van 5 punten. Er staan er maar enkele op mijn kaart. Lap, 2 paden kunnen het pad zijn dat ik moet volgen. Ik kies het verkeerde. Plots zie ik uit tegenovergestelde richting op het andere pad lichtjes: enkele beren van de 500 km! Het blijken Marek en Maarten te zijn: twee helden waar ik naar op kijk. Ze zetten me dadelijk op de goeie richting en vragen me zeer ernstig en zorgzaam of ik zeker warm genoeg gekleed ben. Later snap ik ook waarom: het gaat kilometers over open landwegen met een snijdende wind en priemende regen. Ik zeg hen sympathiek welke richting ze uit moeten en ze antwoorden vrolijk: "Maak je over ons maar geen zorgen, we weten waar we heen moeten". Ze steken me een hart onder de riem en zeggen dat 25 km verder het legendarische extra checkpoint 'Chez Ingo' te vinden is. Fantastisch! Iets om naar uit te kijken!
De weg vervolgend passeer ik 3 collega's die een klooster of wat het ook moge zijn binnengaan. Ik schud even met m'n hoofd. Dit kan ik toch niet hallucineren? Wellicht zoeken ze een droog toilet of een plekje uit de regen. Ik buig m'n hoofd opnieuw voorwaarts en ploeter voort. Nog even is er de beschutting van bos en ineens breekt het nachtelijke landschap open. Wat is me dat?! Eerst is het een tijdje lopen met een zijwind en bijhorende inbeukende regen. Zo'n zijwind die me af en toe uit balans brengt of zelfs eventjes verzet. Ergens in een schuurtje schuif ik toch even opzij: warmere handschoenen aan en alle ritsen volledig dichttrekken. Dit moet echt wel even beschut: stoppen in dit weer is geheid afkoelen. Ik ben gelukkig goed geïsoleerd gekleed. Maar die kleine stukjes nek waar enkel de regenjas bescherming biedt, voel ik door en door koud worden. Wat een guur weer is me dat!
Enkele kilometers verder buigt het pad af: nu gaan we recht tegen de wind in. Ik maak me zo klein en laag als mogelijk, kijk vooral naar de grond en probeer gestaag voort te blijven gaan. Uiteindelijk duurt het een tiental kilometers voor er opnieuw wat meer beschutte paden komen. Wat een opluchting!
Opeens voel ik me zwak worden. Dit gaat niet gebeuren! Echt niet! Gewoon blijven gaan! Misschien wel een tikje trager... Even rustig aan doen. Ik eet nog wat zure beertjes en ga rustig en gestaag verder. Ik loop nog even verkeerd: dwars door een kapotgelopen koeienweide te Lierneux. Een constant wegzakken, ploeteren én stinken! Ik denk: 'wat een lolbroeken om dat hierdoor te laten lopen'! En dan zie ik dat ik hier eigenlijk niet moet zijn: crap! Letterlijk.
Inmiddels zijn we in het rijk van Baraque Fraiture aanbeland, ongeveer 225 km ver. Eentonige paden die lang op en neer gaan volgen elkaar op. Ze zijn wel makkelijk te belopen: hardere steenachtige ondergrond. Daarover moeten we niet klagen! Het begint wel zwaar te worden: ik voel me nog steeds slap en besef dat dit wellicht de vermoeidheid is die z'n tol begint te eisen. Rusten is op dit ogenblik geen optie. Stilstaan wil ik echt zo weinig mogelijk. Ook al ben ik op de koude en nattigheid gekleed: stilstaan is afkoelen en kan het tij snel doen keren. Maar ik moet toch even op adem komen? Gewoon even. Met een zucht plof ik neer op een modderig heuveltje en trek een Kanjer tevoorschijn: "Die werken we weg en dan gaan we door." M'n oogleden laat ik even rusten en ik besef dat ik met vuur speel: als ik hier in slaap val kan ik het wel schudden. Komaan! Nog een kleine marathon en we zijn thuis. Dat moet lukken! Toch? Wanneer ik me rechtzet is m'n kont zodanig afgekoeld dat er wellicht een pint in m'n bilspleet gekoeld kan worden. En het duurt echt lang alvorens ze weer warm wordt!
Op een vijftal kilometers voor het befaamde 'Chez Ingo' gaat het alvast een eerste keer goed mis. Net geen 230 km in het parcours en net geen 55 uur bezig, ongeveer. Ik ben doodmoe en de slaap is al geruime tijd zijn best aan het doen om mijn aandacht te trekken. Als een echte superheld verzet ik me onverbiddelijk tegen zijn brute geweld. Tot die slaap plots een andere tactiek probeert en de zoete stem van de rede gebruikt om me aan z'n kant te krijgen. Het duurt niet lang of ik lijk te zwichten. Ik merk dat ik plots heel veel links en rechts aan het kijken ben, op zoek naar een plekje om even te dutten. Liefst een beschut plekje, eentje waar het warm is. Die zijn er natuurlijk niet. Ik blijf uitkijken én vechten om die ogen open te houden. De hallucinaties nemen ook toe: alles lijkt vergeven van vormen en gezichten. Het traject staat plots vol kunstwerken. Ik stop zelfs even om eentje van dichtbij te bekijken: een fraai werk van stilistisch gevormde gezichten in koper die een boomstronk moeten voorstellen. Er staat zelfs een infobord naast! Onder de indruk van het vakmanschap blijf ik even staan. Dit kan nu toch geen hallucinatie zijn, zoiets mooi! Ik ga er een foto van nemen! Terwijl ik de gsm probeer te nemen, roep ik mezelf tot de orde. Als ik hier mee begin, dat is het begin van het einde. Dus hou ik het maar op 'leuke hallucinatie'. Ergens vraag ik me vandaag nog steeds af: "Zou het toch niet... ?".
Het pad dat nu komt is een ravage van omgewaaide sparren. Zo ver het oog kan zien. Nu ja, in het donker is dat niet zo bijster ver. Normaal ga je er gewoon rond. Hier zie ik wel geen rondkomen aan. Mijn mistige brein denkt: 'Recht er door!'. Dit haalt top 3 van domme ideeën. Al gauw zit ik vast in een chaos van groen. Eventjes naar boven kruipen om uitzicht te hebben, levert ook geen fluit op. Dan maar niet meer rechtdoor en opzij om er als de bliksem uit te geraken. Ik raak net geen oog kwijt, val net niet in zo'n enorme wortelputvijver en raak er na vijven, zessen, enkele zevenen en toch ook nog een acht uiteindelijk uit. En ik sta op een pad! Hoezee! Weer een avontuurtje binnen het grote avontuur! Vlug kijk ik even op de gps om de richting te bepalen en zet aan. Ietsje later kom ik 3 lopers tegen die ik hartelijk succes wens en ga verder. Nee hoor, daar viel nog geen frank. Nog ietsje later kom ik nog 2 lopers tegen. Het zijn Steven en Giovanni. Eindelijk, dat duurde! Huh? Wat is dit? Ze vragen me waar ik heen ga en zeggen dat ik kom van waar we heen moeten. Fuck, shit, fuck en dubbele fuck! OK, niets aan te doen. Rechtsomkeer! Het maakt me ineens wel wakker. Goed! Steven en Giovanni steken er een stevig tempo in en ik sluit aan. Dat tempo helpt in elk geval om wakker te blijven! Uiteindelijk raken we enkele kilometers verder tot bij 'Chez Ingo'. Niet zonder slag, stoot of navigatie-euveltje weliswaar. Zoals je alvast begrepen zult hebben: part of the game! En wat een game!
'Chez Ingo' staat te Odeigne, op een goeie 25 km van de finish. 'Chez Ingo' is fan - tas - tisch! Het laatste beschutte rustpuntje voor je aan de lange finale van wat al een ongelooflijk avontuur geweest is, mag beginnen. Het is een klein en gezellig tentje volgestouwd met kampeerstoeltjes mét kussentjes! En wordt bemand door twee enthousiaste vrijwilligers, waaronder OCR-makker Bart, die je hartelijk ontvangen en na een kwartiertje even hartelijk weer buiten werken. Want het is toch wel verleidelijk om in dat verwarmde stukje comfort langer dan nodig te blijven hangen. En plus worden er croque monsiers geserveerd! Cola en croques: exact wat ik nodig heb! En pintjes voor de liefhebbers! Dankjulliewel, kerels! Het tentje is goed gevuld. In een race waarvan er maar een stuk of 15 deelnemers meer in het spel zijn, zit bijna de helft op dat moment bij Chez Ingo!
Terwijl iedereen vertrekt, drink ik rustig nog een bekertje cola en keuvel toch nog enkele minuutjes na. Van daar hobbelt het dan eerst richting Samréé, vervolgens Borzéé om daarna op een pad dat terug naar de Ourthe leidt terecht te komen. Richting Samrée loop ik Steven tegen het lijf. Hij heeft plots last in zijn knie. Ik zeg hem zich nog geen zorgen te maken, te kijken wat het geeft en een finish nu aan een wandeltempo ook mogelijk is. Later zie ik hem terug als collega finisher en heeft hij dat knieprobleempje vakkundig kunnen managen. Het is wat, die lange afstanden!
Net voor Samrée kom ik zelf in de problemen. Een van m'n kousen lijkt ineens ongelooflijk hard rond mijn kuit te zijn gaan spannen. Dus die kous wordt snel naar beneden gestroopt. Dat helpt niets. Dan is het wellicht de broek? Die heeft zo'n draaiende naad die langs m'n kuit loopt. Het zal dat wel zijn. Moet wel. Het is best lastig en ik moet uiteindelijk toch eventjes zitten en hergroeperen, zoals dat heet. Vanaf dan verandert de loophouding: het wordt meer een soort hink stap springen. Maakt niet uit: zolang het maar blijft vooruit gaan! Met nog meer dan 20 km te gaan, kan ik maar beter geen tijd verspillen. Later blijkt dat het geen strakke broek is, maar een spierscheur. Wow!
Te Borsée loop ik Leif (de Noor die Barkley mag doen!) tegen het lijf. We zijn beiden maar half wakker en komen aan een kruispunt dat niet op de kaart lijkt te staan. Ik denk dat ik zie waar we heen moeten om het pad te vervolgen. Leif vertrouwt het evenwel niet en wil even op z'n stappen terugkeren. De ontmoeting is kort en we vervolgen elk onze eigen weg. Na veel twijfelen kom ik een paar 100 meter verder tot de conclusie dat ik goed zit. Oef, geen tijd verloren deze keer!
Enkele kilometers later gaat het dan omlaag: de afdaling naar de Ourthe. Terug waar we zoveel uren terug nog aan het begin van het avontuur waren. Nu wel op de andere oever. Het is wel mooi uitgedacht zo. Het zijn de finale kilometers: nog een tiental en het is voorbij. Het blijken de zwaarste en meest intense van de gehele race te worden.
De afdaling naar de Ourthe is stevig, dankzij die strakke kuit. Langs de Ourthe gaat het dan best goed. De GPS slaat evenwel wederom tilt en ik weet niet goed wanneer ik juist van het pad af moet. Het is dus opletten! Wanneer het pad naar boven er dan zou moeten zijn, vind ik het niet. Het is pikkedonker en hoewel ik mijn best doe alles goed af te speuren, blijft dat pad verborgen. Met de hoofdlamp kan ik wel serieus wat licht produceren: 900 lumens, als het even nodig is, beste mensen. Toch is het niet voldoende om het pad uit te lichten. Je kan nog zo veel licht hebben, als het licht in je hoofd een beetje gedimd is, mis je af en toe wat, inclusief het voor de hand liggende. Ik ben tijd aan het verliezen! Zo maak ik de tweede domme beslissing van die nacht. Het pad zou een 80 - tal meters hoger op een parallel pad moeten uitkomen. Dus ik kruip gewoon recht omhoog en hoop zo dat andere pad te kruisen. Slecht idee? Zeer zeker. Al snel zit ik vast in een wirwar van doornstruiken en andere verstikkende begroeiing. De GPS weigert nog steeds hulp te bieden. Die kaart uit de rugzak halen? Tja, daarvoor moet ik toch wel eerst kunnen pinpointen waar ik nu in godsnaam zit en de enige omgevingskenmerken zijn struiken en die rivier daar beneden. Niet dus. Daar lig ik dan: een beetje vastgedraaid in de begroeiing. Het enige dat ik zie zijn struiken, struiken en nog eens struiken! Er zit maar één ding op: het plan verder uitvoeren en doorheen de groene ellende worstelen. Enige tijd later kom ik uit op een pad. Het is een wonder! De regenbroek is langs alle kanten gescheurd, één van mijn stokken is gebroken; maar ik ben er door geraakt! We kunnen weer voort! Wat een belevenis!
En dan maak ik een denkfout. Ik reken verkeerdelijk uit dat ik ongeveer 2 uur en en een half heb om de resterende 9 km te overwinnen. Ik weet niet wat er nog komt, lopen is moeilijk geworden en ik ben bang dat ik nog meer tijd ga verliezen op die laatste stukken. Fuck! Ik ga het niet halen!. Wat nu?
De oplossing: 'Weet je, loop die laatste 9 kilometers gewoon pedal to the metal: alles geven. Daarna is het toch gedaan'. Dus ik begin te knallen alsof m'n leven ervan afhangt. GPS in de aanslag, vlieg ik over een stuk eigenlijk zeer technisch terrein langs de Ourthe. Wonderwel schuif ik geen enkele keer uit, val ik niet en knal ik ook nergens tegenaan. Dit gaat goed! Tot er een vreemd vlaggetje op m'n GPS - scherm verschijnt. Nadere inspectie toont dat ik hier al geweest ben én, oh jawel, opnieuw de tegenovergestelde richting aan het uitlopen ben. In mijn verdediging: het is een uiterst zigzaggend en bochten nemend stukje trail. En ik ben natuurlijk, als we die 20 minuutjes slaap even vergeten, intussen al meer dan 72 uur wakker. Het is gelukkig een kort stukje, maar wel een energievretend stuk. Zwaar buiten adem hou ik halt en denk ik "Verhavert, dit kan beter!". Niets anders te doen dan de weg opnieuw te vervolgen. In een hels tempo ga ik voort. Aan een snelheid van bij momenten 14 kilometer per uur vlieg ik verder. Het is pure adrenaline: pijn voel ik niet meer en de vermoeidheid is weg. Er is enkel ik, het pad en mijn intense ademhaling. Oh ja, en het gps schermpje dat ik naarstig check op mijn vooruitgang! Het is intussen gelukkig ook opnieuw licht aan het worden: de derde zonsopgang! Gewoonweg magisch!
Even later komt Adriaan van achter mij aangesneld. Man, wat heeft die pas een tempo! Hij vraagt hoe het gaat. Ik vat samen: "veel tijd verloren, verloren gelopen". Het zal spannend worden om de cut off te halen. Lachend zegt hij: "Tuurlijk halen we de cut off, we hebben nog meer dan drie uur". Say What??? De realiteit van m'n denkfout slaat in als een bom? Dit meen je niet? Toch wel! Ik heb mezelf net opgeblazen en nagenoeg kapotgelopen in de waan dat ik een goed uur minder tijd had. Hoe stom ook van me, dit is fantastisch nieuws! En de realiteit dat ik het ga halen, dat het eigenlijk zo goed als binnen is, slaat ook in. Ik besef plots ook dat ik sinds ik het pad kwijtraakte niets meer gegeten heb. Mijn energiepijl neemt een plotse en duizelingwekkende duik en vanaf dan is het weer ploeteren om vooruit te gaan. Ik probeer nog even om Adriaan bij te houden, maar het is even op. Dankjewel, reptielbrein! Ik vertraag en geniet, nu bij daglicht, van het laatste idyllische stukje langs de Ourthe.
Er komt beschaving in zicht. Gestaag klim ik het dal van de Ourthe uit en begin aan de eindeloze klim richting het centrum van Wibrin. Op een kilometer voor de finish moeten we nog door een stukje groen langs 'la Belle Meuse', waar ik nog een allerlaatste navigatiefoutje maak. Geen erg, we zijn er bijna. Bijna! Niet te geloven! De tranen staan me in de ogen. Hoe onvoorstelbaar is dit? In Mormont wordt er nog een laatste klimmetje gepresenteerd. Het is klein, maar voelt zo zwaar. Het is net of alle moeite van de afgelopen dagen in dat ene klimmetje cumuleren. En dan is ze er: die felbegeerde finish. Een groen stukje gras achter de gîte, bekend als HQ. Race DirectorTim en verschillende Legendary Friends nemen de honeurs als ontvangscomité waar. Ik ben uitgeput, maar zo voldaan!
Legendary team, legendary friends, medisch team en Exile medics: dankjulliewel voor deze fantastische trip en de ongelooflijk goede zorgen!!!
Samengevat zag deze schijnbaar korte etappe er als volgt uit: eerst een gestage klim van een 10-tal kilometers, die zachtjes en zonder bruuskeren de energie uit je lijf sabbelt. Vervolgens komen er gratis en voor niets een vijftiental kilometers doffe ellende in de Hoge Venen. Elke kilometer verder lijkt een afdaling in rottigheid. Het is zo'n geval van 'het volgende stukje zal misschien wel beter zijn' om dan telkens gewoon erger te zijn. Wanneer je dan denkt dat je uit de rottigheid van de Venen bent en o zo blij om terug in wat bos te lopen, krijg je daar dan nog alle resterende hoogtemeters op elkaar geduwd in een vijftal kilometers vol met brutale klimmetjes en afdalingen. Halverwege deze etappe scheen er wel een streepje zon: ik wist alvast zeker dat ik geen moeite zou hebben om in slaap te raken op het volgende checkpoint. Hieronder, om het trauma van me af te schrijven, alsnog de hoogtepunten van 'le petit tour des Fagnes'.
Eerst gaat het doorheen de bossen rond Sart en Hockai. Dit lijkt mee te vallen. We doen dit rustig aan en voelen wel het klimmen in onze beentjes en vooral pijnlijke voetjes. Het duurt niet lang alvorens we dan toch even op adem moeten komen. Een verloren picknicktafel brengt ons even rust. In het donker van de nacht lijkt het wel of we gestrand zijn op een onbekende planeet en op een stukje verloren beschaving gebotst zijn.
Ons nog niet bewust van wat komt, blijven we hierna gestaag voortbewegen. Ineens zijn ze daar: de Hoge Venen en bijhorende uitdagingen. Venen en moerasachtige grond maken vooruitgaan een tantaluskwelling. De kille wind probeert ons met een sluier van priemende waterdruppeltjes te ontmoedigen. We raken ook meer en meer moe. Er wordt gesproken over een 'dirtnap'. Maar ik heb er eerlijk gezegd geen zin in. Een stukje terug zagen we enkele collega's tegen een boom aan een uiltje knappen. Ik vrees evenwel dat als ik dit nu doe, ik op het checkpoint niet meer 'degelijk' ga kunnen slapen. Dus ik duw door en probeer er het tempo in te houden. Ik ben ook bang dat als ik trager ga dan ik kan, ik te veel zal afkoelen. Ik lijk van ons clubje nog het minste last te hebben van de vermoeidheid. Stel je daar evenwel maar niet te veel van voor. Ik word ook slaperig, merk dat ik stiller word en meer op mezelf teruggetrokken raak. Het is vechten om vooruit te blijven gaan. De hallucinaties zijn intussen ook begonnen. Voorlopig blijft het bij de bekende onbekende gezichten die overal opduiken. Voorlopig.
Eenmaal door dit tergende stuk, probeer ik er meer tempo in te krijgen. We zijn intussen nog met 3. Adriaan sloot eventjes terug aan bij een ander groepje. Ineens maant Tim me aan om los te gaan. Maar ik ben er niet gerust op: Rob is echt moe en Tim heeft problemen met zijn hoofdlamp. Rob komt er iets later gelukkig door dankzij een cafeïneshot van Tim. Wanneer Tim dan zegt dat hij een back-up lamp in z'n rugzak heeft en hij echt wel OK is, besluit ik toch te gaan. Ik ben bang dat ik niet genoeg tijd ga hebben om een deftig dutje te doen én wil ook weten of ik nog kan doorduwen. Want dat ga ik later ook nog moeten kunnen, zelfs nog sterker dan nu. Het is nogal wat!
Onderweg hebben we nog af en aan een groepje gevormd met enkele andere lopers, waaronder Steven en Giovanni. Wederom topkerels! En eigenlijk blijft het kringetjes draaien met deze bende: we hangen af en toe samen, gaan elkaar voorbij en zien elkaar dan terug op de checkpoints of verder in het parcours.
Uiteindelijk doe ik een goeie tien uur over deze etappe. Omstreeks 6 uur zondagochtend kom ik uitgeput op het derde checkpoint aan. Ik had er liever een uur eerder geweest en wilde er toch graag zeker twee uur kunnen slapen. Maar dat plan moet bijgesteld worden. Onderweg hadden Tim en ik half in slaap lopen nadenken over ons tijdschema. Je zou ervan verbaasd zijn hoe goed 'half in slaap', 'nadenken' en 'lopen' nog samen kunnen gaan. We hadden te verstaan gekregen dat we voor de laatste etappe best wel wat extra tijd konden voorzien. De finale in Maboge beloofde immers nog een zwaar sluitstuk te worden. Dus rekenden we dat we best om 8 uur al terug op weg zouden zijn. Dat zou wel weinig ruimte voor slaap laten...
Dat kleine rode hoopje, achteraan op de foto:
dat ben ik! Het ziet er triest uit, maar die bivvy houdt me wel
kurkdroog!
Foto door Frank Gielen. |
Tegen de tijd dat ik iets gegeten heb (heerlijke wortelstoemp met vleesbrood!), verse kleren aangetrokken heb (eens goed met een busje deo rondgegaan ben) en m'n slaapspullen uitgepakt heb, zijn we bijna een uur verder. Het gaat duidelijk traag als je moe bent!
In mezelf gekeerd hoor ik ineens iemand roepen 'En, Kristof, bevalt de huwelijksreis je?'. Moeha! Het is Els die het checkpoint runt. Ze voegt er voor haar collega's aan toe dat ik nog niet zo lang getrouwd ben. Niet zo bijster scherp meer of net wel, wie zal het zeggen, antwoord ik dat ik kon kiezen: dit of een huwelijksreis en de keuze snel gemaakt was. Sorry Tina!
Tegen 7 uur slof ik naar buiten en zoek me een plekje uit de wind op. Moeizaam kruip ik in m'n slaapzak. Uiteindelijk zet ik de wekker om 8u45. Dan heb ik net geen uur en drie kwartier slaap. Dat is nog minder dan ik zou willen, maar meer dan ik net daarvoor hoopte. Uitgeteld leg ik m'n hoofd neer. Ik kan nog net denken 'Moe, maar vetcool!' en ga compleet onder zeil.
Net wakker na een kort dutje... |
Even later wordt ik door een windvlaag bruusk uit een droomloze dodemansslaap gerukt. Of de wind nu gedraaid was of ik door de vermoeidheid een verkeerde keuze maakte, het maakt niet uit: ik ben wakker. Ik kijk op de klok: 7u24. Fuck, shit, FUCK! Dat was ocharme 20 minuten slaap! Wonderwel voel ik me een beetje herboren. Wel ja, herboren. Ik denk dat ik nu wel weet hoe een warme pint zich moet voelen. Schraal, maar nog goed genoeg voor consumptie. Ik voel me in elk geval beter dan toen ik aankwam. Even twijfel ik om toch nog verder te proberen slapen. In mijn hoofd vormt zich evenwel 1 luid en duidelijk woord: GAAN! Ik kraam de hele handel dadelijk op en begin me klaar te maken om te vertrekken. Sander, een collega ultra - loper die ik leerde kennen tijdens de Bello Gallico, is nu stevig aan het vrijwilligen en helpt me geduldig met de laatste loodjes om te kunnen vertrekken. Dankjewel, kerel! En zo gebeurt het dat ik omstreeks 8 uur dat derde checkpoint buitenwandel. Onvoorstelbaar! De wereld ziet er mistroostig uit in het grijze en natte wolkendeken. Maar er is daglicht en voor mij schijnt de zon: ik heb zonet tijd goed gemaakt! Ik besef heus wel hoe verknipt dat klinkt, hoor. Een ultra, zeker deze, hangt aan elkaar van de kleine overwinningen die je behaalt. Of ze schijnbaar of echt zijn doet er niet toe. Nog 27 uur om 100 kilometer te overbruggen. Dit zou wel eens kunnen lukken!
Chemin du Calvaire. Archieffoto : -) . Maar zag er wel zo uit. Bron: http://www.xn--cp-lige-6xa.be/ |
We passeren langs Stavelot en Trois - Ponts. Ik herken onderweg enkele stukken uit de Ultra Tour des Sources. Mooie omgeving en mooie herinneringen! Ik ben moe, maar ben in opperbeste stemming en geniet van elk ogenblik. Ik geniet zo hard dat ik de stukken van de UTDS op een bepaald moment dan ook onbewust blijf volgen. Zo lopen dan weer die extra kilometers op. Dankjewel autopilot!
Even later kom ik Tim tegen. Die heeft plots pijn in z'n been gekregen en maakt zich zorgen. Hij gaat contact opnemen met de 'medics' en vragen of ze hem enkele tips kunnen geven om verder te kunnen. Iedereen die nu nog bezig is, wil kost wat kost blijven gaan! Tim zegt dat er enkele kilometers voor me een kopgroepje loopt en ik die misschien kan inhalen. We zien wel hoe dat gaat. Ik zie de rest van de etappe uiteindelijk niemand meer tot ik bijna aan het checkpoint ben. Ik wens Tim succes en goeie moed. Ik hoop dat ik hem straks nog terugzie.
Het afwerken van deze etappe betreft net als de vorige een kleine 40 km. Wel met wat meer hoogtemeters: 1200, bij benadering. En ik voel ze wel. Op ongeveer 190 km in het parcours begint het toch wel te wegen. Er komt ook een onaangename druk op de botten in m'n onderbenen. Voor ik het weet vraag ik me af of een bot zomaar kan breken. "Kom hé, Verhavert, nu niet onnozel gaan doen!" Ik maan mezelf aan om vooruit te blijven gaan. Me inbeeldend dat ik een soldaat ben in het D'Haraanse leger, blijf ik gaan. Hup, 2, 3, 4! Sorry mensen, dat is eentje voor de Sword of Truth fans.
Op mijn GPS ben ik al lang de 200 km voorbij en ik weet eigenlijk niet wanneer nu exact die volgende checkpoint komt. Ik ben de tel kwijt. Ik weet wel dat hij in Grand Halleux is en ik daar dus moet opletten. Onderweg kruis ik de eerste keer het pad met collega's van de 500 kilometer. Wat een beren! Plots komt Adriaan vanachter me aangerend. Die heeft een mooi tempo! We zijn blijkbaar bijna aan de volgende checkpoint en lopen er net niet voorbij.
Live Action! Ergens op 170 kilometers en dus ergens tussen de 30 en 35 uur bezig! |
Op het checkpoint is het een broeierige bedoening. Hier vertoeven zowel deelnemers voor de 250 als de 500. Er lijkt weinig plek te zijn, maar de bedrijvige vrijwilligers zorgen gelukkig dat iedereen een plekje heeft. Ik moet mezelf even hergroeperen en tot mezelf komen. Voor ik er erg in heb zit ik en ben alweer bezig aan de routine. Die staat voor de handigheid netjes op een blad uitgeschreven. Je kan hier misschien mee lachen. Je mag hoor. Ik kan me inbeelden dat voor buitenstaanders het soms lachten en gieren moet zijn om ons bezig te zien! Echter niets zo handig als een lijstje volgen. Of het nu vermoeidheid, adrenaline, slaapgebrek of ongeduld is: er is altijd wel iets dat maakt dat je iets vergeet. Zo dus niet. Jaja, voor volgende keer komt er onderaan dat lijstje: vergeet de poles niet! Ik doe voor de laatste keer het schoeisel uit en geef deze keer ook de voetjes een voetbadje. Doet best wel deugd! Ik eet, vervang batterijen, steek een extra isolerende laag in de rugzak, dump er nog een goeie 3000 kcal aan eten voor onderweg bij en werk de rest van het lijstje best wel snel af. Ik wil voor 18u00 aan de laatste etappe beginnen. Als dat lukt, dan zit ik eigenlijk terug op schema en mentaal is dat wel een opsteker. Mentale opstekers moet je pakken wanneer je kan!
Het is enkele minuten voor zes en ik ben klaar om te vertrekken. Joepie! Ik weet dat het hard gaat worden, maar ik heb er enorm veel zin in. De laatste etappe. Erop of eronder. To the battle!
Steven vraagt voor ik vertrek of ik nog een tiental minuten kan wachten. Dan kunnen we met een groepje vertrekken. Samenlopen: graag! Maar voor 18 uur aan het lopen zijn primeert. Mentale opstekers, hé. Ik wil het ook niet riskeren dat die tien minuten er twintig of meer worden. Want, weet je, dat gebeurt als je in groep gaat. Ik zeg dus dat ik wel wil samen lopen, dat ik nu wel door ben en hen later zie. Zoals het voorheen ging, halen ze toch me wel ergens in. En eigenlijk verwacht ik ze een drie kwartiertjes later wel te zien opdoemen. Het worden echter enkele uren: wanneer ik door een oriëntatiefout terug aan het lopen ben op het parcours. Oh ja mensen, die laatste etappe ging het bijna mis. Bijna.
De zon is intussen onder gegaan en de gevreesde derde nacht gaat zijn intrede doen. De regen is lekker aangedikt en meer dan enkele meters ver zien zit er even niet meer in. Het lijkt erop of de weergoden hiermee een signaal uitsturen: de overwinning is misschien wel dichtbij, maar lang niet in zicht. De laatste etappe is net geen 60 km. Hoogtemeters: een slordige 1400. Tellen doe ik dan niet meer: op, neer, links, rechts,... Maakt niet uit: alles weegt, alles is zwaar en niets komt vanzelf. Hoewel die laatste etappe van begin tot einde een harde strijd is, verwonder ik me over hoe goed de moraal door dit alles blijft. Ik neem bewust een momentje om even terug te grijpen naar de afgelopen 48 uur én klop mezelf op de schouders omdat ik ze nog geen enkele keer heb laten hangen. Ik fluister tegen mezelf: 'goed bezig, nu niet plooien'. Het voelt aan alsof ik een strijdtoneel in stap. Het is ik tegen de laatste 60 km, tegen de slaap, tegen het weer, tegen het duister en tegen de pijntjes. Mijn grootste wapen is motivatie. Ik heb het zwaarste kaliber ervan. Daar kan geen van die kwelduivels tegen op. Ik zet m'n helm op (muts en hoofdlamp), trek het harnas aan (rits de regenkledij dicht) en neem m'n wapens in de aanslag (pak m'n poles vast) en vertrek. De strijd zal nog 15 uur en 22 minuten duren! Ach, het is misschien wat overdreven voorgesteld. Het voelt evenwel episch.
Na het checkpoint is er kort een stuk asfalt, opwaarts natuurlijk, alvorens het weer overgaat op bospaden, modderwegen en, hoe kan het ook anders, omgewaaide bomen. Enkele kilometers verder, te Quarreux, is er een splitsing van 5 punten. Er staan er maar enkele op mijn kaart. Lap, 2 paden kunnen het pad zijn dat ik moet volgen. Ik kies het verkeerde. Plots zie ik uit tegenovergestelde richting op het andere pad lichtjes: enkele beren van de 500 km! Het blijken Marek en Maarten te zijn: twee helden waar ik naar op kijk. Ze zetten me dadelijk op de goeie richting en vragen me zeer ernstig en zorgzaam of ik zeker warm genoeg gekleed ben. Later snap ik ook waarom: het gaat kilometers over open landwegen met een snijdende wind en priemende regen. Ik zeg hen sympathiek welke richting ze uit moeten en ze antwoorden vrolijk: "Maak je over ons maar geen zorgen, we weten waar we heen moeten". Ze steken me een hart onder de riem en zeggen dat 25 km verder het legendarische extra checkpoint 'Chez Ingo' te vinden is. Fantastisch! Iets om naar uit te kijken!
De weg vervolgend passeer ik 3 collega's die een klooster of wat het ook moge zijn binnengaan. Ik schud even met m'n hoofd. Dit kan ik toch niet hallucineren? Wellicht zoeken ze een droog toilet of een plekje uit de regen. Ik buig m'n hoofd opnieuw voorwaarts en ploeter voort. Nog even is er de beschutting van bos en ineens breekt het nachtelijke landschap open. Wat is me dat?! Eerst is het een tijdje lopen met een zijwind en bijhorende inbeukende regen. Zo'n zijwind die me af en toe uit balans brengt of zelfs eventjes verzet. Ergens in een schuurtje schuif ik toch even opzij: warmere handschoenen aan en alle ritsen volledig dichttrekken. Dit moet echt wel even beschut: stoppen in dit weer is geheid afkoelen. Ik ben gelukkig goed geïsoleerd gekleed. Maar die kleine stukjes nek waar enkel de regenjas bescherming biedt, voel ik door en door koud worden. Wat een guur weer is me dat!
Enkele kilometers verder buigt het pad af: nu gaan we recht tegen de wind in. Ik maak me zo klein en laag als mogelijk, kijk vooral naar de grond en probeer gestaag voort te blijven gaan. Uiteindelijk duurt het een tiental kilometers voor er opnieuw wat meer beschutte paden komen. Wat een opluchting!
Opeens voel ik me zwak worden. Dit gaat niet gebeuren! Echt niet! Gewoon blijven gaan! Misschien wel een tikje trager... Even rustig aan doen. Ik eet nog wat zure beertjes en ga rustig en gestaag verder. Ik loop nog even verkeerd: dwars door een kapotgelopen koeienweide te Lierneux. Een constant wegzakken, ploeteren én stinken! Ik denk: 'wat een lolbroeken om dat hierdoor te laten lopen'! En dan zie ik dat ik hier eigenlijk niet moet zijn: crap! Letterlijk.
Inmiddels zijn we in het rijk van Baraque Fraiture aanbeland, ongeveer 225 km ver. Eentonige paden die lang op en neer gaan volgen elkaar op. Ze zijn wel makkelijk te belopen: hardere steenachtige ondergrond. Daarover moeten we niet klagen! Het begint wel zwaar te worden: ik voel me nog steeds slap en besef dat dit wellicht de vermoeidheid is die z'n tol begint te eisen. Rusten is op dit ogenblik geen optie. Stilstaan wil ik echt zo weinig mogelijk. Ook al ben ik op de koude en nattigheid gekleed: stilstaan is afkoelen en kan het tij snel doen keren. Maar ik moet toch even op adem komen? Gewoon even. Met een zucht plof ik neer op een modderig heuveltje en trek een Kanjer tevoorschijn: "Die werken we weg en dan gaan we door." M'n oogleden laat ik even rusten en ik besef dat ik met vuur speel: als ik hier in slaap val kan ik het wel schudden. Komaan! Nog een kleine marathon en we zijn thuis. Dat moet lukken! Toch? Wanneer ik me rechtzet is m'n kont zodanig afgekoeld dat er wellicht een pint in m'n bilspleet gekoeld kan worden. En het duurt echt lang alvorens ze weer warm wordt!
Op een vijftal kilometers voor het befaamde 'Chez Ingo' gaat het alvast een eerste keer goed mis. Net geen 230 km in het parcours en net geen 55 uur bezig, ongeveer. Ik ben doodmoe en de slaap is al geruime tijd zijn best aan het doen om mijn aandacht te trekken. Als een echte superheld verzet ik me onverbiddelijk tegen zijn brute geweld. Tot die slaap plots een andere tactiek probeert en de zoete stem van de rede gebruikt om me aan z'n kant te krijgen. Het duurt niet lang of ik lijk te zwichten. Ik merk dat ik plots heel veel links en rechts aan het kijken ben, op zoek naar een plekje om even te dutten. Liefst een beschut plekje, eentje waar het warm is. Die zijn er natuurlijk niet. Ik blijf uitkijken én vechten om die ogen open te houden. De hallucinaties nemen ook toe: alles lijkt vergeven van vormen en gezichten. Het traject staat plots vol kunstwerken. Ik stop zelfs even om eentje van dichtbij te bekijken: een fraai werk van stilistisch gevormde gezichten in koper die een boomstronk moeten voorstellen. Er staat zelfs een infobord naast! Onder de indruk van het vakmanschap blijf ik even staan. Dit kan nu toch geen hallucinatie zijn, zoiets mooi! Ik ga er een foto van nemen! Terwijl ik de gsm probeer te nemen, roep ik mezelf tot de orde. Als ik hier mee begin, dat is het begin van het einde. Dus hou ik het maar op 'leuke hallucinatie'. Ergens vraag ik me vandaag nog steeds af: "Zou het toch niet... ?".
Het pad dat nu komt is een ravage van omgewaaide sparren. Zo ver het oog kan zien. Nu ja, in het donker is dat niet zo bijster ver. Normaal ga je er gewoon rond. Hier zie ik wel geen rondkomen aan. Mijn mistige brein denkt: 'Recht er door!'. Dit haalt top 3 van domme ideeën. Al gauw zit ik vast in een chaos van groen. Eventjes naar boven kruipen om uitzicht te hebben, levert ook geen fluit op. Dan maar niet meer rechtdoor en opzij om er als de bliksem uit te geraken. Ik raak net geen oog kwijt, val net niet in zo'n enorme wortelputvijver en raak er na vijven, zessen, enkele zevenen en toch ook nog een acht uiteindelijk uit. En ik sta op een pad! Hoezee! Weer een avontuurtje binnen het grote avontuur! Vlug kijk ik even op de gps om de richting te bepalen en zet aan. Ietsje later kom ik 3 lopers tegen die ik hartelijk succes wens en ga verder. Nee hoor, daar viel nog geen frank. Nog ietsje later kom ik nog 2 lopers tegen. Het zijn Steven en Giovanni. Eindelijk, dat duurde! Huh? Wat is dit? Ze vragen me waar ik heen ga en zeggen dat ik kom van waar we heen moeten. Fuck, shit, fuck en dubbele fuck! OK, niets aan te doen. Rechtsomkeer! Het maakt me ineens wel wakker. Goed! Steven en Giovanni steken er een stevig tempo in en ik sluit aan. Dat tempo helpt in elk geval om wakker te blijven! Uiteindelijk raken we enkele kilometers verder tot bij 'Chez Ingo'. Niet zonder slag, stoot of navigatie-euveltje weliswaar. Zoals je alvast begrepen zult hebben: part of the game! En wat een game!
Chez Ino bij daglicht. Ik herken er geen fluit van, gezien we er bij nacht passeerden :-). Foto door Alma Schaafstal. |
'Chez Ingo' staat te Odeigne, op een goeie 25 km van de finish. 'Chez Ingo' is fan - tas - tisch! Het laatste beschutte rustpuntje voor je aan de lange finale van wat al een ongelooflijk avontuur geweest is, mag beginnen. Het is een klein en gezellig tentje volgestouwd met kampeerstoeltjes mét kussentjes! En wordt bemand door twee enthousiaste vrijwilligers, waaronder OCR-makker Bart, die je hartelijk ontvangen en na een kwartiertje even hartelijk weer buiten werken. Want het is toch wel verleidelijk om in dat verwarmde stukje comfort langer dan nodig te blijven hangen. En plus worden er croque monsiers geserveerd! Cola en croques: exact wat ik nodig heb! En pintjes voor de liefhebbers! Dankjulliewel, kerels! Het tentje is goed gevuld. In een race waarvan er maar een stuk of 15 deelnemers meer in het spel zijn, zit bijna de helft op dat moment bij Chez Ingo!
Terwijl iedereen vertrekt, drink ik rustig nog een bekertje cola en keuvel toch nog enkele minuutjes na. Van daar hobbelt het dan eerst richting Samréé, vervolgens Borzéé om daarna op een pad dat terug naar de Ourthe leidt terecht te komen. Richting Samrée loop ik Steven tegen het lijf. Hij heeft plots last in zijn knie. Ik zeg hem zich nog geen zorgen te maken, te kijken wat het geeft en een finish nu aan een wandeltempo ook mogelijk is. Later zie ik hem terug als collega finisher en heeft hij dat knieprobleempje vakkundig kunnen managen. Het is wat, die lange afstanden!
Net voor Samrée kom ik zelf in de problemen. Een van m'n kousen lijkt ineens ongelooflijk hard rond mijn kuit te zijn gaan spannen. Dus die kous wordt snel naar beneden gestroopt. Dat helpt niets. Dan is het wellicht de broek? Die heeft zo'n draaiende naad die langs m'n kuit loopt. Het zal dat wel zijn. Moet wel. Het is best lastig en ik moet uiteindelijk toch eventjes zitten en hergroeperen, zoals dat heet. Vanaf dan verandert de loophouding: het wordt meer een soort hink stap springen. Maakt niet uit: zolang het maar blijft vooruit gaan! Met nog meer dan 20 km te gaan, kan ik maar beter geen tijd verspillen. Later blijkt dat het geen strakke broek is, maar een spierscheur. Wow!
Te Borsée loop ik Leif (de Noor die Barkley mag doen!) tegen het lijf. We zijn beiden maar half wakker en komen aan een kruispunt dat niet op de kaart lijkt te staan. Ik denk dat ik zie waar we heen moeten om het pad te vervolgen. Leif vertrouwt het evenwel niet en wil even op z'n stappen terugkeren. De ontmoeting is kort en we vervolgen elk onze eigen weg. Na veel twijfelen kom ik een paar 100 meter verder tot de conclusie dat ik goed zit. Oef, geen tijd verloren deze keer!
Enkele kilometers later gaat het dan omlaag: de afdaling naar de Ourthe. Terug waar we zoveel uren terug nog aan het begin van het avontuur waren. Nu wel op de andere oever. Het is wel mooi uitgedacht zo. Het zijn de finale kilometers: nog een tiental en het is voorbij. Het blijken de zwaarste en meest intense van de gehele race te worden.
De afdaling naar de Ourthe is stevig, dankzij die strakke kuit. Langs de Ourthe gaat het dan best goed. De GPS slaat evenwel wederom tilt en ik weet niet goed wanneer ik juist van het pad af moet. Het is dus opletten! Wanneer het pad naar boven er dan zou moeten zijn, vind ik het niet. Het is pikkedonker en hoewel ik mijn best doe alles goed af te speuren, blijft dat pad verborgen. Met de hoofdlamp kan ik wel serieus wat licht produceren: 900 lumens, als het even nodig is, beste mensen. Toch is het niet voldoende om het pad uit te lichten. Je kan nog zo veel licht hebben, als het licht in je hoofd een beetje gedimd is, mis je af en toe wat, inclusief het voor de hand liggende. Ik ben tijd aan het verliezen! Zo maak ik de tweede domme beslissing van die nacht. Het pad zou een 80 - tal meters hoger op een parallel pad moeten uitkomen. Dus ik kruip gewoon recht omhoog en hoop zo dat andere pad te kruisen. Slecht idee? Zeer zeker. Al snel zit ik vast in een wirwar van doornstruiken en andere verstikkende begroeiing. De GPS weigert nog steeds hulp te bieden. Die kaart uit de rugzak halen? Tja, daarvoor moet ik toch wel eerst kunnen pinpointen waar ik nu in godsnaam zit en de enige omgevingskenmerken zijn struiken en die rivier daar beneden. Niet dus. Daar lig ik dan: een beetje vastgedraaid in de begroeiing. Het enige dat ik zie zijn struiken, struiken en nog eens struiken! Er zit maar één ding op: het plan verder uitvoeren en doorheen de groene ellende worstelen. Enige tijd later kom ik uit op een pad. Het is een wonder! De regenbroek is langs alle kanten gescheurd, één van mijn stokken is gebroken; maar ik ben er door geraakt! We kunnen weer voort! Wat een belevenis!
En dan maak ik een denkfout. Ik reken verkeerdelijk uit dat ik ongeveer 2 uur en en een half heb om de resterende 9 km te overwinnen. Ik weet niet wat er nog komt, lopen is moeilijk geworden en ik ben bang dat ik nog meer tijd ga verliezen op die laatste stukken. Fuck! Ik ga het niet halen!. Wat nu?
De oplossing: 'Weet je, loop die laatste 9 kilometers gewoon pedal to the metal: alles geven. Daarna is het toch gedaan'. Dus ik begin te knallen alsof m'n leven ervan afhangt. GPS in de aanslag, vlieg ik over een stuk eigenlijk zeer technisch terrein langs de Ourthe. Wonderwel schuif ik geen enkele keer uit, val ik niet en knal ik ook nergens tegenaan. Dit gaat goed! Tot er een vreemd vlaggetje op m'n GPS - scherm verschijnt. Nadere inspectie toont dat ik hier al geweest ben én, oh jawel, opnieuw de tegenovergestelde richting aan het uitlopen ben. In mijn verdediging: het is een uiterst zigzaggend en bochten nemend stukje trail. En ik ben natuurlijk, als we die 20 minuutjes slaap even vergeten, intussen al meer dan 72 uur wakker. Het is gelukkig een kort stukje, maar wel een energievretend stuk. Zwaar buiten adem hou ik halt en denk ik "Verhavert, dit kan beter!". Niets anders te doen dan de weg opnieuw te vervolgen. In een hels tempo ga ik voort. Aan een snelheid van bij momenten 14 kilometer per uur vlieg ik verder. Het is pure adrenaline: pijn voel ik niet meer en de vermoeidheid is weg. Er is enkel ik, het pad en mijn intense ademhaling. Oh ja, en het gps schermpje dat ik naarstig check op mijn vooruitgang! Het is intussen gelukkig ook opnieuw licht aan het worden: de derde zonsopgang! Gewoonweg magisch!
Even later komt Adriaan van achter mij aangesneld. Man, wat heeft die pas een tempo! Hij vraagt hoe het gaat. Ik vat samen: "veel tijd verloren, verloren gelopen". Het zal spannend worden om de cut off te halen. Lachend zegt hij: "Tuurlijk halen we de cut off, we hebben nog meer dan drie uur". Say What??? De realiteit van m'n denkfout slaat in als een bom? Dit meen je niet? Toch wel! Ik heb mezelf net opgeblazen en nagenoeg kapotgelopen in de waan dat ik een goed uur minder tijd had. Hoe stom ook van me, dit is fantastisch nieuws! En de realiteit dat ik het ga halen, dat het eigenlijk zo goed als binnen is, slaat ook in. Ik besef plots ook dat ik sinds ik het pad kwijtraakte niets meer gegeten heb. Mijn energiepijl neemt een plotse en duizelingwekkende duik en vanaf dan is het weer ploeteren om vooruit te gaan. Ik probeer nog even om Adriaan bij te houden, maar het is even op. Dankjewel, reptielbrein! Ik vertraag en geniet, nu bij daglicht, van het laatste idyllische stukje langs de Ourthe.
Er komt beschaving in zicht. Gestaag klim ik het dal van de Ourthe uit en begin aan de eindeloze klim richting het centrum van Wibrin. Op een kilometer voor de finish moeten we nog door een stukje groen langs 'la Belle Meuse', waar ik nog een allerlaatste navigatiefoutje maak. Geen erg, we zijn er bijna. Bijna! Niet te geloven! De tranen staan me in de ogen. Hoe onvoorstelbaar is dit? In Mormont wordt er nog een laatste klimmetje gepresenteerd. Het is klein, maar voelt zo zwaar. Het is net of alle moeite van de afgelopen dagen in dat ene klimmetje cumuleren. En dan is ze er: die felbegeerde finish. Een groen stukje gras achter de gîte, bekend als HQ. Race DirectorTim en verschillende Legendary Friends nemen de honeurs als ontvangscomité waar. Ik ben uitgeput, maar zo voldaan!
Legendary team, legendary friends, medisch team en Exile medics: dankjulliewel voor deze fantastische trip en de ongelooflijk goede zorgen!!!
Schitterend! Mooi relaas met veel plezier gelezen. Zeer straf!
BeantwoordenVerwijderenDank je!!! Fijn te horen!
VerwijderenFijn om nogmaals te lezen, voorproefje van wat gaat komen. Wat een gekke tocht was me dat... 🤩
BeantwoordenVerwijderen